H1 - Thema: Op School / In de klas

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. L'école (f)
  2. Le collège
  3. Le prof (m) / La prof (f)
  4. L'élève (m/f)
  5. en cinquième
  6. Regarder
  7. Lire
  8. Écouter
  9. Écrire
  10. Parler
  11. Fermer
  12. Ouvrir
timer
6:00
Plenda | Maandag 16 september
  • FA - Mk. ex. 3 + 4 (p.15)
  • FA - Lr. 12x voca

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • Voca = vocabulaire (woorden)
  • P. = page (pagina)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. L'école (f)
  2. Le collège
  3. Le prof (m) / La prof (f)
  4. L'élève (m/f)
  5. en cinquième
  6. Regarder
  7. Lire
  8. Écouter
  9. Écrire
  10. Parler
  11. Fermer
  12. Ouvrir
timer
6:00
Plenda | Maandag 16 september
  • FA - Mk. ex. 3 + 4 (p.15)
  • FA - Lr. 12x voca

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • Voca = vocabulaire (woorden)
  • P. = page (pagina)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • Le vocabulaire | 15'
  • Les articles: corrigez | 10'
  • Regarder: Le vlog de David et Bram | 15'
  • Quizlet ? | 5'

Lesdoelen
  • Ik heb 12 nieuwe Franse woorden in mijn schrift geschreven.
  • Ik ken 12 Franse woorden én weet hoe ik ze moet schrijven & uitspreken.
  • Ik snap hoe ik de Franse lidwoorden moet toepassen.
  • Ik kan de vlog begrijpen over David die zichzelf en zijn vriend Bram voorstelt.

Mevrouw Geluk (Bonheur)
r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

Mevrouw de With (Docent in opleiding)
Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag
l
Vocabulaire 3
Vocabulaire Thema: School
  1. la trousse
  2. l'ordinateur (m)
  3. Le sac à dos
  4. La poubelle
  5. Le cours
  6. l'Unité (f)
  7. L'exercice (m)
  8. La phrase
  9. Le mot
  10. Le verbe
  11. La question
  12. Les devoirs
Vocabulaire Thema: School
1. Il y a une trousse sur la table.
> Er is  .......................op de tafel.

2. La fille a une question.
> Het meisje  heeft ..................

3. Faites les exercices.
> Maak ...............

4. Les élèves ont des sac à dos.
> De leerlingen hebben ..........


timer
5:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Corrigez
Corrigez (verbeter):
  • Met een andere kleur pen / potlood

Ex. 16B (p.26)
Ex. 16C (p.27)
Ex. 16D (p.27)

Snap je je fout niet ? Vraag het de docent!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

On se présente en classe

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Regarder: Le vlog de Bram
Vooraf:
>  Waar ga je op letten ?
> Wat denk je dat je gaat horen / zien ?


Regarder le vlog de Bram
  • Schrijf in je schrift welke woorden je herkende.
  • Wat begreep je van het filmpje ?



timer
2:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Les objectifs
Lesdoelen 
  • Ik heb 12 nieuwe Franse woorden in mijn schrift geschreven.
  • Ik ken 12 Franse woorden én weet hoe ik ze moet schrijven & uitspreken.
  • Ik snap hoe ik de Franse lidwoorden moet toepassen.
  • Ik kan de vlog begrijpen over David die zichzelf en zijn vriend Bram voorstelt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. L'école (f)
  2. Le collège
  3. Le prof (m) / La prof (f)
  4. L'élève (m/f)
  5. en cinquième
  6. Regarder
  7. Lire
  8. Écouter
  9. Écrire
  10. Parler
  11. Fermer
  12. Ouvrir
timer
6:00
Plenda | Maandag 16 september
  • FA - Mk. ex. 3 + 4 (p.15)
  • FA - Lr. 12x voca

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • Voca = vocabulaire (woorden)
  • P. = page (pagina)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. Faire
  2. Apprendre
  3. Prendre
  4. Completer
  5. Répondre
  6. Travailler
  7. J'ai une question (ik heb een vraag)
  8. Je ne sais pas (ik weet het niet)
  9. Je ne comprends pas (ik begrijp het niet)
  10. D'accord (oké)
  11. Excusez-moi (sorry)
  12. Je n'ai pas fait mes devoirs
    (ik heb mijn hw niet gemaakt)
timer
6:00
1.Plenda | Woensdag 18 september
  • FA - Mk. ex. 5 + 6 (p.16+17)
  • FA - Lr. 12x voca

2.Plenda | Maandag  23 september
  • FA - Lr. alle voca

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • Voca = vocabulaire (woorden)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • À l'école en France | 15'
  • Corrigez: ex. 3 + 4 | 10'
  • Le vocabulaire | 10'
  • (Quizlet!)

Lesdoelen
  • Ik heb 12 nieuwe Franse woorden in mijn schrift geschreven.
  • Ik ken 12 Franse woorden én weet hoe ik ze moet schrijven & uitspreken.
  • Ik kan minimaal 5 verschillen noemen tussen school in Frankrijk en in Nederland.
  • Ik kan in een filmpje minimaal 5 dingen in het Frans benoemen.

