Mavo 3 Periode 1 Herhaling 1

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp(en)

Schaarste, ruilen en inkomen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

  • De leerling kan met voorbeelden het begrip schaarste begrijpen en uitleggen
  • De leerling herkent het verschil tussen goederen en diensten en kan het verschil uitleggen met behulp van voorbeelden
  • De leerling kan zijn eigen positie als consument bepalen door de verschillende vormen van inkomen en hierbij berekeningen maken
Leerdoelen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  1. Onderwerpen en leerdoelen
  2. Uitleg en controle vragen
  3. Zelfstandig aan de slag
  4. Opdrachten bespreken
  5. Evaluatie
Planning

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Schaars >>>>>>>>>>> zeldzaam
  • Iets is schaars wanneer er moeite gedaan moet worden om het te maken en/of het geld kost (je hebt er ingrediënten/grondstoffen voor nodig)

    Bijvoorbeeld:
  • Schoenen, die moet in elkaar gezet worden door iemand.
  • Pasta carbonara, dat moet gekookt worden en je hebt er ingrediënten voor nodig.

  • Iets is niet schaars als het er oneindig is en je er niks voor hoeft te doen.

    Voorbeelden (vrije goederen):
  • De wind
  • De zee
Schaars

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

  1. Onderwerpen en leerdoelen
  2. Uitleg en controle vragen
  3. Zelfstandig aan de slag
  4. Opdrachten bespreken
  5. Evaluatie
Inkomen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

  • Marloes is 20 jaar en werkt 27 uur.
  • Hoeveel is haar loon per maand?

  • deel : geheel x 100 = hoeveel % ze werkt van fulltime
  • loon : 100 x %  = haar loon

  • 27 : 38 x 100 = 71%
  • 1070 : 100 x 71% = 759,70 euro per maand
Salaris berekenen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hein is 17 jaar en werkt 20 uur per week.
Hoeveel loon krijgt hij per maand?

Slide 9 - Open question

17 jaar 20 uur
352
  • Carlos werkt 15 uur per week en verdient 475,26 euro per maand.
  • Hoe oud is Carlos?

  • loon : uren x totaal uren = loon per maand
  • 475,26 : 15 x 38 = 1204 euro per maand
  • dus 21 jaar (dat kan je in de tabel lezen)
Leeftijd berekenen

Slide 10 - Slide

21j
15u
Dirk werkt 25 uur per week en verdient 527,63 euro per maand.
Hoe oud is Dirk?

Slide 11 - Open question

18
802
Vlak voor het einde van de les kies ik 1 of 2 leerlingen die hun opdrachten
komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).

Als je niet in het rad van fortuin staat (omdat je uitlogt) krijg je
ook een uitnodiging om het werk te laten zien!


Herhalingsopdrachten 1 t/m 3.
Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau
overleggen en vragen stellen.

Rood = stil aan het werk
Oranje = zachtjes overleggen
Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 1

  • A = schaars (schaarse goederen)
  • B = niet schaars (vrije goederen)
  • C = schaars (schaarse goederen)
  • D = niet schaars (vrije goederen)
  • E = niet schaars (vrije goederen)
  • F = schaars (schaarse goederen)
  • G = schaars (schaarse goederen)

  • Dus A, C, F en G


Opdrachten bespreken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 2

  • A = winst
  • B = rente
  • C = huur
  • D = loon/salaris


Opdrachten bespreken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 3

  • A
    13 : 38 x 100 = 34%
    535 : 100 x 34% = 183,03 euro per maand

  • B
    36 : 38 x 100 = 95%
    1338 : 100 x 95% = 1267,58 euro per maand

  • C
    11 : 38 x 100 = 29%
    669 : 100 x 29% = 193,66 euro per maand


Opdrachten bespreken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 3

  • D
    541,89 : 22 x 38 = 936 euro per maand dus 19 jaar

  • E
    73,89 : 3 x 38 = 936 euro per maand dus 19 jaar

  • F
    366,05 : 26 x 38 = 535 euro per maand dus 16 jaar




Opdrachten bespreken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 3

  • G
    5 : 38 x 100 = 13%
    1204 : 100 x 13% = 158,42 euro per maand

  • H
    780,89 : 37 x 38 = 802 euro per maand dus 18 jaar




Opdrachten bespreken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsopdracht 4

  • A = directe ruil
  • B = indirecte ruil
  • C = directe ruil
  • D = indirecte ruil
Opdrachten bespreken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waar gaat de toets over?
  • Hoofdstuk 1.1 t/m 1.5
  • Opdrachten 1 t/m 47

Hoe kan je leren voor de toets?
  • Bestuderen "Uitleg" documenten op Google Classroom.
  • Bestuderen "LessonUp" via Google Classroom.
  • Proeftoets maken en oefenen.
  • Herhalingsopdrachten maken.
  • Begrippen oefenen met Quizlet.
  • Opdrachten 1 t/m 47 nakijken.
Toets woensdag 11 november!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions