- Kun je uitleggen waar een goede stelling voor een betoog aan moet voldoen.
- Kun je stellingen beoordelen en verbeteren aan de hand van vastgestelde criteria
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Schrijfvaardigheid (7)
5 havo
Aan het einde van de les:
- Kun je uitleggen waar een goede stelling voor een betoog aan moet voldoen.
- Kun je stellingen beoordelen en verbeteren aan de hand van vastgestelde criteria
Slide 1 - Slide
Planning deze les
Theorie stelling
Oefenen
Nakijken oriëntatietoets examenbundel
Slide 2 - Slide
Wat zijn, volgens jullie, de onderdelen van een goede stelling?
Slide 3 - Mind map
Eisen voor een goede stelling:
Duidelijk en eenduidig: Niet dubbelzinnig.
Stelling nemen: Het standpunt moet helder zijn.
Discussieerbaar: Er moet ruimte zijn voor tegenargumenten.
Specifiek: Niet vaag of algemeen.
Onderbouwbaar: Je moet het met argumenten en feiten kunnen onderbouwen
Slide 4 - Slide
Voorbeelden
Voorbeeld van een goede stelling: "Sociale media hebben een negatief effect op de geestelijke gezondheid van jongeren en moeten beter gereguleerd worden."
Voorbeeld van een slechte stelling: "Technologie is goed." (te vaag en algemeen)
Slide 5 - Slide
To do...
Noteer per stelling of deze voldoet aan de eisen van een goede stelling. Zo niet, verbeter de stelling dan.
Slide 6 - Slide
To do...
"Iedereen zou meer moeten sporten."
"Het rookverbod in restaurants is een goede zaak."
"Moeten scholen meer technologie gebruiken?"
"Het klimaat verandert."
"Er moeten strengere regels komen voor verkeersveiligheid."
Slide 7 - Slide
"Iedereen zou meer moeten sporten."
Slide 8 - Open question
"Het rookverbod in restaurants is een goede zaak."
Slide 9 - Open question
"Moeten scholen meer technologie gebruiken?"
Slide 10 - Open question
"Het klimaat verandert."
Slide 11 - Open question
"Er moeten strengere regels komen voor verkeersveiligheid."
Slide 12 - Open question
To do...
Kies één verbeterde stelling uit de vorige opdracht.
Maak een argumentatieschema waarin je: Minimaal 3 hoofdargumenten opschrijft om je stelling te onderbouwen. Minimaal 1 tegenargument bedenkt en weerlegt. Bewijs of voorbeelden bij je hoofdargumenten zetten.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Argumentatieschema
Slide 15 - Open question
To do...
Vul je antwoorden van de oriëntatietoets online in (SOM>Leermiddelen>Examenbundel Nederlands)