wie - doet - wat - waar - wanneer
Je zag in het filmpje dat de tijdsbepaling ('wanneer') ook vooraan in de zin kan staan.
Ook werd verteld dat het bijwoord van frequentie (= een woord dat aangeeft hoe vaak iets gebeurt) vóór het hoofdwerkwoord in de zin staat.
Voorbeeld: Peter always eats a hamburger at lunch time.
We never go to school without our books.
Sheila seldom loses her temper.