What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
Vandaag
Spelling/ grammatica: voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
Werken aan rapporteren
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag
Spelling/ grammatica: voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
Werken aan rapporteren
Slide 1 - Slide
Wie weet nog waarom je het voltooid deelwoord 'gewerkt' met een 't' schrijft?
Slide 2 - Open question
Ik heb de CP op de hoogte ............. (stellen)
A
gesteld
B
gestelt
C
gesteldt
Slide 3 - Quiz
Ik heb de politie .................. (informeren)
A
geinformeert
B
geïnformeert
C
ge-informeerd
D
geïnformeerd
Slide 4 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in het taxi kofschip?)
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven
Slide 5 - Quiz
Ik heb het rapport .............. en ................. (opmaken, ondertekenen)
A
opgemaakt, ondertekend
B
opgemaakt, ondertekent
C
opgemaakt, ondergetekent
D
opgemaakt, ondergetekend
Slide 6 - Quiz
Het voltooid deelwoord kan je
bijvoeglijk
gebruiken
voltooid deelwoord: bijvoeglijk:
bewaren bewaard
het
bewaarde
boek
besteden besteed
de
bestede
tijd
Slide 7 - Slide
Een voltooid deelwoord op
-en
blijft zo in het bijvoeglijk naamwoord staan
voltooid deelwoord: bijvoeglijk naamwoord:
verdwijnen verdwenen
het
verdwenen
meisje
Slide 8 - Slide
De .................. tijd
Het is dan
voltooid deelwoord + e
beteed+e
=besteede
=bestede
Slide 9 - Slide
De ........ bank ziet er mooi uit.
A
bekleedde
B
beklede
C
bekledde
D
bekleede
Slide 10 - Quiz
De ...............jongen heet Timo.
A
verdwene
B
verdwenen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
de
lopende
jongen - het
lopende
meisje
een
lopende
jongen - een
lopend
meisje
Slide 13 - Slide
Wat is goed?
A
een fluitende jongen, een fluitend meisje
B
een fluitend jongen, een fluitend meisje
C
een fluitend jongen, een fluitend meisje
D
een fluitende jonge, een fluitende meisje
Slide 14 - Quiz
Kies het tegenwoordig deelwoord van: dragen
A
draag
B
dragen
C
dragend
Slide 15 - Quiz
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt?
Fabian heeft vaak GEVOETBALD.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 16 - Quiz
Welke vorm van het werkwoord is in in onderstaande zin gebruikt?
VOETBALLEND zingt Fabian een liedje.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 17 - Quiz
De (mopperen) oude man sjokt verder.
A
gemopperd
B
mopperende
C
gemopperde
D
mopperend
Slide 18 - Quiz
Nu aan het werk
Rapporteren
Taalblokken spelling 3F
Werken aan opdrachten schrijven 3F (Blackboard)
Slide 19 - Slide
More lessons like this
voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
December 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
voltooid deelwoord
February 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord, eerstejaars
May 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
April 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?
July 2023
- Lesson with
11 slides
1 HV Spelling (werkwoorden)
February 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling les 2
January 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
M4 Werkwoordspelling taak 1 t/m 20
May 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4