W46 - Herhaling Hoofdstuk 2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag...
  • Leerdoelen (5 min)
  • Zelfstandig werken (Rekentrainer) (15 min)
  • Oefenen rekenen Hoofdstuk 2 (via LessonUp) (20 min)
  • Zelfstandig werken (25 min)
  • Afsluiten, Blooket? (15 min)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen, aan het einde van de les kun je...
  • Bedragen omrekenen van week naar maand en andersom.
  • De rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt.
  • De kosten van een lening berekenen.
  • Een percentage uitrekenen.
  • Berekenen hoeveel geld aan schadevergoeding je ontvangt na een schade op basis van gegevens.

Slide 3 - Slide

Oefenen Rekentrainer
Wat? Maken Rekentrainer (blz. 66)
Hoe? Zelfstandig & in stilte!
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? 15 minuten
Klaar? Verder met Herhalingsopdrachten (blz. 70)
óf Plusopdrachten (blz. 72)
Daarna? Nakijken!
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Nakijken Samenvattende vragen
Wat? Nakijken Samenvattende vragen
Hoe? Zelfstandig & in stilte, wees kritisch!
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? 10 minuten
Klaar? Begin alvast met rekenopdrachten blz. 66 
(achterin Hoofdstuk 2)

Slide 5 - Slide

Pak je laptop erbij!

Slide 6 - Slide

§2.1 Jouw inkomsten en uitgaven

Slide 7 - Slide

Bekijk de advertentie.
Bereken hoeveel het abonnement gemiddeld per maand kost.
Noteer als 12,34, zonder euroteken!
timer
2:00

Slide 8 - Open question

Bekijk de advertentie.
Bereken hoeveel het abonnement gemiddeld per week kost.
Noteer als 12,34, zonder euroteken!

Slide 9 - Open question

Je banksaldo was aan het begin van de maand € 40,25.
In de loop van de maand ontvang je op je rekening € 20 zakgeld. Er wordt ook € 10,50 bijgeschreven voor oppassen bij de buren.
Aan het eind van de maand is je saldo € 39,50.
Bereken hoeveel je hebt uitgegeven. Noteer als 12,34 zonder €

Slide 10 - Open question

§2.2 Met geld kun je meer

Slide 11 - Slide

Bekijk de bron. Ruben heeft € 2.500 op zijn spaarrekening staan. Bereken de rente die Ruben na een jaar krijgt bijgeschreven als hij bij de bank met de hoogste rente spaart. Noteer als 12,34, zonder euroteken!
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Bekijk de bron. Yara heeft € 3.200 op haar spaarrekening staan. Bereken de rente die Yara na een jaar krijgt bijgeschreven als ze bij Bunq spaart.
Noteer als 12,34, zonder euroteken!
timer
2:00

Slide 13 - Open question

§2.3 Geld te kort?

Slide 14 - Slide

Je hebt €1.500 op je spaarrekening staan. Aan het einde van het jaar ontvang je €22,50 aan rente. Bereken het rentepercentage. Noteer als 1,2%
timer
2:00

Slide 15 - Open question

Iris sluit een lening van €2.000 af met een looptijd van 36 maanden. Bereken de kosten van de lening. Noteer als 12,00, zonder € met 2 decimalen!

Slide 16 - Open question

Iris sluit een lening van €2.000 af met een looptijd van 36 maanden. De kosten van de lening was €88,-. Bereken de kosten van de lening in procenten van het geleende bedrag. Noteer als 1,2%

Slide 17 - Open question

§2.4 Voor alle zekerheid

Slide 18 - Slide

Je fiets wordt gestolen. Je fiets is voor maximaal € 600 verzekerd, met een eigen risico van € 85,25. Je hebt voor €550 schade. Bereken het bedrag van de schadevergoeding. Noteer als 12,34, zonder €!

Slide 19 - Open question

Gebruik de polisvoorwaarden in de tabel hiernaast. Je fiets wordt gestolen. De waarde van de fiets is € 650,75. Bereken de schadevergoeding. Noteer als 12,34, zonder euroteken!

Slide 20 - Open question

Zelfstandig werken!
Wat vond je van de leerstof?




Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? Tot 15 minuten vóór einde van de les.
Hoe? Zelfstandig en in stilte!
Klaar? Nakijken!
Makkelijk
  • Rekentrainer
  • Plusopdrachten (blz. 72)
Moeilijk
  • Rekentrainer
  • Herhalingsopdrachten (blz. 70)

Slide 21 - Slide

Toets Hoofdstuk 2 Planagenda!
Wanneer? 25 november 2024
Wat? Hoofdstuk 2, paragraaf 1 t/m 4
Hoe kun je leren?
  • Huis-/maakwerk maken en nakijken; 
  • Samenvattende vragen maken en nakijken;
  • Blauwe en groene blokjes leren;
  • Rekentrainer, samenvattingsopdrachten, herhalingsopdrachten en plusopdrachten maken, en;
  • Goed meedoen tijdens de les!

Slide 22 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Slide