This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
00:44
Op welke soort neuronen werkt de narcose niet volledig?
A
Sensorische neuronen
B
Schakelneuronen
C
Motorische neuronen
Slide 3 - Quiz
01:36
Dat dit bij sommige patiënten gebeurt, komt misschien doordat zij een verhoogde stofwisseling hebben. Noem een hormoon dat hier mee te maken kan hebben.
Slide 4 - Open question
02:16
Normaal gesproken bindt een narcosemiddel aan een post-synaptische receptor, in plaats van de standaard neurotransmitter die aan deze receptor bindt. Hoe kan dit verklaren dat een patiënt geen pijn meer ervaart?
Slide 5 - Open question
Aan het eind van de les…
… kan je uitleggen wat een actiepotentiaal is en hoe deze ontstaat
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
BINAS 88J
Slide 8 - Slide
Signaalverwerking
Slide 9 - Slide
Impulsoverdracht
De impulsoverdracht van zenuwcel naar zenuw-, spier- of kliercel gebeurt met neurotransmitters.
Deze neurotransmitters worden losgelaten in de synaptische spleet waarna zij zich binden aan receptoren van de doelwitcel en daar de Na+ kanalen open gaan.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Actiepotentiaal
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Natrium Kalium Pomp (actief transport)
Slide 14 - Slide
Impulsgeleiding
Vindt plaats door ion-kanalen:
Natrium-kanaal
Kalium-kanaal
Natrium-kalium pomp
Doordat ionen geladen zijn, ontstaat er een ladingsverschil
Slide 15 - Slide
Natrium-kaliumpomp
De natrium-kaliumpomp creëert de rust-potentiaal door kalium de cel in te pompen en natrium uit uit te pompen.
3 naar buiten, 2 naar binnen per cyclus. Dit kost ATP.
BINAS 88D
Na+
K+
Slide 16 - Slide
Aan de slag
Bestudeer BINAS tabel 88 goed
Maak daarna de opdrachten die horen bij bs 5
Slide 17 - Slide
Rustpotentiaal
In rust is de membraanpotentiaal -70 mV
Dat betekent dat er binnen de cel relatief minder positief geladen ionen bevinden dan buiten de cel
Slide 18 - Slide
Rustpotentiaal
Slide 19 - Slide
Depolarisatie (1)
Door een prikkel of neurotransmitters wordt de membraan minder negatief.
Als de membraanpotentiaal de drempelwaarde van -50 mV (= prikkeldrempel) bereikt, ontstaat er een actiepotentiaal.
Slide 20 - Slide
Depolarisatie (2)
De natriumkanalen openen zich en natrium stroomt de cel in.
Hierdoor stijgt de membraanpotentiaal tot +30 mV
Slide 21 - Slide
Repolarisatie
De natriumkanalen sluiten zich.
Nu openen de kaliumkanalen zich, waardoor de cel uitstroomt. Hierdoor daalt de membraanpotentiaal
K+
Slide 22 - Slide
Hyperpolarisatie
De kaliumkanalen blijven iets langer open staan, waardoor de membraanpotentiaal tijdelijk onder de -70 mV uitkomt.
Slide 23 - Slide
Rustpotentiaal
Uiteindelijk sluiten ook de kaliumkanalen weer en wordt de rustpotentiaal weer hersteld.
Dit gebeurt door de natrium-kalium-pomp.
Slide 24 - Slide
Ik beheers de leerdoelen van deze les
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Wat vind je lastig/moeilijk?
Slide 26 - Open question
Planning
Mededeling toets
Opdrachten nabespreken
Poster opdracht
Voorlichting veldwerk pws
Slide 27 - Slide
De impulsgeleiding bij een axon omgeven door een myelineschede noem je ook wel
Je gaat je verdiepen in het zenuwstelsel en neurotransmitters, en de invloed van drugs hierop. Hiervoor gebruik je de volgende website: https://drugsindehersenen.jellinek.nl/
Groepjes van 4
Kies een drug van de website
Poster maken over de werking van zenuwcellen en neurotransmitters
Twee situaties moeten op de poster staan: de normale werking van de neuronen neurotransmitter(s) en de invloed van de drug op de neuronen en neurotransmitter(s)
Twee lessen (dit blokuur)
Volgende week moet je groepje de poster kunnen presenteren (iedereen moet dit kunnen presenteren – docent kiest op dat moment een presentator)