3/2 gramaatica 3.6 bedrijvende en lijdende vorm

Bedrijvende en lijdende vorm
1 / 43
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bedrijvende en lijdende vorm

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lesdoel
  • Korte activiteit --> de terugblik zit aan de activiteit gekoppeld

  • Instructie - in stilte werken (geen differentiatie)
  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kun je benoemen wat  bedrijvende vorm en lijdende vorm inhouden;
  • kun je onderscheid maken tussen bedrijvende en lijdende vorm;
  • kun je zinnen met een lijdende vorm herschrijven in de bedrijvende vorm en omgekeerd.


Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 3 - Slide

Spelen met woordsoorten: 
Je hoort straks een liedje.
1. Doe je schrift open en pak een pen.
2. Noteer in je schrift een afleiding en drie samenstellingen (zes woorden in totaal)
3 Noteer het na het liedje in de dia die dan komt.
4. Iedereen doet  mee en maakt de opdracht voor zichzelf en dus niet samen!

Voorbeeld 
 - Noteer de afleidingen zo: A: mis-verstand
 - Noteer de samenstellingen zo: taal-spel

Slide 4 - Slide

Spotify (Sterrenstof)






https://open.spotify.com/track/7D5vAulNfrQV6xEwzgH0OF
Luister goed en noteer in je schrift een afleidingen en drie samenstellingen


Slide 5 - Slide

Noteer nu de door jou gekozen een afleiding en drie samenstellingen.

Slide 6 - Open question

Songtekst: Sterrenstof 


Ikiki-flikiki-fliki-kiki
Uhu-um, sjee, uh

Nou kijk je gappie leeft zoet als een sappie
Ballin' ook al was mama altijd wappie
Een goed begin is het halve werk
Maar een goed begin is maar de helft

De tweede helft, maar ikke hoef geen help
Wiwalien was elf, ik deed alles zelf
Ik ging zelf naar school, nu kom ik zelf op tv
En ik lach in mezelf want de sletten ik breng

Nou kijk ze kijken, dus blijf kijken
Alle dik-zakken willen op me lijken
Maar broeder, vergeet dat ding
Stap opzij, ze wil een hand-tekening
Caleidoscopische oogs
Ik kijk omhoog, m'n pupillen worden groot
De wereld is weer plat ja, op je bolle bips na
Een golf-lengte afstand van je hemel-lichaam
Ze is van spectrale klasse, ooh, onaardse krachten (jee)
Losgebarsten toen ze naar me lachte

Je kijkt terug in de tijd als je naar d'r kijkt
Ja ze is praktisch, inter-megalactisch
Sorry als ik overdrijf, zelfs als ik naar boven kijk
Zelfs als ik ooit dede ben, dan weet je dat ik ergens ben
Dan ben ik alsnog in de lucht als sterren-stof

Dan ben ik loesoe in de sky met diamonds om m'n nek bitch
Diamonds om m'n nek
Loesoe in de sky met diamonds om m'n nek bitch
Diamonds om m'n nek (diamonds om m'n nek)
Diamonds om m'n nek (diamonds om m'n nek)

Slide 7 - Slide

Vroeger was Young Yayo alleen nog maar young
Geen rap-centjes, geen paper, geen spang
Totdat-ie uit het niets op tv kwam
Ineens changede z'n hele leven, bam

Shows in het weekend, geld op de bank
Gelukkig aan het sterren-stof, maar telt het nog dan?
Hij wilde proeven van elke soort drank
Men probeerde hem te zeggen, hij was telkens zo lam

En na een tijdje zat-ie crazy in de put
Toen uit de lucht kwam vallen Lady Luck
Ze werd zijn baby en hij was haar baby terug
En alle vlinders in z'n buik zeiden nee tegen die drugs
Ik heb m'n mocca-prinsesje op m'n bankje
Stem-klankje brengt nog steeds brood op 't plankje
Soms denk ik terug, hef m'n drankje
Met de sterren in de lucht en zeg dankje

De wereld is weer plat ja, op je bolle bips na
Een golf-lengte afstand van je hemellichaam
Ze is van spectrale klasse, ooh, on-aardse krachten (jee)
Los-gebarsten toen ze naar me lachte

