202 - 4V

Natuurkunde
1. Berg je telefoon 
op in je tas

2. Pak je spullen:
- Boeken
- Potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Natuurkunde
1. Berg je telefoon 
op in je tas

2. Pak je spullen:
- Boeken
- Potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek

Slide 1 - Slide

Krachten tussen geladen deeltjes
  • Gelijke deeltjes
    stoten elkaar af. 
  • Ongelijke deeltjes
    trekken elkaar aan.

Slide 2 - Slide

Wat is elektriciteit?

Elektronen gaan van de minpool naar de pluspool

De stroom loopt van de pluspool maar de minpool

Slide 3 - Slide

Stroomkring
Symbolen:

                           Spanningsbron


                            Lampje

Slide 4 - Slide

Spanningsbronnen
In serie: zorgt voor hogere spaning

Parallel: spanning blijft gelijk. Batterijen minder snel leeg.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ladingsquantum
De kleinst mogelijke lading die bestaat noemen we het elementair ladingsquantum, e.
Lading van een proton = e
Lading van een elektron = -e

De waarde van e is                            C  (Coulomb). 
1,61019

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stroomsterkte
De hoeveelheid lading ergens per seconde doorheen loopt noemen we de stroomsterkte. 


Q = de hoeveelheid lading in Coulomb (C)
t = de tijd in seconde (s)
I = de stroomsterkte in ampère (A)
I=tQ
Binas 35D

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Wat is de stroomsterkte in deze draad?
Gegeven:
     t = 30 s               
     Q = 20 C
Gevraagd:
     Stroomsterkte, I
Formule:
      I=Q/t
Berekening:
     I=Q/t
     I= 20/30=0,666667
Antwoord"
     I = 0,67 A 
Voorbeeld 1

Slide 11 - Slide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Hoeveel elektronen stromen er in 30 seconden door de draad?
Gegeven/gevraagd



Berekening



Antwoord
                                  elektronen
Voorbeeld 2
aantal elektronen
1
?
lading (C)
1,61019
20
1,6101920=1,251020
1,31020

Slide 12 - Slide



Door een draad stromen per minuut 
4 000 000 000 000 000 000
elektronen.

Wat is de stroomsterkte in deze draad?
Gegeven/gevraagd



Berekening




Antwoord
       0,011 A
Voorbeeld 3
aantal elektronen
1
lading (C)
?
1,61019
410181,61019=0,64C
41018
I=tQ=600,64=0,011A

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Geleiders
Isolators
Kunnen stroom goed geleiden door de vrije elektronen.

Voorbeeld: metalen, koolstof, zoutoplossingen. 

Kunnen stroom niet of bijna niet geleiden.

Voorbeeld: rubber, kunststof, glas, hout. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide