What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Na Klar Kap 3 les 4
Les 4
Lernziel
:
Je kan de voorzetsels en de persoonlijke voornaamwoorden met de vierde naamval gebruiken
Inhalt
:
herhaling
Grammatica uitleg 4de naamval
zelfstandig werken
evaluatie
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 4
Lernziel
:
Je kan de voorzetsels en de persoonlijke voornaamwoorden met de vierde naamval gebruiken
Inhalt
:
herhaling
Grammatica uitleg 4de naamval
zelfstandig werken
evaluatie
Slide 1 - Slide
Vertaal: einladen
Slide 2 - Open question
Vertaal: unbedingt
Slide 3 - Open question
Welke vorm is juist?
geschehen- es....
A
geschiehst
B
geschieht
C
geschehst
D
gescheht
Slide 4 - Quiz
Welke vorm is juist?
anfangen- ihr.....
A
anfangt
B
fangt an
C
fängt an
D
anfängt
Slide 5 - Quiz
Welke vorm is juist?
stehen- ihr...
A
stieht
B
stiehst
C
stehst
D
steht
Slide 6 - Quiz
Noem een voorzetsel
in het Nederlands.
Slide 7 - Mind map
Wanneer gebruik je de 4de naamval?
1. Als het zinsdeel het lijdend voorwerp is.
Hoe vind je het lijdend voorwerp in de zin?
2. Als er voorzetsels voor het zinsdeel staan, waardoor het woord erachter de 4de naamval krijgt. ('het voorzetsel regeert de vierde naamval')
Slide 8 - Slide
Voorzetsels 4de naamval
door
voor
tegen
zonder
om
durch
für
gegen
ohne
um
Dit rijtje leer je uit je hoofd! Je kan de woorden van Nederland naar het Duits vertalen.
Slide 9 - Slide
Persoonlijke vnw 4de nv
ik
jij
hij
zij
het
1ste
ich
du
er
sie
es
4de
mich
dich
ihn
sie
es
mij
jou
hem
haar
het
Slide 10 - Slide
Persoonlijke vnw 4de nv
wij
jullie
zij
u
1ste
wir
ihr
sie
Sie
4de
uns
euch
sie
Sie
ons
jullie
hen
u
Slide 11 - Slide
Voorbeelden
Ich kann
ohne sie
nicht leben.
Gegen euch
spielen wir gern.
Vul in:
(zonder mij) gehen sie nicht.
(voor jou) mache ich alles!
Er kann (jullie) vertrauen.
Slide 12 - Slide
Vertaal het deel tussen haakjes:
(Door ons) hat sie schlechte Noten
Slide 13 - Open question
Vertaal het deel tussen haakjes:
Wir spielen (tegen hen).
Slide 14 - Open question
Vertaal het deel tussen haakjes:
Ich kaufe ein Buch (voor hem).
Slide 15 - Open question
Zelfstandig werken
Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met de online opdrachten 20 + 21
Opdr 20 herhaling van de stof
Opdr 21 de juiste vertaling van voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord invullen
klaar? 23
Slide 16 - Slide
https:
Slide 17 - Link
Duitse naamvallen zijn...
A
simpel
B
lastig
C
redelijk makkelijk
D
eenvoudig
Slide 18 - Quiz
Vul in:
Du kannst (hem) wirklich glauben.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
es
Slide 19 - Quiz
Welk voorzetsel hoort niet in het rijtje thuis van voorzetsels met de vierde naamval?
A
durch
B
um
C
für
D
mit
Slide 20 - Quiz
Hausaufgaben
Leren TB S66+67 TB S 140 geven -treffen/ontmoeten
Maken (indien niet af tijdens les) 20+21
Slide 21 - Slide
More lessons like this
herhaling grammatica naamvallen
December 2021
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Persoonlijke vnw 1e en 4e nv
October 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K7 oefenen persoonlijk voornaamwoord
January 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Na Klar Kap 3 sterke ww + 4de naamval
December 2021
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Na Klar Kap 3 les 10+11
February 2021
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
Voorzetsels in de vierde naamval / persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
February 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Na Klar Kap 3 les 10
February 2021
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3