Bloedvaten bs extra uitleg

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
Deze les:
Leerdoel
    je moet drie type bloedvaten benoemen met hun kenmerken en functies
    je moet in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders kunnen benoemen. 
    Tijdpad:
    - 10 minuten uitleg bespreken zelfstandig werken  
    - 20 minuten 
    -nakijken opdrachten 10 min
    weektaak
    opdrachten 18 tm 20

    Voorbereiden volgende les:-



    1 / 17
    next
    Slide 1: Slide
    BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2,4

    This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.

    time-iconLesson duration is: 30 min

    Items in this lesson

    Deze les:
    • Opstarten

    • Uitleg basisstof 2
    • Zelfstandig aan de slag
    • Afsluiting
    Deze les:
    Leerdoel
      je moet drie type bloedvaten benoemen met hun kenmerken en functies
      je moet in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders kunnen benoemen. 
      Tijdpad:
      - 10 minuten uitleg bespreken zelfstandig werken  
      - 20 minuten 
      -nakijken opdrachten 10 min
      weektaak
      opdrachten 18 tm 20

      Voorbereiden volgende les:-



      Slide 1 - Slide

      Bloedvaten
      aders en slagaders

      Slide 2 - Slide

      Bloedvaten
      Door je bloedvaten stroomt het bloed naar al je cellen in je lichaam.

      Er zijn 3 soorten bloedvaten:

      - slagaders  : transport bloed van hart af
      - haarvaten : dunne bloedvaatjes in al je 
                           organen
      - aders        : transport bloed naar het hart 
                           toe


      Slide 3 - Slide

      Drie type bloedvaten





      1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

      Slide 4 - Slide

      Slagaders
      Het hart pompt bloed de slagaders in. 
      Dat gaat met behoorlijk wat kracht. 
      Het bloed drukt daardoor hard tegen de wand van een slagader aan. Daarom is de bloeddruk in de slagaders hoog. 
      De wanden van de slagaders zijn dik, stevig en elastisch. 
      Ze kunnen heel wat druk hebben.
      De slagaders liggen meestal diep in je lichaam. Dat is veilger want als een slagader stuk gaat, komt er veel bloed vrij.
      - lopen van het hart af.
      - hebben een gespierde wand
      - de bloeddruk is hoog
      - liggen vaak diep in het lichaam

      Slide 5 - Slide

      Haarvaten

      De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.


      Als een wand maar 1 cel dik is, noem je dat bloedvat een haarvat. De bloeddruk is in een haarvat heel laag. 

      Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.


      De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat. 


      De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 
      Die bloedvaten noem je aders. 
      - zijn maar 1 cellaag dik
      - vormen een netwerk
      - de bloeddruk is laag
      - er vindt uitwisseling plaats van stoffen

      Slide 6 - Slide

      Slide 7 - Slide

      Haarvaten, 1 cel dik .... daar kan wat doorheen.....
      lichaamscellen
      lichaamscellen

      Slide 8 - Slide

      Aders
      Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart. Het hart zuigt het bloed in de aders naar zich toe.

      - lopen naar het hart toe
      - de bloeddruk is laag
      - de wanden zijn minder gespierd dan bij de 
        slagaders
      - liggen minder diep in je lichaam dan de
        slagaders
      - bevatten vaak aderkleppen

      Aderkleppen zorgen ervoor dat 
      het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

      Slide 9 - Slide

      Slide 10 - Video

      Spierpomp

      Spieren spelen een rol 
      bij het verplaatsen van het bloed in de aders in de richting van het hart.

      Slide 11 - Slide

      SLAGADERS

      • van het hart af
      • Zuurstofrijk (behalve longslagader)
      • Dikke wand
      • Hoge druk
      • Geen kleppen
      ADERS

      • Naar het hart toe
      • Zuurstofarm (behalve longader)
      • Dunne wand
      • Lage druk
      • Kleppen

      Slide 12 - Slide

      zuurstofarm
      zuurstofrijk

      Slide 13 - Slide

      Slide 14 - Slide

      Slide 15 - Video

      wat
      Aan de slag met Thema 3, Basisstof 4
      maken: opdrachten 18 tm 20
      Hoe
      lees de tekst van basisstof 3
      Hulp
      1) boek  2) klasgenoot   3) docent
      Tijd
      20 min.
      Klaar
      Als je klaar bent kies je een van de onderstaande punten
      -kijk de opdrachten na en verbeter je fouten
      - maak je de test jezelf van  basisstof. 1 en 2 en 3
      - Samenvatting of woordweb maken


      Slide 16 - Slide

      Slide 17 - Slide