CB1A meervoud -s en 's

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop en je boek.
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Je telefoon is in je zakkie en in je tas!
      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan wij vandaag doen?
Les 52 herhalen: 
Hoe schrijf je meervoudsvormen 
van zelfstandige naamwoorden?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Meervoud

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Enkelvoud en meervoud

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?
A
beker
B
meisjes
C
tafel
D
auto

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee zelfstandige naamwoorden staan in het meervoud?
A
vinger
B
jongens
C
oma's
D
sleutel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat leer je in deze les?
In deze les leer je:

  • hoe je woorden schrijft die in het meervoud eindigen op -s 
  • hoe je woorden schrijft die in het meervoud eindigen op 's.

Slide 8 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Meervouden op -s
De meeste zelfstandige naamwoorden 
die eindigen op en, el, em en er
krijgen in het meervoud meestal een -s erbij.
Bijvoorbeeld:
lepel - lepels
bezem - bezems

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Meervouden op 's
Zelfstndige naamwoorden die eindigen o:
a, i, o, u of y krijgen in het meervoud een 's.
Bijvoorbeeld:
oma - oma's  
baby - baby's
taxi -taxi's

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Les 28
 Maak nu opdracht 3 en 4 op bladzijde 114
timer
2:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Les 28
Klassikaal opdracht 3 en 4 op bladzijde 114 bespreken. 
De regels -s en 's weer bespreken.
timer
2:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
Les 28: verder maken thuis!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions