This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Diagnostische toets, thema 1
Slide 1 - Slide
Als een stier hoorns krijgt is dit dan ontwikkeling?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Bij een plant komt het levensverschijnsel bewegen niet voor.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Uitscheiden is een van de zeven levenskenmerken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Koeien zijn teengangers
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
De eerste blaadjes van een kiemplantje zijn de zaadlobben
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De levenscyclus van een kikker eindigt als de kikker wordt opgegeten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Fotosynthese kan plaatsvinden in planten, dieren en mensen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Watervogels zoals een zwaan hebben een zeefsnavel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo groot mogelijk te maken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Een plant met veel wortels komt voor in een vochtige omgeving
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Stelling 1: Een luipaard is een organisme. Stelling 2: Een rivierkreeft is een organisme. Stelling 3: Een sneeuwvlok is een organisme.
A
Alle stellingen zijn juist
B
Stelling 1 en 2 zijn juist
C
Stelling 2 en 3 zijn juist
D
Stelling 1 en 3 zijn juist
Slide 12 - Quiz
Welke organismen in deze afbeelding vertonen levenskenmerken?
A
Alleen de hommel
B
Alleen de bloem
C
De hommel en de bloem
Slide 13 - Quiz
Is dit paard levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van deel 2?
A
Met deel 2 zat de boon vast in de vrucht.
B
Via deel 2 neemt de boon water op bij de kieming
C
Deel 2 beschermt de boon tegen uitdroging.
D
Deel 2 dient als voedsel voor de kiem.
Slide 15 - Quiz
Welk deel van een bruine boon beschermt het zaad tegen insecten?
A
Poortje
B
Kiem
C
Zaadhuid
D
Navel
Slide 16 - Quiz
Hoeveel keer heeft een mens een groeispurt?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je een persoon van 6 jaar?
A
Kleuter
B
Schoolkind
C
Peuter
Slide 18 - Quiz
In de levenscyclus van een kikker komt een kikkervisje voor. Wat is een imago?
A
Een jong dier
B
Een larve
C
Een pop
D
Een volwassen dier
Slide 19 - Quiz
Welke van de onderstaande beschrijvingen geven levenskenmerken aan?
A
Een bacterie deelt zich.
B
Op Bonaire staan divi-divibomen scheef door de passaatwind.
C
Een kwal wordt door de branding op het strand geworpen.
D
De hoeveelheid zuurstof in een brandende ruimte daalt.
Slide 20 - Quiz
Emmie zegt: 'Bij vlinders komen larven voor.' Noortje zegt: 'Bij vogels komen larven voor.'
A
Alleen Emmie heeft gelijk
B
Alleen Noortje heeft gelijk
C
Emmie en Noortje hebben allebei gelijk
D
Geen van beiden hebben gelijk
Slide 21 - Quiz
Welke belangrijke stof maakt een plant voor dieren?
A
Mineralen
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
Slide 22 - Quiz
Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?
A
Bladeren
B
Wortels
C
Stengels
D
Vruchten
Slide 23 - Quiz
Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?
A
Deze vogel zeeft met zijn snavel kleine plantjes en diertjes uit het water.
B
Deze vogel verscheurt met zijn snavel een prooi die hij heeft gevangen.
C
Deze vogel prikt met zijn snavel in de bodem naar bodemdiertjes.
D
Deze vogel kraakt met zijn snavel noten en harde zaden.
Slide 24 - Quiz
In een bepaald gebied komen alleen planten voor met dikke, kleine bladeren. In welk van de volgende klimaten ligt dat gebied waarschijnlijk?
A
In een vochtig en warm klimaat.
B
In een koud en vochtig klimaat.
C
In een droog en warm klimaat.
Slide 25 - Quiz
Iemand die begint met type-les heeft vaak moeite met het aanslaan van de juiste toetsen. Na veel oefenen wordt het steeds makkelijker om de juiste toetsen te vinden. Door welk soort ontwikkeling komt dat?
A
Motorische ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
Slide 26 - Quiz
Bij welk dier komt een stadium voor dat rups wordt genoemd?
Slide 27 - Open question
Noem twee levensverschijnselen die te maken hebben met het reageren op de omgeving.
Slide 28 - Open question
Hoe noem je de verzameling eieren van een vrouwtje van de bruine kikker?
Slide 29 - Open question
In welke levensfase eet een bruine kikker vooral insecten?
Slide 30 - Open question
Hieronder staat een schema van de fotosynthese: (1) + koolstofdioxide + licht -> (4) + zuurstof. Vul het woord in dat er moet staan op plaats 1
Slide 31 - Open question
Hieronder staat een schema van de fotosynthese: (1) + koolstofdioxide + licht -> (4) + zuurstof. Vul het woord in dat er moet staan op plaats 4
Slide 32 - Open question
Klaar?
Lever de toets in en ga verder met leren/oefenen op je eigen manier.