H 7.2: Het aanbod

H7: Markt en macht

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H7: Markt en macht

Slide 1 - Slide

Par. 7.2: Het aanbod
Wat gaan we vandaag doen?;
  • Huiswerk par 7.1 bespreken;
  • Samenvatten par 7.1;
  • Lesdoelen par. 7.2;
  • Filmpje;
  • Uitleg;
  • Even oefenen;
  • Huiswerk volgende les;
Volgende les: Samenvatting;
Extra filmpje m.b.t. deze les.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen Paragraaf 7.2: 

Aan het einde van dit paragraaf ....

  • Weten jullie van welke factoren het aanbod van een product afhankelijk is.....;
  • kennen jullie het begrip prijsaanbodlijn en kunnen jullie deze lijn toelichten;
  • Weten jullie dat een prijsaanbodlijn kan worden weergegeven in een wiskundige vergelijking en jullie kunnen dit toepassen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Uitleg...

Slide 5 - Slide

Vraag & aanbod
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen.

Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs dalen.

Slide 6 - Slide

Vraag en aanbod

  • De vraag komt bij de consument vandaan.
(ze willen het hebben)

  • Het aanbod komt bij de verkopers vandaan.
(ze willen het verkopen)

Slide 7 - Slide

Vraag groter dan aanbod
  • Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde

  • Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, 
dan gaat de prijs omhoog =>>>
=>>> aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Slide 8 - Slide

Aanbod groter dan vraag 
Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag =>>>
=>>> Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 9 - Slide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 10 - Slide

Prijsaanbodlijn
Verband tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid :



Slide 11 - Slide

Vraagfunctie 
Qv = de gevraagde hoeveelheid van product x
p = prijs van product x
a= de mate waarin de vraag reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qv=ap+b

Slide 12 - Slide

Aanbodfunctie
Qa = de aangeboden hoeveelheid van product x
p = de prijs van product x
a = de mate waarin het aanbod reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qa=apb

Slide 13 - Slide

Producentensurplus
Is het verschil tussen de feitelijke marktprijs en de minimale prijs die producenten willen ontvangen om de kosten te dekken. 

Slide 14 - Slide

Even oefenen...

Slide 15 - Slide

Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
A
Blijft de prijs ook gelijk
B
Stijgt de prijs
C
Daalt de prijs
D
krijg je inflatie

Slide 16 - Quiz

De producenten zorgen voor ...
A
Aanbod
B
Vraag

Slide 17 - Quiz

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer .... dan ....
A
Vraag - Aanbod
B
Aanbod - vraag

Slide 18 - Quiz

Waarom is de prijs van vanille gestegen?
A
meer vraag
B
meer aanbod
C
minder vraag
D
minder aanbod

Slide 19 - Quiz

Vraag of aanbod? In de supermarktfolder staan veel producten voor een lage prijs.

A
Vraag
B
Aanbod

Slide 20 - Quiz

Dit is een grafiek van ...
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 21 - Quiz

Pien wil nieuwe Nike schoenen
A
Aanbod
B
Vraag

Slide 22 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:
"Apple presenteert een nieuwe telefoon"
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 23 - Quiz

Vraag of aanbod? Brian was lange tijd op zoek naar een niet al te dure woning.

A
Vraag
B
Aanbod

Slide 24 - Quiz

Hoe hoger de prijs, hoe
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
lager de vraag
B
hoger de vraag
C
lager het aanbod
D
groter het aanbod

Slide 25 - Quiz

Schoolverlaters zorgen voor:
A
meer vraag naar arbeid
B
meer aanbod van arbeid

Slide 26 - Quiz

Producentensurplus is het verschil tussen de prijs die de consumenten bereid zijn te betalen en de werkelijke marktprijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Welke kleur heeft het producentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel

Slide 28 - Quiz

QA=25p-100 wat is het aanbod bij een prijs van 25 euro
A
525 stuks
B
500 stuks
C
512 stuks
D
geen idee

Slide 29 - Quiz

Boer Harm: 200 euro
Boer Dirk: 250 euro
Boer Sjoerd: 300 euro
Boer Henk: 350 euro
Marktprijs 250 euro, wat is het producentensurplus
A
Er is geen producentensurplus
B
100 euro
C
50 euro
D
150 euro

Slide 30 - Quiz

Huiswerk 
Maken opdrachten par 7.2: 9, 11, 12, 14 en 15

Slide 31 - Slide

Samenvatting:
Wat heb je geleerd?

Slide 32 - Mind map

Slide 33 - Video