What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalverzorging H1-3
De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
1 / 19
next
Slide 1:
Drag question
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Slide 1 - Drag question
Wat is geen lidwoord?
A
de
B
een
C
nu
D
het
Slide 2 - Quiz
Wat zijn de lidwoorden?
A
de/van/een
B
in/op/aan
C
het/hij/zij
D
de/het/een
Slide 3 - Quiz
Wat is een
zelfstandig naamwoord?
A
met
B
de
C
voorlichtingsavond
D
meedoen
Slide 4 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
Glas
Prachtig
Honden
Vriendschap
voor
Hengelo
die
alweer
Slide 5 - Drag question
Wat zijn GEEN zelfstandige naamwoorden?
A
Mensen
B
Namen
C
Dingen
D
Wat je kan doen
Slide 6 - Quiz
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 7 - Quiz
In de vakantie lees ik een dik boek.
boek =
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Quiz
Boek jij de vakantie dit jaar?
boek =
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
Slide 9 - Quiz
De
verkoper
glimlacht
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Drag question
Julia
wil
een broodje
eten
Sleep hier het overige WW naartoe.
Sleep hier de PV naartoe.
Slide 11 - Drag question
?
De persoonsvorm
Wie
gaat
er
vaak
naar
de bioscoop
Slide 12 - Drag question
De persoonsvorm
Onderwerp
Tijdens de pauze
hinkelt
het blije kind
op het schoolplein.
Slide 13 - Drag question
De persoonsvorm
Onderwerp
Hoe vaak
heb
jij
geleerd
voor het proefwerk?
Slide 14 - Drag question
Wat is de regel bij hij, zij of het in de tegenwoordige tijd?
Slide 15 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(smelten) De boter ... in de pan.
Slide 16 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(laden) Waarom ... jij die auto zo vol?
Slide 17 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd/verleden tijd
(braden) ... je moeder dat vlees zelf?
Slide 18 - Open question
Tegenwoordige tijd
betalen
Hij .............. te veel.
Slide 19 - Open question
More lessons like this
herhaling proefwerkweek - deel 1 (1 kader)
March 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
rekenles
May 2021
- Lesson with
43 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 7
Woordsoorten 1 mavo
January 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
rekenles
September 2023
- Lesson with
43 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 7
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
H4 Grammatica 1MK
February 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Taal/spelling week 2 les 1
February 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8