Je kijkt terug in de tijd als je naar d'r kijkt
Ja ze is praktisch, inter-megalactisch
Sorry als ik overdrijf, zelfs als ik naar boven kijk
Zelfs als ik ooit dede ben, dan weet je dat ik ergens ben
Dan ben ik alsnog in de lucht als sterren-stof

Dan ben ik loesoe in de sky met diamonds om m'n nek bitch
Diamonds om m'n nek
Loesoe in de sky met diamonds om m'n neck bitch
Diamonds om m'n nek (diamonds om m'n nek)
Diamonds om m'n nek (diamonds om m'n nek)

Slide 8 - Slide

Wat betekent intermegagalactisch?
Noteer de betekenis van voorvoegsel en grondwoord.

Slide 9 - Open question

intermegalactisch
inter = tussen
mega = groot
galactisch = betrekking op het melkwegstelsel

Slide 10 - Slide

Nieuwe lesstof
Maak aantekeningen!

Slide 11 - Slide

Bedrijvende of lijdende vorm

Slide 12 - Slide

Wat denk jij dat een lijdende vorm (passieve zin) inhoudt?
A
Iemand die pijn heeft.
B
Een zin met een lijdend voorwerp.
C
Iets of iemand ondergaat de handeling in een zin.
D
Iets of iets doet iets in een zin.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Het verschil
  • Bedrijvend = actief: je (het onderwerp) doet iets
  • Lijdend = passief: je (het onderwerp) ondergaat iets

Slide 15 - Slide

Jaimie laat de hond uit.

In deze zin is Jaimie het onderwerp.  Hij doet iets -->  de hond uitlaten

In deze zin verricht het onderwerp de handeling uit het werkwoordelijk gezegde.
 --> Zo’n zin noemen we bedrijvend of actief.

Slide 16 - Slide

De hond wordt uitgelaten.

In deze zin is de hond het onderwerp. 

Dit onderwerp doet zelf niets. 
In deze zin ondergaat het onderwerp de handeling van het werkwoordelijk gezegde.  de hond ondergaat iets --> de hond wordt uitgelaten 
--> Zo’n zin noemen we lijdend of passief.

Slide 17 - Slide

In de lijdende vorm doet het onderwerp ...
A
iets
B
niets

Slide 18 - Quiz

Van bedrijvend naar lijdend
Van een bedrijvende zin waarin een lijdend voorwerp staat, kun je een lijdende zin maken. Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp van de lijdende zin.

   Lijdensvoorwerp                                -->                                       wordt onderwerp



Bedrijvende zin - actief
Jaimie | laat | de hond | uit.
o = Jara
wg = laat uit
lv = de hond
Lijdende zin - passief
De hond | wordt | uitgelaten.
o = De hond
wg = wordt uitgelaten

Slide 19 - Slide

Van bedrijvend naar lijdend
De hond wordt uitgelaten door Jaimie.
In sommige passieve zinnen staat informatie over wie de handeling uit het werkwoordelijk gezegde verricht. 
Het zinsdeel met door maakt duidelijk wie iets doet. 
--> Dit noemen we een door-bepaling. De door-bepaling benoemen we in de zinsontleding als bijwoordelijke bepaling (bwb).




Lijdende vorm
De hond | wordt | uitgelaten | door Jaimie.
o = De hond
wg = wordt uitgelaten
bwb = door Jaimie.

Slide 20 - Slide

Werkwoorden/werkwoordenlijk gezegde in lijdende zinnen
Lijdende zinnen bestaan altijd uit een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn + voltooid deelwoord.

In de onvoltooide tijd staat altijd:  worden/werden + voltooid deelwoord.
De hond wordt door Jaimie uitgelaten.

In de voltooide tijd staat altijd: zijn/waren + voltooid deelwoord.
De hond is door Jaimie uitgelaten.




Slide 21 - Slide

In het kort de kenmerken van een lijdende zin:

1 Het onderwerp doet zelf niets, maar ondergaat de handeling.
2 Er staat een door-bepaling in, of die kun je erbij bedenken.
3 De zin bevat een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn + voltooid deelwoord.




