IDEWIS und (fe)esttenten- regel

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

(fe)esttenten

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- leer de pers. voornaamwoorden.
- leer de uitgangen van de zwakke (regelmatige) werkwoorden  in de tegenwoordige tijd.
- de 5 uitzonderingen bij de zwakke (regelmatige) werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik = ich
wij = wir
jij = du
jullie = ihr
hij, de jongen = er
zij = sie
zij, het meisje = sie
u = Sie
het, het kind = es 

Slide 4 - Slide

IDEWIS

Slide 5 - Slide

Stam
de stam van een werkwoord!
hele werkwoord - en (of soms alleen -n)


hele werkwoord
stam
wohnen
wohn
spielen
spiel

Slide 6 - Slide

uitgangen
ik
ich
- e
wij
wir
- en
jij
du
- st
jullie
ihr
- t
hij
er
- t
zij
sie
-en
zij
sie
- t
u
Sie
-en
het
es
- t
men
man
- t

Slide 7 - Slide

uitgangen
wohnen = wonen
spielen = spelen
ich
wohne
spiele
wir
wohnen
spielen
du
wohnst
spielst
ihr
wohnt
spielt
er
wohnt
spielt
sie
wohnen
spielen
sie
wohnt
spielt
Sie
wohnen
spielen
es
wohnt
spielt

Slide 8 - Slide

Wat te doen!
- het hele werkwoord staat voor de opgave
- daar streep je de -en (of alleen de -n) van weg
- daarna kijk je welk pers. vnw. in de zin staat, dit is het onderwerp.
- en dan plak je de uitgang achter de stam.

Slide 9 - Slide

LET OP! Uitzonderingen

- stam op S-klank ( s, ss, ß, z of x) (alleen de du vorm) 
hier valt de -   s   - van de -st weg.

- stam op -d, -t, (-m of -n) (alleen  de -st/-t uitgangen)
hier komt er een extra -   e  -

Slide 10 - Slide

LET OP! : Uitzonderingen
stam op S-klank
stam op -d, -t, -m en -n
du reis -  s  t = reist
du red-  e  -st  
er, sie es red -  e  -t
ihr red -  e  -t

Slide 11 - Slide

Stam
de stam van een werkwoord!
hele werkwoord - en (of soms alleen -n)


hele werkwoord
stam
heißen
heiß
arbeiten
arbeit
reden
red
atmen
atm
öffnen
öffn

Slide 12 - Slide

LET OP! : Uitzonderingen
heißen = heten
antworten = antwoorden
reden = praten
atmen = ademen
öffnen = openen
ich
heiß e
antwort e
red e
atm e
öffn e
du
heiß s t
antwort e st
red e st
atm e st
öffn e st
er, sie, es, man
heiß t
antwort e t
red e t
atm  e t
öffn e t
wir
heiß en
antwort en
red en
atm en
öffn en
ihr
heiß t
antwort e t
red e t
atm e t
öffn e t
sie, Sie
heiß en
antwort en
red en
atm en
öffn en 

Slide 13 - Slide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 14 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 15 - Open question


Nog iets anders, namelijk...

Slide 16 - Open question


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Een uitleg filmpje hierover.

Let op! 
Alleen tot 1.10 minuten!
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 18 - Slide