Lichaamstaal havo 3

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Twee weken terug introductie van de opdracht
Van kennen naar kunnen

Slide 2 - Slide

Wat draagt bij aan de overtuigingskracht van een presentatie? Zet op volgorde van belangrijkheid:
De woorden (de inhoud)
Stemgebruik
Lichaamstaal
Beschrijf de ideale houding tijdens een presentatie 

(armen, handen, lichaamshouding, benen, uitdrukking etc.)
Wat straal jij uit?

Welke houding is typerend voor jou?
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat moet je met je ogen doen?
Wat doe je met je mimiek (= gezichtsuitdrukking)?
Wat doe je met je handen?
Hoe ga je staan?

Slide 5 - Slide

Met je ogen maak je contact met publiek
Je gezichtsuitdrukking is positief en enthousiast
Je gebruikt je handen om met gebaren je verhaal te versterken
Je maakt met beweging gebruik van de ruimte

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Maak:
1, 2,3, 6 en 7

Klaar? Start met je mindmap! Zie slide 11

Slide 8 - Slide

Klaar?
Ga verder met mindmap, zie slide hieronder!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Naam, symbool, plaats in het periodiek systeem der elementen

Oorsprong, geschiedenis, bron, toekomst, voorkomen op aarde (zuiver?) of synthetisch gemaakt, metalen, niet-metalen,
Fysische eigenschappen (kleur, dichtheid, smeltpunt, kookpunt, enz.) chemische eigenschappen
Chemische verbindingen
Toepassingen, belang voor mens/natuur enz.



Slide 11 - Slide

Waarheid of leugen?
Stap 1
Bedenk 2 gebeurtenissen: 1 is waarheid, het andere verhaal is een leugen.

Denk na hoe je lichaamstaal gaat inzetten: ogen;
mimiek (= gezichtsuitdrukking);
handgebaren;
beweging.

Spreektijd: minimaal 30 sec, maximaal 60 sec.


timer
4:00

Slide 12 - Slide

Waarheid of leugen?
Stap 2
Uitwisselen. Maak gebruik van lichaamstaal om je verhaal te versterken. Lukt het om de waarheid te achterhalen of juist te verhullen?

Slide 13 - Slide

Oefenen met lichaamstaal

Slide 14 - Slide