leenwoorden

leenwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

leenwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is een leenwoord?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN leenwoord
A
courgette
B
slow-motion
C
trottoir
D
poriën

Slide 3 - Quiz

Wat is geen leenwoord?
A
garage
B
kassa
C
wc
D
deur

Slide 4 - Quiz

Absent is een ..... leenwoord
A
Engels
B
Duits
C
Latijns
D
Frans

Slide 5 - Quiz

'Sparerib' is een leenwoord uit het...
A
Spaans
B
Frans
C
Engels

Slide 6 - Quiz

welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance

Slide 7 - Quiz

wat is een leenwoord
A
een woord dat uit een andere taal komt
B
Een woord die je nog moet terugbetalen
C
een lening
D
Een woordsoort

Slide 8 - Quiz

Wat is een Engels leenwoord?
A
shirt
B
broek
C
rok
D
trui

Slide 9 - Quiz

Wat is een Latijns leenwoord?
A
koukleum
B
museum
C
kasteel
D
boom

Slide 10 - Quiz

Wat is een Frans leenwoord?
A
sticker
B
badkamer
C
spiegel
D
douche

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 12 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam

Slide 13 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Plateau
B
Tomaat
C
Kreeft
D
Kinderkookcafé

Slide 14 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Presenteerblad
B
Gerecht
C
Chocoladetaart
D
Brasserie

Slide 15 - Quiz