voltooid deelwoord

1 / 22

Slide 1: Slide

NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Geef het voltooid deelwoord van dweilen

gedweild

gedweilt

Slide 13 - Quiz

De man is gisteren (trouwen)

getrouwdt

getrouwt

getrouwtd

getrouwd

Slide 14 - Quiz

We hebben feest (vieren)

gevierd

geviert

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in 'x kofschip?)

geproefd

geproeft

geproeven

Slide 16 - Quiz

Ik heb mijn huis (verven)

geverfd

ververvd

geverft

gevervdt

Slide 17 - Quiz

Het voltooid deelwoord kan je bijvoeglijk gebruiken

voltooid deelwoord: bijvoeglijk:
bewaren bewaard het bewaarde boek

besteden besteed de bestede tijd

Slide 18 - Slide

Het is dan voltooid deelwoord + e

beteed+e

=besteede

=bestede

Slide 19 - Slide

Een voltooid deelwoord op -en blijft zo in het bijvoeglijk naamwoord staan

voltooid deelwoord: bijvoeglijk naamwoord:

verdwijnen verdwenen het verdwenen meisje

Slide 20 - Slide

De ........ bank ziet er mooi uit.

bekleedde

beklede

bekledde

bekleede

Slide 21 - Quiz

De ...............jongen heet Timo.

verdwene

verdwenen

Slide 22 - Quiz