Mitose en meiose

Erfelijkheid
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Erfelijkheid

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie weten?
 termen: chromosomen, meiose, gen, dominant/recessief, fenotype/genotype en
              heterozygoot/homozygoot, benoemen en uitleggen wat ze inhouden.

Slide 2 - Slide

cel
celkern
chromosomen - erfelijkheidsdragers
gen - stukje erfelijke aanleg

Slide 3 - Slide

Chromosomenparen 

mens: 23
kat: 19
hond: 39

Slide 4 - Slide

Mitose / meiose 

Slide 5 - Slide

78
78
78
78
39
39
39
39
39
39

Slide 6 - Slide

De lichaamscel van een boom heeft 128 chromosomen. Deze boom doet aan gewone celdeling, hoeveel chromosomen hebben de dochtercellen?

Slide 7 - Open question

De lichaamscel van een boom heeft 128 chromosomen. Deze boom maakt geslachtscellen, hoeveel chromosomen hebben de dochtercellen?

Slide 8 - Open question

Een fruitvlieg heeft 8 chromosomen. Hoeveel paar chromosomen heeft hij?

Slide 9 - Open question

Op de genen liggen verschillende codes voor bepaalde eigenschappen, bijvoorbeeld: bruin haar, blauwe ogen, lang haar, kort haar etc. Je krijgt genen van je moeder en van je vader, die samen bepalen hoe een bepaalde eigenschap tot uiting komt

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 

Slide 11 - Slide

Bijvoorbeeld: 
Kort haar, lang haar
Dier met beide allelen lang haar = langharige vacht
Dier met beide allelen korthaar = kortharige vacht
Dier met een allel korthaar en een allel lang haar??? 

Slide 12 - Slide

Dominant / recessief 
  • Een van de twee allelen is meer overheersend (dominant) dan de ander. Eigenschap komt altijd tot uiting.
  • Allel die minder overheersend is noemen we: recessief. Eigenschap komt alleen tot uiting wanneer er geen dominante eigenschap aanwezig is
  • Voorbeeld: kort haar is dominant / lang haar is recessief
  • Dominant allel wordt aangegeven met hoofdletter / recessief allel wordt aangegeven met kleine letter 

Slide 13 - Slide

Kort haar is dominant, lang haar is recessief. Een dier heeft een gen voor kort haar en een gen voor lang haar. Welke lengte komt tot uiting?
A
Kort haar
B
Lang haar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Homozygoot / Heterozygoot 
Wanneer organisme twee gelijke allelen heeft = homozygoot
Wanneer organisme twee verschillende allelen heeft = heterozygoot 

Slide 16 - Slide

HH is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant

Slide 17 - Quiz

Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant

Slide 18 - Quiz

Welk genotype hoort bij welk begrip?
AA
Aa
aa
Homozygoot dominant 
Homozygoot recessief 
Heterozygoot

Slide 19 - Drag question

Genotype / Fenotype 
• Genotype = hoe bepaalde eigenschap in DNA staat
• Fenotype = waarneembaar, uiterlijke kenmerken, resultaat van genotype (milieufactoren)

Slide 20 - Slide

Genotype
Fenotype 

Slide 21 - Slide

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 22 - Quiz

Kruissingsschema 
Opdracht: welke vachtkleur komt tot uiting?
Bruin = recessief 
Zwart = dominant  

Slide 23 - Slide