Slide 22 - Slide

Wat is het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm?
A
Het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm is wie de handeling uitvoert.
B
Er is geen verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm.
C
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin de handelende persoon, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp van de zin de handeling ondergaat.
D
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin altijd een persoon, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp van de zin altijd een object is.

Slide 23 - Quiz

De lijdende vorm wordt ook wel de actieve vorm genoemd.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat is de bedrijvende vorm van 'de jongen gooit de bal'?
A
De bal wordt door de jongen gegooid.
B
De bal is gegooid door de jongen.
C
De jongen gooit de bal.
D
De bal wordt gegooid door de jongen.

Slide 25 - Quiz

Wat is de bedrijvende vorm van 'de kat wordt geaaid door het meisje'?
A
De kat wordt geaaid door het meisje.
B
Het meisje aait de kat.
C
De kat wordt door het meisje geaaid.
D
De kat is geaaid door het meisje.

Slide 26 - Quiz

Welke zin staat in de lijdende vorm?
A
Hans heeft mijn jas gisteren per ongeluk meegenomen.
B
Mijn jas is gisteren per ongeluk door Hans meegenomen.
C
Hans zou mijn per ongeluk hebben meegenomen.
D
Hans zal mijn jas per ongeluk gaan meenemen

Slide 27 - Quiz

'Ik schonk de thee in' wordt in de lijdende vorm ...
A
Ik heb de thee ingeschonken
B
De thee werd door mij ingeschonken
C
Ik schenk de thee in
D
De thee wordt door mij ingeschonken

Slide 28 - Quiz

Welk woord attendeert je op de lijdende vorm?
A
met
B
door
C
bij
D
aan

Slide 29 - Quiz

Een zin in de lijdende vorm bevat altijd het hulpwerkwoord worden of zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Een zin in de lijdende vorm heeft nooit een lijdend voorwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Bedrijvende vorm lijdend maken

Slide 32 - Slide

Hoe maak je een lijdende vorm?
A
Je maakt van het onderwerp een lijdend voorwerp
B
Je maakt van het meewerkend voorwerp een lijdend voorwerp
C
Je zet de bijwoordelijke bepaling achteraan
D
Je maakt van het lijdend voorwerp het onderwerp

Slide 33 - Quiz

Van bedrijvend naar lijdend: hoe werkt het?
  1. het lijdend voorwerp wordt het onderwerp
  2. het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint: een door-bepaling
  3. bij het werkwoordelijk gezegde wordt het hulpwerkwoord worden of zijn gebruikt

Slide 34 - Slide

'Meer dan honderd miljoen mensen bekeken dit jaar de Super Bowl.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 35 - Quiz

'De Super Bowl werd dit jaar door meer dan honderd miljoen mensen bekeken.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 36 - Quiz

Wat gaat er mis in de lijdende vorm? Leg uit en/of verbeter.

Bedrijvend: 'Haar buurmeisje gaf al haar verjaardagsgeld in één keer uit.'
Lijdend: 'Haar verjaardagsgeld zou door haar buurmeisje in één keer uitgegeven worden.'

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Werk voor deze les + huiswerk:
    Pak je VIP en noteer:
    Online: Hoofdstuk 3, § 3.7 Grammatica zinsdelen, opdracht 1 t/m 5


    Klaar = in stilte lezen
    Wat niet af is = huiswerk




    Slide 39 - Slide

    Lesdoel:
    Aan het einde van deze les:
    • kun je benoemen wat  bedrijvende vorm en lijdende vorm inhouden;
    • kun je onderscheid maken tussen bedrijvende en lijdende vorm;
    • kun je zinnen met een lijdende vorm herschrijven in de bedrijvende vorm en omgekeerd.


    Blauw = kennen = kennis = leren
    Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

    Slide 40 - Slide

    Zet in de lijdende vorm:
    'Mijn kat Maud zal mijn bank kapot krabben.'

    Slide 41 - Open question

    Ik kan benoemen wat bedrijvende en lijdende vorm is, kan deze herkennen en kan zinnen omzetten van de bedrijvende naar de lijdende vorm en andersom.
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 42 - Poll

    Maken
    Opdracht 1 t/m 5

    Blz. 154-155

    Slide 43 - Slide