Quiz_Thema 1_Basisstof 1 tot en met 5_Planten_Klas 4_2021
Basisstof 1 t/m 5 Planten
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Basisstof 1 t/m 5 Planten
Slide 1 - Slide
Welke stoffen heeft de plant nodig voor Fotosynthese?
A
Water
Zuurstof
B
Zuurstof
Koolstofdioxide
C
Water
Koolstofdioxide
D
Water
Glucose
Slide 2 - Quiz
Welke stoffen ontstaan bij de Fotosynthese?
A
Water
Glucose
B
Glucose
Koolstofdioxide
C
Glucose
Zuurstof
D
Zuurstof
Water
Slide 3 - Quiz
In welke letter vindt Fotosynthese plaats?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 4 - Quiz
5. Kijk naar stand 2. Wat zullen de weersomstandigheden zijn?
A
Koel, droog en windstil weer
B
Warm, droog weer met veel wind
C
Warm, regenachtig en windstil weer
Slide 5 - Quiz
In welk onderdeel van een blad kan Fotosynthese plaatsvinden?
A
In de nerf
B
In de opperhuid
C
In de sluitcel van een huidmondje
Slide 6 - Quiz
3. Welke cellen uit de doorsnede van dit blad bevatten bladgroen?
A
1 en 2
B
2 en 4
C
2, 3 en 4
D
Alle cellen
Slide 7 - Quiz
Goed of Fout? Bij warm en droog weer gaat het huidmondje dicht.
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quiz
Hoe heet nummer 4
A
Cytoplasma
B
Celkern
C
Vacuole
D
Celmembraan
Slide 9 - Quiz
Hoe heet nummer 1
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Bladgroenkorrel
Slide 10 - Quiz
In welk nummer vindt Fotosynthese plaats?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 11 - Quiz
Je ziet hier een dwarsdoorsnede van een stengel met vaatbundels. Welke kleur hebben de houtvaten in de tekening?
A
Paars
B
Rood
C
Geel
Slide 12 - Quiz
Een plant neemt water en mineralen op via de wortelharen. In welke vaten gaat het water daarna gelijk?
A
Bastvaten
B
Houtvaten
Slide 13 - Quiz
Uit welk onderdeel van de plant ontstaat een vrucht?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blad
D
Bloem
Slide 14 - Quiz
Een plant maakt via assimilatie zetmeel en vetten van glucose. Welke stof maakt hij nog meer van glucose?
A
Water
B
Zuurstof
C
Eiwitten
D
Mineralen
Slide 15 - Quiz
Geslachtelijk of Ongeslachtelijk?
Wortelstokken.
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 16 - Quiz
Geslachtelijk of Ongeslachtelijk?
Uitlopers.
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 17 - Quiz
Geslachtelijk of Ongeslachtelijk?
Bloemen.
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 18 - Quiz
Wat zie je hiernaast?
A
Knol
B
Bol
C
Vrucht
D
Zaad
Slide 19 - Quiz
Welk nummer maakt stuifmeel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quiz
Welk nummer is de stamper?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quiz
Welk nummer is het kroonblad?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quiz
In welke nummers vindt meiose (reductiedeling) plaats om geslachtscellen te maken?
A
4 en 6
B
2 en 6
C
2 en 4
D
In een plant vindt geen meiose plaats.
Slide 23 - Quiz
Welk nummer is het kelkblad?
A
4
B
5
C
8
Slide 24 - Quiz
Hoe heet het vrouwelijk voortplantingsorgaan van een plant?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Kroonblad
D
Bloembodem
Slide 25 - Quiz
In welk onderdeel van de stamper zit de eicel verstopt?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
Slide 26 - Quiz
Hoe heet nummer 4 (onderdeel van een meeldraad)
A
Meelknop
B
Helmknop
C
Helmbloem
D
Meelbloem
Slide 27 - Quiz
Hoe heet nummer 7 (onderdeel van de stamper)
A
Stempel
B
Stijl
C
Zaadbeginsel
D
Vruchtbeginsel
Slide 28 - Quiz
Waar vindt bestuiving plaats?
A
5
B
6
C
7
Slide 29 - Quiz
Waar vindt bevruchting plaats?
A
5
B
6
C
7
Slide 30 - Quiz
Welk nummer groeit uit tot een vrucht met zaadjes erin?
A
5
B
6
C
7
Slide 31 - Quiz
Goed of Fout? Uit het vruchtbeginsel groeit een vrucht
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quiz
Goed of Fout? Uit het zaadbeginsel groeit het zaadje
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quiz
Goed of Fout? In het zaadje zit het baby-plantje verstopt
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quiz
Goed of Fout? Elk zaadje bevat een babyplantje met nieuw DNA
A
Goed
B
Fout
Slide 35 - Quiz
Welke 2 stoffen heb je nodig voor verbranding?
A
Water en Glucose
B
Glucose en Koolstofdioxide
C
Zuurstof en Water
D
Glucose en zuurstof
Slide 36 - Quiz
Welke anorganische stoffen ontstaan bij verbranding?
A
Glucose en water
B
Water en koolstofdioxide
C
Water en zuurstof
D
Zuurstof en glucose
Slide 37 - Quiz
Welke stof toon je aan met helder kalkwater? En wat gebeurt er?
A
Zetmeel, het wordt blauw/zwart
B
Zetmeel, het wordt troebel
C
Koolstofdioxide, het wordt blauw/zwart
D
Koolstofdioxide, het wordt troebel
Slide 38 - Quiz
In welk deel van het blad zuigen bladluizen stoffen op? En aan welke kant van het blad zitten deze luizen?
A
In de bastvaten, aan de onderkant
B
In de houtvaten, aan de onderkant
C
In de bastvaten, aan de bovenkant
D
In de houtvaten, aan de bovenkant
Slide 39 - Quiz
In een oplossing vindt verbranding plaats. Daarbij komt koolstofdioxide vrij. Welke stof komt nog meer vrij bij verbranding?
A
Glucose
B
Water
C
Zuurstof
Slide 40 - Quiz
Welke stoffen kan een plant opnemen via de wortelharen?
A
Glucose en Water
B
Mineralen en Water
C
Water, Mineralen en Glucose
Slide 41 - Quiz
Voor de vorming van welke organische stof is nitraat nodig?
A
Glucose
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Zetmeel
Slide 42 - Quiz
Organisch of Anorganisch? Deze stof bevat veel energie.
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 43 - Quiz
Organisch of Anorganisch? Zetmeel.
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 44 - Quiz
Organisch of Anorganisch? Water
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 45 - Quiz
Organisch of Anorganisch? Zuurstof
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 46 - Quiz
Organisch of Anorganisch? Mineralen
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 47 - Quiz
Juist of Onjuist? Nummer 2 in de tekening hiernaast is een bastvat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 48 - Quiz
In buis 1 en 2 bevindt zich een plant. In welke buizen vindt verbranding plaats?
A
Alleen in buis 1
B
Alleen in buis 2
C
In buis 2 en 3
D
In buis 1 en 2
Slide 49 - Quiz
3. In de afbeelding hiernaast groeit boven de grond een stengel waaruit nieuwe plantjes ontstaan. Hoe heet deze vorm van ongeslachtelijke voortplanting?
A
Enten
B
Wortelstokken
C
Uitlopers
D
Stekken
Slide 50 - Quiz
2. Hiernaast zie je bloemdiagrammen. Kijk goed naar de legenda onderaan. Welke diagram is een MANNELIJKE BLOEM?