Grammatica woordsoorten H6

Planning vandaag:

  • Uitlegfilmpje grammatica woordsoorten H6
  • Hoe zat het ook alweer? WG/NG
  • Start opdrachten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning vandaag:

  • Uitlegfilmpje grammatica woordsoorten H6
  • Hoe zat het ook alweer? WG/NG
  • Start opdrachten

Slide 1 - Slide

Lesdoel:

- Je kunt de soorten ww benoemen in samengestelde zinnen.

Slide 2 - Slide

Wat is geen voegwoord?
A
als
B
soms
C
want
D
omdat

Slide 3 - Quiz

Het voegwoord: maar

is een ...................voegwoord
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)

Slide 4 - Quiz

Het voegwoord 'terwijl'
is een .................voegwoord.
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)

Slide 5 - Quiz

Welk voegwoord is een nevenschikkend voegwoord?
A
aangezien
B
want
C
omdat
D
voodat

Slide 6 - Quiz

Voegwoorden
De zinnen binnen een samengestelde zin zijn aan elkaar geplakt d.m.v. een voegwoord.

  • Remco leert voor Frans en Laura leert voor Engels.
  • Ik ga op tijd naar bed, omdat ik moe ben.
  • Nadat de scheids affloot, begon het publiek te juichen.

Slide 7 - Slide

HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, want, maar en of.
HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.

Slide 8 - Slide

Uitlegfilmpje woordsoorten H6

Slide 9 - Slide

Gezegde
WG -> Het onderwerp doet iets.
Het belangrijkste ww heeft een duidelijke betekenis. 

Ik ga vandaag een taart bakken.
gezegde = ga bakken

Bakken = ZWW

Slide 10 - Slide

Gezegde
NG = Het onderwerp is/wordt iets. Het belangrijkste ww heeft GEEN duidelijke betekenis.
Er is een aanvulling nodig: meestal een BN of ZN.

De docent is vandaag ziek.
gezegde = is ziek
Het belangrijkste ww noemen we hier een koppelwerkwoord. 

Slide 11 - Slide

Gezegde
Koppelwerkwoord -> koppelt het onderwerp aan een eigenschap of kenmerk. 

Ik ben leraar op een middelbare school. 
ben = KWW 
leraar op een middelbare school = kenmerk

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Maak opdr. 1, 2 en 5 van grammatica woordsoorten H5
 (blz. 150/151).
Lees de opdrachten goed!!!

Slide 13 - Slide