H2 - Thema: Jezelf voorstellen (a1)

Bonjour! 


Comment ça va? 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour! 


Comment ça va? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les devoirs 


Plenda | Maandag 30 september 
  • FA - Lr. 15x voca 


Uitleg 
  •  Lr. = leren 
  • Voca. = vocabulaire (woorden) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme

  • Vocabulaire | 15' 
  • Écouter : le dialogue 2 | 15'
  • Faire : exercice 15 | 10'
  • Écrire : je me présente | 5'
Lesdoelen : aan het einde van de les ...

- heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
- kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
- kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
- kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



    Mevrouw de With (Docent in opleiding)
    Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

    Mevrouw Geluk (Bonheur)
    r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
    Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

    Slide 3 - Slide

    door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

    herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


    voca = samenwerken ?
    Apprendre: le nouveau vocabulaire
    Lire et écouter :

    - Ouvre le livre 
    - Tu peux fermer la fenêtre?
    - Tu peux répéter la phrase? 
    - Silence, s'il vous plaît 
    - C'est à la page .... 
    - Encore une fois. 
    - Réponds aux questions.
    - Bonne chance! 
    - C'est l'heure. 


    timer
    5:00
    - Désolé 
    - Tout le monde 
    - aujourd'hui 

    Slide 4 - Slide

    Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
    Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

    Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

    Vertalen:
    Uitbeelden? 
    Vocabulaire 
    Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

    • Bonjour 
    • Bonsoir 
    • Salut 
    • Au revoir 
    • A bientôt 
    • A demain 
    • Comment tu t'appelles? 
    • (Comment) ça va?
    • Je m'appelle ...
    • Je suis ... 
    • Tu as quel âge?
    • J'ai douze ans 
    • Tu habites où?
    • J'habite (à) ...


    timer
    10:00
    Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.


    Ben je klaar? Pak je boek en maak exercice 10 van pagina 21. 


    Slide 5 - Slide

    This item has no instructions

    Écouter : le dialogue 
    timer
    15:00
    Écoute le dialogue 

    - luister een eerste keer en beantwoord de vragen 3 en 4 van ex. 12 p.22
    - luister nog een keer en beantwoord de vragen 2 t/m 5 van ex. 13 p.22
    - question bonus : 6 t/m 8 

    Slide 6 - Slide

    This item has no instructions

    Faire : exercice 15 p.24
    Werk in tweetallen. 

    Vul het gesprek in. 
    Speel daarna met je buurman/buurvrouw het gesprek. 
    Wissel van rol zodat iedereen beide kanten van het gesprek heeft gezegd. 
    timer
    10:00

    Slide 7 - Slide

    This item has no instructions

    Écrire 
    `Stel jezelf voor in het Frans:

    Met de nieuwe woorden van de vocabulaire van vandaag, probeer om jezelf kort voor te stellen. 

    - Bonjour ........
    timer
    5:00

    Slide 8 - Slide

    This item has no instructions

    Les devoirs et les objectifs
    Lesdoelen : aan het einde van de les ...

    - heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
    - kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
    - kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
    - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 


      Slide 9 - Slide

      This item has no instructions

      Bonjour! 


      Cours 2 

      Slide 10 - Slide

      This item has no instructions

      Bienvenue!
      Le programme

      • Vocabulaire | 10' 
      • Prononciation (uitspraak) | 5'
      • Parler | 15'
      • Grammaire : être | 10'
        Lesdoelen : aan het einde van de les ...

        - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
        - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
        - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek 
        - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 




          Mevrouw de With (Docent in opleiding)
          Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

          Mevrouw Geluk (Bonheur)
          r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
          Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

          Slide 11 - Slide

          door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

          herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 



          Vocabulaire 
          Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

          •  Ça va (bien)
          • Pas mal 
          • Je me présente 
          • Tu es dans quelle classe?
          • Je suis en cinquième 
          • Et toi? 
          • C'est 
          • Dans 
          • Le graçon 
          • La fille 
          • Monsieur
          • Madame 



            timer
            10:00
            Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.



            • Le prénom 
            • Le nom (de famille)
            • L'âge 
            • La ville 
            • Le village 
            Plenda | Woensdag 2 oktober 
            • FA - Lr. 17x voca 


            Slide 12 - Slide

            This item has no instructions

            Oefen SO, terugblik
            Lidwoorden 

            • Het land    =  ______ pays 
            • De boom  =  ______ arbre 
            • De inwoner = ______ habitant 
            • Een vriend = ______ ami

            timer
            10:00

            Slide 13 - Slide

            Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
            Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

            Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

            Vertalen:
            Uitbeelden? 
            La prononciation 
            - s/h muet = amis 
            - oi = wa (voisin) 
            - au = oo (au revoir) 
            - ou = oe ( écoute) 
            - ui = wie ( je suis)
            - q = k (quartier) 
            - ai = è ( j'ai )
            - ç = s ( garçon) 

            - page 16 

            • Je suis l'amie de mon voisin.
            • Tu es français ? 
            • Où est le restaurant?  
            • Le garçon est dans le quartier.
            timer
            5:00

            Slide 14 - Slide

            This item has no instructions

            Parler 
            Se présenter


            Faire : exercice 17 à la page 31
            Werk samen. Lopen jullie vast en komen jullie er zelf niet uit? Steek dan je vinger op dan komt de docent langs. 

            Aan het einde gaan er meerdere duo's het gesprekje klassikaal voordoen. 
            timer
            15:00

            Slide 15 - Slide

            This item has no instructions

            0

            Slide 16 - Video

            Dit is voor G1
            Grammaire : le verbe Être
            In het frans bestaan er regelmatige en onregelmatige werkwoorden. 
            Het werkwoord "être" = hebben, hoort hier bij. 

            Maak exercice 8A (2) à la page 19 en exercice 8B (A) à la page 20. 


            Ben je klaar? Maak dan exercice 8E en 8F van pagina 47. 


            Bonne chance!
            timer
            10:00

            Slide 17 - Slide

            Dit is voor G1
            Les devoirs et les objectifs
            Lesdoelen : aan het einde van de les ...

            - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
            - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
            - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek 
            - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



              Slide 18 - Slide

              This item has no instructions

              Bonjour! 


              Cours 3

              Slide 19 - Slide

              This item has no instructions

              Le nouveau vocabulaire
              Je te présente 
              Tu es français?
              Non, je suis néerlandais(e)
              C'est un village aux pays bas 
              Tu t'appelles 
              il s'appelle 
              tu habites 
              La France 
              les pays bas (m.pl)
              Le pays
              Voici 
              voilà
              et 
              timer
              10:00
              Néerlandais 
              Francais
              Bien 


              Plenda | Maandag 7 oktober 
              • FA - Lr. 16x voca 


              Uitleg 
              •  Lr. = leren 
              • Voca. = vocabulaire (woorden) 

              Slide 20 - Slide

              Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
              Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

              Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

              Vertalen:
              Uitbeelden? 
              Bienvenue!
              Le programme

              • Vocabulaire | 15' 
              • Être, ex 25 p. 34  | 15'
              • Parler,  exercice 24p. 34| 10'
                Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                - heb ik 16 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
                - ken ik het lijstje van 
                - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



                  Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                  Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                  Mevrouw Geluk (Bonheur)
                  r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                  Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                  Slide 21 - Slide

                  door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                  herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                  voca = samenwerken ?
                  0

                  Slide 22 - Video

                  Dit is voor G1