H3 onderzoek doen

Hoofdstuk 3
Wetenschappelijk onderzoek
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Wetenschappelijk onderzoek

Slide 1 - Slide

3.1 Voorkennisvragen
1. Wat zijn de stappen van wetenschappelijk onderzoek?
2. Wat is een hypothese?
3. Noem een eigenschap dat een onderzoek betrouwbaarder maakt.

timer
2:30

Slide 2 - Slide

3.1 Experimenteel onderzoek
1. Controle - experiment
2. Een factor varieert 
3. De afhankelijke en de onafhankelijke variabelen zijn bekend. 

Slide 3 - Slide

Experiment
Doel:
causaal verband vaststellen door te laten zien dat verandering in de onafhankelijke variabele direct verantwoordelijk is voor veranderingen in afhankelijke variabele
.
--> Groeien planten sneller met muziek? 




Slide 4 - Slide

Welke groep planten is het het controle experiment?
A
De planten met muziek
B
De planten zonder muziek

Slide 5 - Quiz

groeisnelheid

muziek

onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele

Slide 6 - Drag question

Bedenk een variabele die constant gehouden is in beide groepen planten.

Slide 7 - Open question

Wat zet je op de X-as als je de gegevens zou uitzetten in een grafiek?
A
De groeisnelheid
B
Wel/geen muziek
C
De tijd
D
Maakt niet uit

Slide 8 - Quiz

Onthoud:



Wat je weet: x-as
Wat je meet: y-as

Wat je weet = onafhankelijke variabele

Wat je meet = afhankelijke variabele

Slide 9 - Slide

Lezen paragraaf 3.1 
Tekstbegrip vragen:
1. Wat wordt bedoeld met valide onderzoek?
2. Welke variabele staat op de y-as en welke op de x-as?
3.  Wat is er mis met de volgende onderzoeksvraag: Wat is de invloed van temperatuur en pH op de werking van Amylase? 
timer
7:00

Slide 10 - Slide

Verwerken 3.1
Zie Itslearning 
Bekijken Rubric VWO/Havo verslagen
Mitose nog lastig of nog graag oefenen? Mitose oefentoets!


Slide 11 - Slide

3.2 Voorkennisvragen
In een onderzoek keken onderzoekers naar het verband tussen de hoeveelheid nitraat in de grond en de gewasopbrengst van tarwe. Ze hebben hun resultaten uitgezet in een diagram. 
1. Wat is de onafhankelijke en de afhankelijke variabele?
2. Welke variabele staat op de x-as in het diagram?
3. Welke variabelen moeten de onderzoekers nog meer naar kijken om hun onderzoek valide te maken? 
timer
2:30

Slide 12 - Slide

3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
  • Beschrijvend onderzoek <---> Experimenteel onderzoek
  • Kwantitatief onderzoek
  • Kwalitatief onderzoek
  • Vastleggen van gegevens

Slide 13 - Slide

Experimenteel onderzoek
  • Er wordt een hypothese getest door een experiment.
  • Één variabele wordt veranderd en het effect daarvan wordt gemeten.
  • Conclusie wordt getrokken uit waarnemingen (resultaten)
 Beschrijvend onderzoek
  • Registreren van waarnemingen, zonder te variëren met een onafhankelijke variabele.
  • Hieruit probeer je een algemene regel te vinden

Slide 14 - Slide

Kwalitatief onderzoek:

  • Het resultaat hiervan is alleen een uitspraak.
  • Bijv. vloeibaar water kan verdampen of bevriezen.
Kwantitatief onderzoek:

  • Resultaten worden in getallen uitgedrukt.
  • Bijv. Kokend water verdampt 108x zo snel als water van 20 graden.

Slide 15 - Slide

Verwerken 3.2
Zie Itslearning 
Klaar? 
Maak de toepassing blz. 99 opdracht 47, 51 en 52
Mitose nog lastig of nog graag oefenen? Mitose oefentoets!


timer
5:00

Slide 16 - Slide

Gemiddeld scoren leerlingen uit 2e klas tijdens een proefwerk 0,3 punten hoger dan 1e klas leerlingen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 17 - Quiz

Bevat een aardappel de voedingsstof zetmeel?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 18 - Quiz

Welke planten komen voor in het natuurgebied 'de Veldkamp' langs de Regge?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 19 - Quiz

Wat is het effect van temperatuur op het % ontkieming van tuinkerszaden?


A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 20 - Quiz

Verwerken 3.2
Maak 3.2: 
opgave 1-2 evt.
opgave 3-5 + 7 

Slide 21 - Slide

3.3 gegevens presenteren
Diagrammen

Slide 22 - Slide

Soorten grafieken
  • lijndiagram
  • staafdiagram
  • histogram
  • cirkeldiagram
  • strooidiagram 
  • stapeldiagram

Slide 23 - Slide

Wat hoort bij elkaar?
verband tussen een afhankelijke en onafhankelijke variabele als beide variabelen een coninue reeks getallen zijn.
Bij geen continue reeks van de onafhankelijke variabele gebruik je deze grafiek. 
Deze gebruik je om de aantallen of percentages van de onafhankelijke variabele per groep weer te geven.
Als je twee metingen aan 1 object doet, waarbij geen sprake is van een afhankelijke en onafhankelijke variabele.
Staafdiagram
histogram
Strooidiagram
Lijndiagram

Slide 24 - Drag question

Veel metingen zijn ongeveer gelijk aan het gemiddelde en steeds minder metingen zitten verder van het midden af.


Dit histogram heeft de normale verdeling en de "breedte" daarvan blijkt makkelijk te beschrijven met de standaarddeviatie.
De standaardafwijking wordt veel gebruikt bij normale verdelingen:

Slide 25 - Slide

Gemiddelde/ Mediaan /Modus
‘Een centrummaat zegt iets over het centrum/midden van een aantal gegevens’






Spreidingsbreedte / Standaarddeviatie / Variatiecoëfficiënt
‘Een spreidingsmaat zegt iets over de opbouw van gegevens rond het centrum’  




Slide 26 - Slide

Spreidingsstreepjes
Kunnen verschillende dinge aangeven:
- standaarddeviatie
- minimale en maximale waarde
- meetonnauwkeurigheid 

Slide 27 - Slide

Maken: 3.3, Lezen 3.4
  • opgave 1 optioneel
  • opgave 2-4 + 6
  • heb je het af, lees dan 3.4 door en noteer de begrippen die je wilt bespreken even onder elkaar in je schrift. 

Slide 28 - Slide

3.4 wetenschappelijk onderzoek
Betrouwbaar: 
- herhaalbaarheid (dus een goede methodebeschrijving)
- volgt de stappen van natuurwetenschappelijk onderzoek
- collegiale toetsing (controle door vakgenoten)

Slide 29 - Slide

Fraude

Slide 30 - Mind map

Wat is de juiste volgorde van wetenschappelijk onderzoek doen?
A
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
B
hypothese - onderzoeksvraag - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
C
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten discussie - conclusie

Slide 31 - Quiz

Wanneer is een onderzoek valide?
A
Als het onderzoek betrouwbaar is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 32 - Quiz

Verwerken 3.4
- Lees en maak 3.4
- Opgave 1-3 optioneel
- Opgave 4, 6, 7, 8, 
- Keuze uit 10, 11 of 12 (goede oefeningen als voorbereiding op de toets)

Slide 33 - Slide