H2.1 vwo4

H2: Elektriciteit
Start
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2: Elektriciteit
Start

Slide 1 - Slide

Hoe ging de proefwerkweek??

Slide 2 - Open question

Hoe was het pw natuurkunde?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Hoe vond je deze les??
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

H2: Elektriciteit
Start

Slide 5 - Slide

Wat vind je van het
hoofdstuk Elektriciteit

Slide 6 - Mind map

Wat weet je nog over
Elektriciteit

Slide 7 - Mind map

De letter I staat voor
A
Stroom
B
Weerstand
C
Ampere
D
Spanning

Slide 8 - Quiz

De letter U staat voor
A
Stroom
B
Weerstand
C
Ampere
D
Spanning

Slide 9 - Quiz

De eenheid van stroom is
A
Volt
B
Ohm
C
Coulumb
D
Ampere

Slide 10 - Quiz

De eenheid van weerstand is
A
Volt
B
Ohm
C
Ampere
D
Coulomb

Slide 11 - Quiz

1: In een schakeling zijn opgenomen: een batterij, een schakelaar en een lampje. Hoeveel snoertjes heb je nodig zodat het lampje kan branden?

Slide 12 - Open question

1: In een schakeling zijn opgenomen: een batterij, een schakelaar en een lampje. Teken dit

Slide 13 - Open question

In een parallelschakeling bevinden zich ... vertakkingspunten
A
wel
B
geen

Slide 14 - Quiz

Als door een van twee in serie geschakelde apparaten geen stroom loopt, kan door het andere apparaat ... stroom lopen
A
wel
B
ook geen

Slide 15 - Quiz

In een serieschakeling bevinden zich ... vertakkingspunten
A
wel
B
geen

Slide 16 - Quiz

Als door een van twee parallel geschakelde apparaten geen stroom loopt, kan door het andere apparaat ... stroom lopen
A
wel
B
ook geen

Slide 17 - Quiz

In huis kun je alle apparaten apart in- en uitschakelen; ze zijn dus ... geschakeld
A
in serie
B
parallel

Slide 18 - Quiz

In een oude kerstboomverlichting gaan alle lampjes uit als er een word losgedraaid; ze zijn dus ... geschakeld
A
in serie
B
parallel

Slide 19 - Quiz

In een zaklamp is een lampje via een schakelaar aangesloten op drie batterijen die in serie met elkaar staan.
Teken de schakeling met de juiste symbolen

Slide 20 - Open question

H2.1 Statische elektricteit
6.1 Lading en spanning
  • Je kan statische elektriciteit beschrijven
  • Je weet wat  Spanning en Lading betekenen

Slide 21 - Slide

Lading 
2 soorten lading:
  • Positieve lading(+)
  • Negatieve lading(-)

  • Als een voorwerp statisch geladen is, heeft het voorwerp te veel positieve of te veel  negatieve lading.

Slide 22 - Slide

ladingsverschil
=
spanningsverschil


Stroom gaat lopen

ontladen -> gelijke lading

Slide 23 - Slide

Lading en stroomsterkte
Lading: Symbool Q eenheid Coulomb (C)
Stroomsterkte: Symbool I en eenheid (A).

Stroomsterkte is de hoeveelheid lading die per seconde langsstroomt.

I = Q / t  (stroomsterkte = lading / tijd)

Slide 24 - Slide

Elementair ladingsquantum
We noemen de kleinst mogelijke (ondeelbare) hoeveelheid lading het 'elementair ladingsquantum': e = 1,602 .10-19 C
De eenheid van lading is Coulomb (C).
  • De lading van een proton is: +1 . e
  • De lading van een neutron is: 0
  • De lading van een elektron is: -1 . e

Slide 25 - Slide

Hoeveel elektronen zitten er in 1,00 Coulumb?


Maak de opdracht in je schrift

Slide 26 - Slide

Hoeveel elektronen
zitten er in 1,00 C?
A
1,60 E+19 elektronen
B
6,25 E-18 elektronen
C
1,60 E- 19 elektronen
D
6,25 E+18 elektronen

Slide 27 - Quiz