Mevrouw Geluk (Bonheur)
r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

Mevrouw de With (Docent in opleiding)
Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag
Les objectifs

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

École en France
Lire: Introduction Unité 3 'Après les cours' (p.78-79)
  • Noteer beknopt de verschillen tussen school in Frankrijk en in Nederland

Regarder: Le vlog de Bram
Écris dans ton cahier (schrijf in je schrift)
  • Minimaal 5 Franse woorden van dingen die je hebt gezien/gehoord, (let op lidwoord)
  • Minimaal 2 verschillen (in het NL's) tussen school in Frankrijk en in Nederland.
timer
4:00
Une école française
Welke woorden heb je nodig
om iemand te beschrijven?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Corrigez: ex. 3 + 4
timer
2:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. L'école (f)
  2. Le collège
  3. Le prof (m) / La prof (f)
  4. L'élève (m/f)
  5. en cinquième
  6. Regarder
  7. Lire
  8. Écouter
  9. Écrire
  10. Parler
  11. Fermer
  12. Ouvrir
timer
2:00
  1. De school
  2. De middelbare school (klas 1,2,3)
  3. De leraar / De lerares
  4. De leerling
  5. In de brugklas
  6. Kijken (naar)
  7. Lezen
  8. Luisteren (naar)
  9. Schrijven
  10. Praten, spreken
  11. Sluiten
  12. Openen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Les objectifs
Lesdoelen 
  • Ik heb 12 nieuwe Franse woorden in mijn schrift geschreven.
  • Ik ken 12 Franse woorden én weet hoe ik ze moet schrijven & uitspreken.
  • Ik kan minimaal 5 verschillen noemen tussen school in Frankrijk en in Nederland.
  • Ik kan in een filmpje minimaal 5 dingen in het Frans benoemen.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
Geen nieuwe vocabulaire.
Schrijf - uit je hoofd - de vertaling op in je schrift van deze woorden/zinnen:

  1. écouter
  2. le livre
  3. un cahier

  4. Sorry
  5. Ik begrijp het niet
timer
4:00
1.Plenda | Maandag  23 september
  • FA - Lr. alle voca
  • Oefen SO
2.Plenda | Woensdag 25 september
  • SO (5%) alle woordjes + lidwoorden

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • Voca = vocabulaire (woorden)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • Révision: école en France | 5'
  • Lire: Bonjour! + corrigez ex. 5+6 | 15'
  • Vocabulaire + comment apprendre | 20'
  • Quizlet | 10'

Lesdoelen
  • Ik kan minimaal 5 verschillen noemen tussen school in Frankrijk en in Nederland.
  • Ik kan vertellen wat een -e & -s muet is.
  • Ik snap wat accenten zijn en hoe ik deze uitspreek.
  • Ik begrijp een korte tekst waarin jongeren zichzelf voorstellen.

Mevrouw Geluk (Bonheur)
r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

Mevrouw de With (Docent in opleiding)
Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag
Les objectifs
timer
3:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lire: Bonjour
Lire: ensemble (p.16)
  • Ieder een stukje voorlezen, Let op accenten:

  • oi = wa (voilà, voici)
  • est = è
  • au = oo (au collège, aussi)
  • ou = oe (bonjour)
  • ui = wie (suis)
  • qu = k (quartier)
  • ai = è (Romain, faire)
Corriger: exercices 5 + 6 (p.17-18)
timer
2:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

l
Vocabulaire "Op school / In de klas"
  1. Faire
  2. Apprendre
  3. Prendre
  4. Completer
  5. Répondre
  6. Travailler
  7. J'ai une question (ik heb een vraag)
  8. Je ne sais pas (ik weet het niet)
  9. Je ne comprends pas (ik begrijp het niet)
  10. D'accord (oké)
  11. Excusez-moi (sorry)
  12. Je n'ai pas fait mes devoirs
    (ik heb mijn hw niet gemaakt)
timer
7:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

1. Controleer of je alle woorden hebt..

2. Bespreek met je klasgenoot
hoe jij je op de (oefen) SO gaat
voorbereiden.

3. Bekijk waar je de woordjes in 
SOM kunt vinden.

Comment apprendre ?
  1. Lezen
    (hand op een woord en betekenis raden)
  2. Op-/overschrijven
  3. Hardop uitspreken
  4. Laten overhoren (persoon)
  5. Overhoren (programma)
  6. Zinnen maken
  7. Woorden in categorieën plaatsen
  8. Ezelsbruggetjes verzinnen
  9. Een tekening maken
  • Niet te veel in 1 keer (max. 10-15 woordjes)
  • Begin op tijd (niet pas vlak voor een toets)
  • Minimaal 7 keer herhalen (niet achter elkaar).
Vocabulaire

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Au revoir!
Lesdoelen
  • Ik kan minimaal 5 verschillen noemen tussen school in Frankrijk en in Nederland.
  • Ik kan vertellen wat een -e & -s muet is.
  • Ik snap wat accenten zijn en hoe ik deze uitspreek.
  • Ik begrijp een korte tekst waarin jongeren zichzelf voorstellen.

0

Slide 29 - Video

This item has no instructions

La prononciation
Exercice 11, p. 22
  • accenten
  • -s / -h muet
timer
2:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

H1 - Thema: Op School / In de klas

Slide 31 - Slide

This item has no instructions