Les 7, grammaire D herhalen & F, Lire (26-02) 1hv

Bonjour les élèves!

Pak je werkboek, etui en aantekeningenschrift.



Aujourd'hui c'est lundi!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour les élèves!

Pak je werkboek, etui en aantekeningenschrift.



Aujourd'hui c'est lundi!

Slide 1 - Slide

Dagopening:
'Geduld'

'The weight doesn’t get lighter, you are getting stronger!’

Slide 2 - Slide

Vragen over de dagopening?
Wie beoefent er een sport?
Welke sport beoefen je?
Waarom beoefen je een sport?
Vind jij het belangrijk om fysiek sterk te zijn? Waarom wel of niet?

Slide 3 - Slide

Le programme:
- Herhalen grammaire D: werkwoord être
- F, Lire

Slide 4 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je het werkwoord être herhaald
- Aan het einde van de les snap je het Franse systeem over cijfers
- Aan het einde van de les ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken

Slide 5 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 6 - Slide

Grammaire D herhalen; het werkwoord être (zijn)

- Hoe zat het ook alweer?

Slide 7 - Slide

Het werkwoord être (zijn):






Être = onregelmatig: leren uit je hoofd. Vergeet niet de persoonlijk voornaamwoorden (je, tu, il ...) te herhalen als je dit bent vergeten.
Dit werkwoord leer je op dezelfde manier als 'avoir' (hoofdstuk 1)

Slide 8 - Slide

Il .......... un homme.
(hij is een jongen)
Welke vorm van être?

Slide 9 - Slide

Il est un homme.
(hij is een jongen)

Slide 10 - Slide

Zij (vr. mv) zijn Nederlands (hollandaises)
Vertaal en gebruik de juiste vorm van être)

Slide 11 - Slide

Elles sont hollandaises.
Vertaal en gebruik de juiste vorm van être

Slide 12 - Slide

Afwezig tijdens de uitlegles over être?

Bestudeer zelf de theorie van grammaire D en stel in deze les vragen. Na de les vragen? Mailen!

Slide 13 - Slide

B, Lire
Het Franse schoolsysteem en de cijfers die je kunt halen.

Slide 14 - Slide

Het Franse cijfersysteem: 0-20






Dus het Franse cijfer is een dubbel Nederlands cijfer (4,0 = 8/20 & 8,0 = 16/20)

Slide 15 - Slide

Nederlands cijfer
Frans cijfer
1,0
2/20
2
4/20
3
6/20
4
8/20
5
10/20
6
12/20
7
14/20..........

Slide 16 - Slide

Startopdracht:
Wat? Je hoort zo een Frans cijfer. Ga staan als het een voldoende is. Ga zitten als het een onvoldoende is.

Let dus op: een Nederlands cijfer wordt in het Frans verdubbeld (4,0 = un huit sur vingt)

Slide 17 - Slide

Un seize sur vingt
Voldoende? Staan
Onvoldoende? Zitten

Slide 18 - Slide

Un dix-huit sur vingt
Voldoende? Staan
Onvoldoende? Zitten

Slide 19 - Slide

Un six sur vingt
Voldoende? Staan
Onvoldoende? Zitten

Slide 20 - Slide

Bon fait!

Slide 21 - Slide

Ouvre le livre     à la page cent-vingt (120)
Wat? Klassikaal lezen we de tekst Mon premier bulletin op blz. 121. Hierna ga je bezig met de opdrachten.

Je markeert zinnen (markeerstift) in de tekst die belangrijk zijn (geeft veel informatie / belangrijk voorbeeld / hoofdzin / conclusie)

1) Waar gaat de tekst over?
2) Over welke personen lees je informatie?
3) Welke woorden staan er als hulpmiddel in het blauwe balkje onderaan?

Slide 22 - Slide

Au travail!
Wat? Fais exercice 24AD en 26AB. Tip 26AB: phrases-clés G soortgelijke zinnen.
Op welke manier? Faites les devoirs individuellement en silence. 
Klaar? Ga leren voor het SO
Hulp? Steek je vinger op als je vragen hebt.
Uitkomst? De opdrachten gaan we bespreken.
Tijd? Tot het einde van de les.

Slide 23 - Slide

Hoe gaat het met het leren voor het SO van volgende week?

Nog niet begonnen? Begin vandaag!! Alles van het SO is leerstof, dus je kunt hier een hoog cijfer voor halen.

Slide 24 - Slide

Huiswerk:
- Afmaken exercice 24AD + 26AB
- Leren voor het SO 

Slide 25 - Slide