H5 - Lofrede les 1

Lofrede
Ik weet wat een lofrede is
Ik weet wat retorica is
Ik weet wat stijlfiguren zijn
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lofrede
Ik weet wat een lofrede is
Ik weet wat retorica is
Ik weet wat stijlfiguren zijn

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lofrede
Ik weet wat een lofrede is
Ik weet wat retorica is
Ik weet wat stijlfiguren zijn

Slide 3 - Slide

Lofrede
Individueel
Eigen onderwerp
Lovend (positief) bespreken
Taalverfraaiing

Slide 4 - Slide

Lofrede
Lees theorie hoofdstuk 2

Slide 5 - Slide

Lofrede
Opdracht ethos, pathos & logos (blz. 11)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Typ hier je omschrijving bij pathos

Slide 8 - Open question

Antwoorden
1 Ethos is de geloofwaardigheid van de spreker of schrijver. Om een publiek over een bepaald onderwerp te engageren, moet de persoon die de informatie presenteert eerst zichzelf vestigen als iemand die kan worden vertrouwd, of als iemand die veel ervaring heeft met het onderwerp. Dit staat ook bekend als ethiek .



2 Pathos benadert de emoties en diepgewortelde overtuigingen van het publiek om hen naar het onderwerp te trekken. Pathos geeft het publiek vaak het gevoel dat het een persoonlijk aandeel heeft in de informatie die wordt verstrekt en is vaak de motor  die hen in actie brengt.


3: Logos gebruikt logica, redenering, bewijs en feiten om een argument te ondersteunen. Logos spreekt de rationele kant van het publiek aan en bieden ondersteuning voor het onderwerp. Logos-strategieën kunnen vaak worden gebruikt om de impact van pathos op het publiek te versterken.


Slide 9 - Slide

Lofrede
Opdracht storyboards (blz. 11)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Lofrede
Wat zijn stijlfiguren? 
En hoe ze niet te gebruiken?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Lofrede
Lees theorie Stijlfiguren (blz. 4 t/m 7)

Slide 14 - Slide

Lofrede
Maak opdracht 3 (blz. 12)

Slide 15 - Slide

Opdracht 3
1. Mediamarkt: ik ben toch niet gek? (retorische vraag)
2. Vertrouw Vanish, vergeet vlekken (alliteratie)
3. Heerlijk, Helder, Heineken! (alliteratie)
4. Scapino. Je loopt gewoon binnen! (woordspeling)
5. SNS bank: groot geworden door klein te blijven (paradox)
6. Witte reus - wast een berg, kost een beetje.(antithese)
7. Calvé, wie is er niet groot mee geworden? (retorische vraag)
8. Dat zit wel Knorr (woordspeling)
9. Wast witter dan wit (hyperbool)
10. O.B., een veilig idee (rijm)
11. Verrassend volledig, verbazend voordelig (alliteratie)
12. Klaverblad: Als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder (paradox)
13. Retteketet naar Beter Bed. (alliteratie en rijm)

Slide 16 - Slide

Lofrede
Brainstormen over onderwerpen

Tip: persoonlijk betrokken

Slide 17 - Slide

Voor de volgende keer

Volgende week heb je twee onderwerpen verzonnen

Slide 18 - Slide