V5 - Thema 1.5 Neurale regulatie

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

3

Slide 2 - Video

00:44
Op welke soort neuronen werkt de narcose niet volledig?
A
Sensorische neuronen
B
Schakelneuronen
C
Motorische neuronen

Slide 3 - Quiz

01:36
Dat dit bij sommige patiënten gebeurt, komt misschien doordat zij een verhoogde stofwisseling hebben. Noem een hormoon dat hier mee te maken kan hebben. ​

Slide 4 - Open question

02:16
Normaal gesproken bindt een narcosemiddel aan een post-synaptische receptor, in plaats van de standaard neurotransmitter die aan deze receptor bindt. Hoe kan dit verklaren dat een patiënt geen pijn meer ervaart?​

Slide 5 - Open question

Aan het eind van de les…

… kan je uitleggen wat een actiepotentiaal is en hoe deze ontstaat 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

BINAS 88J

Slide 8 - Slide

Signaalverwerking

Slide 9 - Slide

Impulsoverdracht
De impulsoverdracht van zenuwcel naar zenuw-, spier- of kliercel gebeurt met neurotransmitters.

Deze neurotransmitters worden losgelaten in de synaptische spleet waarna zij zich binden aan receptoren van de doelwitcel en daar de Na+ kanalen open gaan.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Actiepotentiaal 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Natrium Kalium Pomp (actief transport)

Slide 14 - Slide

Impulsgeleiding
Vindt plaats door ion-kanalen:
  1. Natrium-kanaal 
  2. Kalium-kanaal
  3. Natrium-kalium pomp

Doordat ionen geladen zijn, ontstaat er een ladingsverschil

Slide 15 - Slide

Natrium-kaliumpomp
De natrium-kaliumpomp creëert de rust-potentiaal door kalium de cel in te pompen en natrium uit uit te pompen.

3          naar buiten, 2        naar binnen per cyclus. Dit kost ATP.

BINAS 88D
Na+
K+

Slide 16 - Slide

Aan de slag 
Bestudeer BINAS tabel 88 goed

Maak daarna de opdrachten die horen bij bs 5 

Slide 17 - Slide

Rustpotentiaal 
 In rust is de membraanpotentiaal -70 mV 

Dat betekent dat er binnen de cel relatief minder positief geladen ionen bevinden dan buiten de cel

Slide 18 - Slide

Rustpotentiaal

Slide 19 - Slide

Depolarisatie (1)
Door een prikkel of neurotransmitters wordt de membraan minder negatief.

Als de membraanpotentiaal de drempelwaarde van  -50 mV (= prikkeldrempel) bereikt, ontstaat er een actiepotentiaal.


Slide 20 - Slide

Depolarisatie (2)
De natriumkanalen openen zich en natrium stroomt de cel in.

Hierdoor stijgt de membraanpotentiaal tot +30 mV 

Slide 21 - Slide

Repolarisatie
De natriumkanalen sluiten zich.
Nu openen de kaliumkanalen zich, waardoor          de cel uitstroomt. Hierdoor daalt de membraanpotentiaal
K+

Slide 22 - Slide

Hyperpolarisatie
De kaliumkanalen blijven iets langer open staan, waardoor de membraanpotentiaal tijdelijk onder de -70 mV uitkomt.

Slide 23 - Slide

Rustpotentiaal
Uiteindelijk sluiten ook de kaliumkanalen weer en wordt de rustpotentiaal weer hersteld.
Dit gebeurt door de natrium-kalium-pomp.


Slide 24 - Slide

Ik beheers de leerdoelen van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 26 - Open question

Planning 
  • Mededeling toets 
  • Opdrachten nabespreken 
  • Poster opdracht 
  • Voorlichting veldwerk pws

Slide 27 - Slide

De impulsgeleiding bij een axon omgeven door een myelineschede noem je ook wel
A
Stapsgewijze impulsgeleiding
B
Saltatoire impulsgeleiding
C
Sprongsgewijze impulsgeleiding
D
Gesnoerde impulsgeleiding

Slide 28 - Quiz

Vragen huiswerk? 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Exciterende / inhiberende  postsynaptische potentiaal 

Slide 31 - Slide

Opdracht 
Je gaat je verdiepen in het zenuwstelsel en neurotransmitters, en de invloed van drugs hierop. Hiervoor gebruik je de volgende website: https://drugsindehersenen.jellinek.nl/ 


  •  Groepjes van 4​
  •  Kies een drug van de website ​
  •  Poster maken over de werking van zenuwcellen en neurotransmitters​
  •  Twee situaties moeten op de poster staan: de normale werking van de neuronen neurotransmitter(s) en de invloed van de drug op de neuronen en neurotransmitter(s)​

  •  Twee lessen (dit blokuur)

  •  Volgende week moet je groepje de poster kunnen presenteren (iedereen moet dit kunnen presenteren – docent kiest op dat moment een presentator) ​

Slide 32 - Slide