1.
Toelachen mag, uitlachen niet (14x)
- Als iemand valt, niet uitlachen
- Als iemand een grapje maakt kan je wel lachen
- Laat mensen fouten (durven) maken
2. Aardig zijn (11x)
- Elkaar niet belachelijk maken
- Niet pesten, niet plagen
3. Luisteren naar elkaar (9x)
- Anders wordt het chaos
- Je wilt ook dat er naar jou geluisterd wordt