IB_FR_Unit 1_INTRO + Jezelf voorstellen

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd-hui?

- Unité 1 - Présentation générale

- La Francophonie - Qui parle français dans le monde? 

- Parle de toi! 

Quels sont les objectifs d'aujourd'hui?

- Découvrir la Francophonie

- Apprendre à se présenter. 

L'unité 1 - Statement of Inquiry

Communication, adapted to audience and context, can build open-minded and caring relationships, based on one’s identity.

Communicatie, aangepast aan publiek en context, kan ruimdenkende en zorgzame relaties opbouwen, gebaseerd op iemands identiteit.

L'unité 1 - Key Concepts & Context

Key concepts: Communication (+Audience & Context)

Global context: Identities & Relationships

Kernbegrippen: Communicatie (+Publiek & Context)

Globale context: identiteiten en Relaties

L'unité 1 - Learner Profile attribute

Communicator

We express ourselves confidently and creatively in more than one language and in many ways. We collaborate effectively, listening carefully to the perspectives of other individuals and groups.

L'unité 1 - Contenu & évaluation

- Se présenter (âge, nationalité, nom, famille, amis)

- Parler de tes hobbies et ce que tu aimes faire

- Verbes: être (zijn/to be) + avoir (hebben/to have)

- Les adjectifs possessifs

Évaluation:

- Écrire un article de blog

- Présenter l'article

- Faire des commentaires chez les autres

Temps de recherche!

Zoek in Google:

- Hoeveel mensen spreken Frans in het wereld?

- Is Frans binnen de 10e meeste gesproken talen ter wereld?

- In welke landen is Frans gesproken? 

                                Noteer je antwoorden op in je schrift!

Je me présente...

Je suis... Mme. Mozdzer (Ik ben... je naam)

J'ai...51 ans (Ik ben... je leeftijd)

Je suis... argentine (Ik ben...je nationaliteit)

J'habite à... La Haye (Ik woon in... je stad, buurt)

Schrijf het op in je schrift!

Les pronoms personels

Je	ik	I
Tu	jij	you
Il/elle	hij/zij	he/she
Nous	wij	we
Vous	jullie	you
Ils/elles	ze	they

Comment tu t'appelles?
[Wat is je naam?]

Quelle est ta nationalité?
[Wat is je nationaliteit?]

D'où viens tu?
[Waar kom jij vandaan?]

Quelle est ton áge?
[Wat is je leeftijd?]

Welke vraagwoorden heb je geleerd?

Les questions/Vragen

Que

=

Wat

Comment

=

Hoe

Où

=

Waar

Quelle

=

Wat/Welke

Qui

=

Wie

C'est à toi!

- Beantwoord de vragen van blz. 9 in je schrift voor Léana, Liam en Mariame.

                                

Merci!

Au revoir!