What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
G2 Unité 1 Passe compose etre, avoir, er + oef 16d
Passé Composé
regelmatige groep werkwoorden op uitgang -er
DUS: de normale situatie
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Passé Composé
regelmatige groep werkwoorden op uitgang -er
DUS: de normale situatie
Slide 1 - Slide
1) bepaal de stam door -er er af te halen
2) zet achter de stam een '
é
'
manger, parler, habiter, écouter, monter, arriver, chercher, travailler, demander, penser, marcher etc. etc. etc. etc.
mang
é
, parl
é
, habit
é
, écout
é
, mont
é
, arriv
é
, cherch
é
, travaill
é
, demand
é
, pens
é
, march
é
etc. etc. etc. etc.
ge
geten,
ge
sproken,
ge
woond,
ge
luisterd, omhoog
ge
gaan, aan
ge
komen,
ge
zocht,
ge
werkt,
ge
vraagd,
ge
dacht,
ge
lopen etc.
Slide 2 - Slide
Passé Composé (être en avoir)
Onregelmatige werkwoorden,
dus werkwoorden waar het anders gaat dan normaal
Slide 3 - Slide
Être (zijn)
De passé composé van être
in het Nederlands is....
in het Frans is het...
Hoe zeg je nu .....
j'ai
été
tu as
été
il, elle, on a
été
nous avons
été
vous avez
été
ils ont
été
elles ont
été
'geweest'
'été'
Wat valt je nu op?
Ik ben geweest is in het Frans 'ik
HEB
geweest'
Het hulpwerkwoord is
hebben/avoir
Slide 4 - Slide
Avoir (hebben)
De passé composé van 'avoir' is
'gehad'
is in het Frans:
Net als in het Nederlands:
ik HEB gehad
(het hulpwerkwoord = 'hebben')
eu
Hoe zeg je 'ik heb gehad, jij hebt gehad' etc.?
j'ai
eu
tu as
eu
il/elle/on a
eu
nous avons
eu
vous avez
eu
ils ont
eu
elles ont
eu
Slide 5 - Slide
Schema van werkwoorden in de Passé Composé
waarbij het hulpwerkwoord
'être'
is
Wat gebeurt er dan ook alweer bij elle/vous/nous, ils, elles?
Slide 6 - Slide
JE SUIS
TU ES
IL/ON EST
ELLE EST
NOUS SOMMES
VOUS ÊTES
ILS SONT
ELLES SONT
allé
arrivé
entré
monté
resté
rentré
retourné
tombé
allé
arrivé
entré
monté
resté
rentré
retourné
tombé
allé
arrivé
entré
monté
resté
rentré
retourné
tombé
allé
e
arrivé
e
entré
e
monté
e
resté
e
rentré
e
retourné
e
tombé
e
allé
s
arrivé
s
entré
s
monté
s
resté
s
rentré
s
retourné
s
tombé
s
allé(
s)
arrivé(
s)
entré(
s)
monté(
s)
resté(
s)
rentré(
s)
retourné(
s)
tombé(
s)
allé
s
arrivé
s
entré
s
monté
s
resté
s
rentré
s
retourné
s
tombé
s
allé
es
arrivé
es
entré
es
monté
es
resté
es
rentré
es
retourné
es
tombé
es
parti
sorti
parti
sorti
parti
sorti
parti
e
sorti
e
parti
s
sorti
s
parti(
s)
sorti(
s)
parti
s
sorti
s
parti
es
sorti
es
venu
descendu
venu
descendu
venu
descendu
venu
e
descendu
e
venu
s
descendu
s
venu(
s)
descendu(
s)
venu
s
descendu
s
venu
es
descendu
es
-ER werkwoorden (maar let op: aller is géén regelmatig werkwoord. De rest in onderstaand rijtje wel)
partir, sortir (-ir onregelmatige werkwoorden)
venir, descendre
Slide 7 - Slide
Oef 16D - blz 26
aller, arriver, descendre, partir, retourner, sortir, tomber, venir
gaan, aankomen, uitstappen/afdalen, vertrekken, terugkeren, uitgaan, vallen, komen
1.
Mijn vrienden zijn
naar het Parc Astérix
gegaan
2.
We zijn teruggegaan
naar België
3. Anne Marie
is aangekomen
om vier uur
Anne Marie est arrivé
e
à 4 heures
3
Nous sommes retourné
s
en Belgique
2
Mes amis sont allé
s
au Parc Astérix
1
Slide 8 - Slide
Oef 16D - blz 26
aller, arriver, descendre, partir, retourner, sortir, tomber, venir
gaan, aankomen, uitstappen/afdalen, vertrekken, terugkeren, uitgaan, vallen, komen
4. Bent u gevallen mevrouw?
5. Mijn vriendinnen zijn
bij mij
thuisgekomen
6
. Hij is uitgestapt
uit de metro
Vous êtes tombé
e
, madame? |
Êtes-vous tombé
e
, madame?
4
Mes copines/amies sont rentré
es
chez moi
5
Il est descend
u
du métro
6
Slide 9 - Slide
Oef 16D - blz 26
aller, arriver, descendre, partir, retourner, sortir, tomber, venir
gaan, aankomen, uitstappen/afdalen, vertrekken, terugkeren, uitgaan, vallen, komen
7. Henri en Selma zijn
samen
uitgegaan
8.
Oscar is
aan het eind van het feest
vertrokken
Henri et Selma sont sorti
s
ensemble
7
Oscar est part
i
à la fin de la fête
OF
à la fin de la fête
Oscar est part
i
8
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
More lessons like this
G2 Unité 1 Passe compose etre, avoir, er + oef 16d
November 2023
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
G2 Unité 1 leerdoelen week 38
September 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Unité 1- voltooide tijd met être
October 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Passé composé
September 2023
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Introductie periode 2
November 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2V - Passé composé (met avoir & être)
September 2024
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2V - Passé composé (met avoir & être)
September 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
V2 Passé composé (être)
September 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2