H2: nakijken Over taal (1-5) en 6, 8-10, uitleg pv vt en vdw, hw maken, uitleg boek 2

- Nakijken Over taal H2:  (opdr. 1 - 5) en opdr. 6 en 8-10
- Uitleg pv vt en vdw
- Uitleg boek 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken Over taal H2:  (opdr. 1 - 5) en opdr. 6 en 8-10
- Uitleg pv vt en vdw
- Uitleg boek 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Over taal H2: 

- Je leert nieuwe woorden kennen die je in het dagelijks taalgebruik tegen kunt komen.

- Je weet wat figuurlijk taalgebruik is.

- Je kunt samenstellingen herkennen (en maken).


Spelling H2:

Je weet hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd spelt. 

Je weet hoe je de regel van ‘t kofschip gebruikt.

Je weet hoe je samenstellingen spelt.



Slide 2 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 1 (blz. 84)

  • 1 buitengewoon – bijzonder
  • 2 afneemt – minder wordt
  • 3 vertoond – laten zien
  • 4 toepassen – gebruiken
  • 5 toeneemt – meer wordt
  • 6 tevergeefs – voor niets
  • 7 ordent – bij elkaar legt wat bij elkaar hoort
  • 8 heb behoefte aan – heb nodig
  • 9 beheerst – heeft controle over
  • 10 is realistisch (realistisch zijn) – weet wat kan en wat niet kan
  • 11 Desondanks – Toch


Slide 3 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 2 (blz. 85)

  • 1 zamelt in (inzamelen) = haalt veel op
  • 2 (de) inzet = inspanning
  • 3 ontspannen = mezelf rustig maken
  • 4 (het) systeem = manier waarop iets georganiseerd is
  • 5 het hergebruik = het opnieuw gebruiken van spullen
  • 6 (de) enquête = een onderzoek door aan veel mensen dezelfde vragen te stellen
  • 7 aangaan = beginnen
  • 8 er een nachtje over slapen = er nog eens goed over nadenken
  • 9 rein = schoon
  • 10 experts (de expert) = mensen die veel verstand van iets hebben



Slide 4 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 3 (blz. 85)

1 Nederland is beroemd om zijn kennis over water. Nederlandse experts helpen daarom vaak bij overstromingen overal ter wereld.

2 Mensen gaan in het weekend naar het park om te ontspannen.

3 Uit de enquête blijkt dat de meeste ouders tevreden zijn over de school.

4 De jongeren willen een discussie aangaan met de politie, want ze zijn boos.

5 Anna heeft een aanzoek gekregen van Yoram, maar ze wil er een nachtje over slapen voor ze antwoord geeft.





Slide 5 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 3 (blz. 85)

6 De klas gaat oude mobiele telefoons inzamelen voor ClinicClowns. Voor elke telefoon krijgt CliniClowns drie euro.

7 Door de geweldige inzet van Joanne is de actie een succes geworden.

8 Gooi glas altijd in de glasbak, want glas is heel geschikt voor hergebruik.

9 We hebben een handig systeem bedacht om geld te sparen.

10 In veel godsdiensten is het belangrijk dat het lichaam en de geest rein zijn.




Slide 6 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 4 (blz. 86)

Slide 7 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 5 (blz. 86)

Slide 8 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 6
  •  a bevolking – groei = de groei van de bevolking, er komen meer mensen op aarde of in een land/werelddeel 
  •  b gletsjer – rivier = een rivier die haar water krijgt door het smeltende ijs van een gletsjer 
  •  c hoog – gebergte – klimaat = het klimaat in hoge bergen 
  •  d sterfte – overschot = er sterven meer mensen dan er worden geboren 
  •  e vulkaan – uitbarsting = een vulkaan waar lava uitstroomt 
  •  f lage – lonen – landen = landen waar mensen een laag loon hebben, weinig verdienen 

Slide 9 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 8
  • liggen nog op een oor = slapen nog 
  • ik sterf van de kou = ik heb het heel koud 
  • het gaat het ene oor in en het andere oor weer uit = ik hoor het wel, maar ik onthoud het niet 
  • sta ik met de mond vol tanden = weet ik niet wat ik moet zeggen 
  • loop ik op mijn tandvlees = ben ik heel moe 
  • geen haar op mijn hoofd die eraan denkt = dat vind ik zeker niet goed 

Slide 10 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 9
Welk spreekwoord of welke uitdrukking met water heb jij gevonden?

  • water naar de zee dragen = iets doen wat geen zin heeft 
  • in het water vallen = niet doorgaan, of mislukken 
  • ze zijn als water en vuur = ze hebben steeds ruzie 
  • zo vlug als water zijn = heel snel zijn 
  • water bij de wijn doen = toegeven 
  • het water loopt me in de mond = het lijkt me erg lekker 

Slide 11 - Slide

Nakijken OT H2: opdr. 10


Welke spreekwoorden of uitdrukkingen heb jij gehoord?

Slide 12 - Slide

Wat zijn klankvaste en klankveranderende werkwoorden?

Slide 13 - Open question

Herhalen persoonsvorm vt

Klankvaste werkwoorden

- behouden hun klank in de verleden tijd (er komt -de(n) of -te(n) achter)

- je gebruikt ‘t k o f s ch i p - x

- bijvoorbeeld: fietste, downloadde, appte


- Klankveranderende werkwoorden

- veranderen van klank in de verleden tijd

- je schrijft het werkwoord op zoals je het hoort

- bijvoorbeeld: kocht, liep, dreef

Slide 14 - Slide

Herhalen 't kofschip-x

Je gebruikt 't kofschip-x:

- bij een klankvast werkwoord in de verleden tijd

- bij een voltooid deelwoord


Stap 1: neem de stam van het werkwoord                                                          download(en)

Stap 2: Wat is de laatste letter?                                                                                d

 Staat de laatste letter in ‘t k o f s ch i p - x? ik-vorm + te(n) 

Staat de laatste letter niet in ‘t k o f s ch i p - x? ik-vorm  + de(n)           download+de(n)


Slide 15 - Slide

Welke woorden zijn een voltooid deelwoord?
- Wij hebben lang over deze opdracht nagedacht.
- Oh nee, ik ben mijn Nederlands boek vergeten!
- Heb jij goed voor de s.o. Grammatica H2 geleerd?

Slide 16 - Open question

Herhalen voltooid deelwoord

- Wij hebben lang over deze opdracht nagedacht.

- Oh nee, ik ben mijn Nederlands boek vergeten!

- Heb jij goed voor de s.o. Grammatica H2 geleerd?


Je hebt bij een voltooid deelwoord twee mogelijkheden:

- eindigend op een -d of -t (gebruik hierbij 't kofschip-x)

- eindigend op -en

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Spelling H2: 1 t/m 5

- Laatste 10 minuten: dictee
- 2c: teruggave proef-s.o.

https://www.cambiumned.nl/oefenen/grammatica/zinsdelen/ 

Slide 18 - Slide

Dictee H2 - 2 vmbo-gt

1 Mijn vader herinnert zich niet waar hij zijn portemonnee heeft gelaten.

2 Ik vind ananas en omelet een heerlijke combinatie.

3 De commissaris van politie houdt zijn mond over de zaak.

4 De deelnemer heeft immuniteit behaald bij de moeilijke proef.

5 Een tennisser aan de top mag meestal geen mayonaise.

6 Ik antwoordde op het forum anoniem een berichtje.

7 Op de manege heeft mijn vriendin haar pony gestald.

8 Helaas moeten we ons abonnement op het tijdschrift annuleren.

9 De archeoloog rijdt in Egypte op een kameel naar zijn werk.

10 De nieuwe spion bespioneerde de vijand fanatiek.


Slide 19 - Slide