Demografisch transitiemodel vervolg 1.3 mh2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Als het geboortecijfer (GB) hoger is dan het sterftecijfer (ST) is er een …?
A
sterfteoverschot
B
blijft gelijk
C
kleinere hoeveelheid aan mensen
D
geboorteoverschot

Slide 5 - Quiz

Uit hoeveel fases bestaat het demografisch transitiemodel?

Slide 6 - Mind map

Als het sterftecijfer (ST) hoger is dan geboortecijfer (ST) is er een …?
Geboorte-overschot
Sterfte-overschot

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Plaats de onderstaande uitspraken op de meest geschikte plaats in het demografisch transitiemodel.

Slide 14 - Slide

1. Mevrouw Jansen bevalt van haar tiende kind. Het kind sterft een jaar later aan een kinderziekte.
A
Fase 2
B
Fase 1
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 15 - Quiz

2. Mensen moeten langer doorwerken om te voorkomen dat er een gat in de arbeidsmarkt ontstaat.
A
fase 1
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5

Slide 16 - Quiz

3. De bevolking van een stad is binnen 50 jaar tot maar liefst viermaal verdubbelt
fase 1
fase 2
fase 3
fase 4

Slide 17 - Poll

4. Medische doorbraken zorgen ervoor dat kinderen minder snel overlijden in hun eerste levensjaren.
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 18 - Quiz

1. Wat is vergrijzing?
2. Noem twee gevolgen van vergrijzing volgens de video.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide