This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Persoonsvorm in de verleden tijd (vt)
Wat is het verschil tussen STERKE en ZWAKKE werkwoorden?
ZWAKKE
werkwoorden
de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde
STERKE
heeft de KRACHT om in de verleden tijd te veranderen
VOORBEELD
STERKE WERKWOORDEN
kopen - ik koop - ik kocht
lopen - ik loop - ik liep
geven - ik geef - ik gaf
kruipen - ik kruip - ik kroop