week 1 oncologie les 1

Oncologie

1 / 26
next
Slide 1: Slide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Oncologie

Slide 1 - Slide

Hoeveel mensen krijgen kanker?
A
1 op de 4 mensen
B
1 op de 3 mensen
C
1 op de 8 mensen
D
1 op de 6 mensen

Slide 2 - Quiz

Wat is een ander woord voor gezwel?
A
Tumor
B
Kanker
C
Maligne
D
Benigne

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Wat gebeurt er in je lichaam als je kanker hebt?
- Abnormale celdeling
Metastase > hematogeen (= via het bloed) 
Lymfogeen (= via lymfevaten)

Slide 5 - Slide

Een kwaadaardige tumor wordt ook wel maligne genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Benigne

- Ingekapseld 
- Geen metastase
- Langzaame groei

Adenoom = tumor in klierweefsel
Neurinoom = tumor in zenuwweefsel

Maligne

- groeien door weefsels heen 
- Metastase
- Moeilijk te verwijderen

Carcinoom = tumor in epitheel en dekweefsel
Sarcoom = tumor in steunweefsel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Mannen:
Prostaat
Darm
Huid
Long
Lymfeklieren en leukemie
Blaas en urinewegen
Slokdarm en cardio 
Hoofd en hals
Nier 
Alvleesklier

Vrouwen:
Borst
Darm
Huid
Long
Lymfeklieren en leukemie
Baarmoeder
Eierstok
Alvleesklier
Hoofd en hals
Nier

Slide 9 - Slide

Welke risicofactoren voor het ontstaan van kanker ken je?

Slide 10 - Mind map

Risicofactoren
Erfelijkheid
Chemische stoffen
Virussen (HPV)
Leefstijl: 
Zon, soa's, obesitas, roken, fijnstof, gif, chemicaliën

Slide 11 - Slide

symptomen van kanker

Slide 12 - Mind map

Symptomen van kanker
Knobbeltje of verharding
Nieuwe of veranderende moedervlek
Slecht genezende wond
Ongewoon vaginaal bloedverlies of afscheiding
Zaadbalklachten
Hoesten of schorheid
Spijsverterings- of slikproblemen
Darm- of blaasproblemen
Gewichtsverlies zonder aanleiding

Slide 13 - Slide

Wat is een ander woord voor uitzaaiingen?
A
Maligne tumor
B
Carcinoom
C
Metastasering
D
Mammografie

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Behandeltermen
Curatieve behandeling: Gericht op genezing

Adjuvante behandeling: Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling

Neo-adjuvante behandeling: Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd voor een curatieve behandeling

Palliatieve behandeling: Gericht op het afremmen van de tumor groei of het verminderen van de klachten




Slide 16 - Slide

Diagnose
Bloedonderzoek
Röntgenfoto's
Echografie
CT- of MRI-scan 
Biopten

Slide 17 - Slide

Behandeling
Chirurgie
Laser- of cryotherapie
Radiotherapie
Chemotherapie
Hormoontherapie
Immunotherapie

Slide 18 - Slide

Chirurgie
Bij vaste, stevige gezwellen
Meestal ook verwijdering lymfeklieren
Soms correctie door plastisch chirurg
Palliatieve chirurgie: symptomen verlichten
Vaak in combinatie met chemo-, radio-, immuno- en/of hormoontherapie

Slide 19 - Slide

Radiotherapie
Beschadigt de celkern, waardoor de cel sterft
Kan zowel uitwendig als inwendig
Dagelijkse therapie gedurende een aantal weken
Bijwerkingen:
  • Vermoeidheid
  • Rode huid
  • Klachten van slijmvliezen in mond, keel en darmen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Chemotherapie
Bijwerkingen:
  • Misselijkheid, braken en diarree of obstipatie
  • Bloedarmoede en bloedingen
  • Verminderde conditie en vermoeidheid
  • Haaruitval
  • Infecties en koorts
  • Mondproblemen
  • Reuk- en smaakveranderingen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Hormoontherapie
Alleen toepasbaar bij tumoren die gevoelig zijn of reageren op hormonen:
  • Borstkanker
  • Prostaatkanker
  • Baarmoeder- en eierstokkanker

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Vragen?

Slide 26 - Mind map