in :
In het weekend kijkt Yusuf veel televisie.
na: Na de les, om 12.00 uur, ga ik boodschappen doen.
om: De les begint om 9 uur.
over: Over 3 weken begint de lente.
rond:
Rond 18.00 uur gaan we eten.
sinds: Sinds 3 jaar woont Luis in Nederland.
tijdens: Tijdens de les mag je niet roken.