Hst 14 Samenstellingen

Vandaag hst 13 en 14  Taalverzorging  
Nakijken bijvoeglijk naamwoord.
Korte oefening. 

Samenstellingen:
zelf maken/rondlopen/samen-stellingen maken
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag hst 13 en 14  Taalverzorging  
Nakijken bijvoeglijk naamwoord.
Korte oefening. 

Samenstellingen:
zelf maken/rondlopen/samen-stellingen maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  1. Nakijken huiswerk
  2. Aan de slag: korte oefening in de klas
  3. Heel korte instructie 
  4. Aan de slag met samenstellingen
  5. (Oefeningen maken
  6. De rest wordt huiswerk )

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Leg je huiswerk op tafel 
1, 2, 3, 4, 7, 8 van hst 13 
(blz. 54 t/m 57)
Ik check of gemaakt.

Zelf nakijken: zoiets komt op PTO. 




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1 hst 13 blz 54
1 a kartonnen  f bamboe
b krachtig         g dove
c ruimtelijke     h loden
d wollen              i laffe
e dansbare        j nylon

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2 hst 13 blz 55
a talloze            f continue
b gevonden    g verrotte
c emaillen        h bestede
d verwoeste    i canvas
e bevrijde         j bezet
Ken je alle woorden? Zo nee, vraag gerust..

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vraag 3/4 hst 13 blz 55
3. Zin a is de juist gespelde zin. Het bijvoeglijk naamwoord ‘vergulde’ is namelijk afkomstig van het werkwoord ‘vergullen’, het is dus geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
4. De bijvoeglijke naamwoorden moeten zonder -e erachter geschreven worden, want ze staan bij een het-woord met onbepaald lidwoord.
Dus: een relaxt feest maar het relaxte feest. 
Een handig meisje, maar het handige meisje. 
Een dynamisch, enthousiast, energiek bedrijf maar het dynamische, enthousiaste energieke bedrijf. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vraag 7 hst 13 blz 57
a. verliefd – verliefder – verliefdst 
b nerveus – nerveuzer – nerveust 
c weinig – minder – minst 
d paars – paarser – paarst
e grof – grover – grofst
f dromerig – dromeriger – dromerigst
g schor – schorder – schorst
h dramatisch – dramatischer – meest dramatisch
 i gerespecteerd – gerespecteerder – meest gerespecteerd
 j creatief – creatiever – creatiefst

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vraag 8 hst 13 blz 57
a liever
b heerlijkste, verste
c ouder, meest verroest
d vaker, raarder
e avontuurlijkste, gedurfdste

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Pak een papier
5(-10)  minuten in stilte werken:
Schrijf kort op wat je verwacht van het komende WK voetballen in Qatar? Wat ga jij doen tijdens de wedstrijden van jouw team?
Gebruik minimaal 10 bijvoeglijke naamwoorden, waarvan de helft in vergrotende of overtreffende trap. Als je klaar bent, lever je deze in. 

timer
3:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Nederlanders zijn gierig, dus met zo min mogelijk letters...

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen Hst 14 
Die vind ik zelfs moeilijk want...

Je kunt er zoveel maken dat ze niet allemaal in het woordenboek staan

Word of andere spellingcheckers herkennen ze niet als ze nieuw zijn

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is ook alweer een samenstelling?
Je herkent twee of meer woorden in een samenstelling.

Je schrijft de woorden aan elkaar.

Slide 16 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stap 1
Pak papier
Verzin voor jezelf:
- 5 zelfstandig naamwoorden
- 2 voorzetsels
- 2 werkwoorden
Schrijf deze op

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorzetsel?
- een voorzetsel is een kort woord
- Een voorzetsel geeft vaak een plaats, richting of tijd aan
- Voorbeelden van voorzetsels zijn op, in, tussen, boven, langs, naar, tijdens etc.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Stap 2
  1. We gaan door de klaslopen met het papier dat je net hebt beschreven
  2. Je loopt tot ik stop zeg (en mijn handen omhoog doe)
  3. Dan vorm je met 2 andere mensen die het dichtst bij je in de buurt staan een drietal (jongens en meisjes door elkaar!) 
  4. Je gaat met zijn drieën bij elkaar aan tafel zitten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stap 3
Leg je bladen bij elkaar 
Vorm minimaal 7 samenstellingen met de woorden die op de bladen staan
waarvan in ieder geval 2 met een voorzetsel erin 
en 2 met een werkwoord erin
schrijf de correcte spelling
(zie blz. 58 en 60 voor spellingregels) 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stap 4
Je groep leest op welke samenstellingen jullie gemaakt hebben


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vul als groep je samenstellingen hier in

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk 
Lees de theorie van hoofdstuk 14 en maak vraag 1, 2, 7 en 8 van hst 14 uit je Kern-boek 


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vandaag  gedaan en geleerd
Hoe je bijvoeglijk naamwoorden spelt

Hoe je samenstellingen zelf kunt maken 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Numo 
Woensdag 45 minuten gewerkt aan woorden 

Check nu even of je in die tegel kunt ajb. 


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vandaag  14  Samenstellingen  
Samenstellingen:
Huiswerk nakijken

Om 10.59 kijken 





Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Lees de spellingregels van samenstellingen goed door (hst 14, blz. 58 en 60)

Maak vraag 1, 2, 5, 7, 8 en 9





Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Kijk even naar je opdracht 
Als je een vraag hebt steek je je hand op 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1 blz. 58 
a erbovenop                                 h roestvrijstalen pannen
b terechtkomen                          i lastminuteaanbieding    
c songtekst                                   j automerkreclame
d geheim agent
e ventieldopje
f sciencefiction
g veelgestelde vragen


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2 blz. 59 
a lievelingsschrijver                            h angstaanjagend
b eengezinswoning                             i achtervolgingsscène
c bewonderenswaardig                     j aanpassingsproblematiek
d vooruitspringen
e driekwartsmaat
f scheepsbeschuit
g fitnessstudio



Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5 welke vijf samenstellingen heb jij gekozen/bedacht?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Vraag 7 blz. 61
a Zowel ‘groene kool’ als ‘groenekool’ moet goed gerekend worden, volgens de Taalunie.
b zonnebrandcrème
c beresterk
d chocoladereceptenboek
e krokodillentranen
f verzetsstrijder
g gewoontegetrouw
h bladerdeeghapjes
i vliegendtapijtverkoper
j benzinepomp

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Vraag 8 
 a rodebessenjam
b adembenemend
c langeafstandsloper
d badhairday
e binnenhuisarchitect
f kortetermijnoplossing

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Vraag 8 
g stresssymptomenbestrijding
h vriendschapsverzoekbevestiging
i rijstepap
j tevredenheidsonderzoek

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Verzin een nieuwe, lange samenstelling. Wie verzint de langste, correcte samenstelling?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions