Enkelvoudige zin (1 pv):De docent roept de leerlingen.
Zij horen hem niet.
Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen, maar zij horen hem niet.
Twee enkelvoudige zinnen worden in een samengestelde zijn vaak met elkaar verbonden door een voegwoord.
Voorbeelden voegwoorden:
en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen