3.1 Lichaamstaal

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voorkennis aan de hand van je huiswerk
Van kennen naar kunnen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat moet je met je ogen doen?
Wat doe je met je mimiek (= gezichtsuitdrukking)?
Wat doe je met je handen?
Hoe ga je staan?

Slide 4 - Slide

Met je ogen maak je contact met publiek
Je gezichtsuitdrukking is positief en enthousiast
Je gebruikt je handen om met gebaren je verhaal te versterken
Je maakt met beweging gebruik van de ruimte

Slide 5 - Slide

Oefenen met lichaamstaal

Slide 6 - Slide

Waarheid of leugen?
Stap 1
Bedenk 2 korte verhalen over jezelf: 1 is waarheid, het andere verhaal is een leugen.

Denk na hoe je lichaamstaal gaat inzetten: ogen;
mimiek (= gezichtsuitdrukking);
handgebaren;
beweging.

Spreektijd: minimaal 1 min., maximaal 1,5 min.


timer
5:00

Slide 7 - Slide

Waarheid of leugen?
Stap 2
Uitwisselen. Maak gebruik van lichaamstaal om je verhaal te versterken. Lukt het om de waarheid te achterhalen of juist te verhullen?

Slide 8 - Slide


A
Waarheid
B
Leugen

Slide 9 - Quiz


A
Waarheid
B
Leugen

Slide 10 - Quiz


A
Waarheid
B
Leugen

Slide 11 - Quiz

Van kennen naar kunnen
Kern Nederlands, 6 (pagina 132)

Bestudeer de theorie.
Maak opdrachten 4, 5, 6 en 7

of

Schrijf je script uit

Slide 12 - Slide