What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4mavo extra oefenen herexamen PTA
Wat moet ik kennen en kunnen?
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat moet ik kennen en kunnen?
Slide 1 - Slide
PTA DUITS
Lernlisten Thematischer Teil N-D + D-N (hier kan je punten scoren)
Grammatik: vervoegen zwakke werkwoorden in tegenwoordige tijd (ESTTENTEN) + Persoonlijke voornaamwoorden in 1e,3e,4e naamval.
Slide 2 - Slide
het stappenplan grammatica voor je Pta
(zie grammaticaoverzicht Pta)
Slide 3 - Slide
Tekst
stap 1
stap 2
stap 3
kijk of er een voorzetsel voor het invulwoord staat
geen voorzetsel?
dan ontleden. In welk zinsdeel staat het pers.vnw?
vul het pers. vnw. in
je weet nu de naamval vh voorzetsel
vul het persoonlijk vnw in
Slide 4 - Drag question
ich
ER
DU
SIE (ZIJ EV)
MIR
SIE
IHN
IHM
DICH
DIR
MICH
IHR
Slide 5 - Drag question
WIR
IHR
sie MV
+
Sie
wer
Ihnen
ihnen
euch
uns
wen
wem
Sie
sie
Slide 6 - Drag question
3e naamval
4e naamval
mit
nach
aus
von
zu
bei
gegen
für
um
ohne
durch
Slide 7 - Drag question
1e naamval
3e naamval
4e naamval
persoonlijk vnw staat in het lijdend voorwerp
persoonlijk vnw staat in het meewerkend voorwerp
persoonlijk vnw staat in het onderwerp
Slide 8 - Drag question
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
wie of wat
+ onderwerp
en gezegde
persoonsvorm
wie/wat
aan wie?
voor wie?
Slide 9 - Drag question
Zwakke (regelmatige) werkwoorden vervoegen
Je schrijft eerst de stam vh werkwoord op en dan de vaste uitgang.
hoe ziet de ezelsbrug er uit?
(zie grammaticaoverzicht Pta of Grammatikübersicht
Slide 10 - Slide
de ezelsbrug die ik gebruik bij regelmatige werkwoorden ....................
Slide 11 - Open question
de 2 uitzonderingen
Slide 12 - Slide
als de stam op een -d of -t eindigt zet je eerst een -e achter de stam en daarachter de normale uitgang. dit doe ik bij:
A
ich du er/sie/es/man
B
du er/sie/es/man
C
du er/sie/es/man ihr
D
overal
Slide 13 - Quiz
Als de stam van het werkwoord een -s klank heeft (s-ß-z) krijg je bij du achter de stam :
Slide 14 - Open question
de werkwoorden haben en sein kan ik foutloos vervoegen
zie grammaticaoverzicht Pta
en nu een paar oefeningen waarin je alles toepast
Slide 15 - Slide
Ich bin met hem ..................................in Amsterdam gewesen
Slide 16 - Open question
ohne .......(haar) gehe ich nicht zur Party!
Slide 17 - Open question
Er hat von hem .......................ein Scooter bekommen (gekregen)
Slide 18 - Open question
Er hat jullie .......................Tante nicht gekannt
Slide 19 - Open question
Haben Sie mij................... gesehen?
Slide 20 - Open question
Ich darf van hem ....................nichts !
Slide 21 - Open question
Können Sie mij ................helfen?
Slide 22 - Open question
Ich will haar ein Buch geben
Slide 23 - Open question
als je de woorden van de Lernliste goed leert en ook kunt toepassen in zinnen, ben je top voorbereid op je Pta
enkele voorbeelden:
Slide 24 - Slide
in de Lernliste leer ik bijvoorbeeld ook het meervoud.
voorbeeld
de hulpkrachten : die Aushilfen
Slide 25 - Slide
ik leer ook bij werkwoorden de verleden tijd of het voltooid deelwoord.
bijvoorbeeld
sprechen -gesprochen of anrufen angerufen
Slide 26 - Slide
ik kan de werkwoorden ook vervoegen (esttenten)
bijvoorbeeld probieren
jij probeert = du ...............
Slide 27 - Slide
1 je kunt de woorden uit de Lernliste letterlijk vertalen
vertaal:
de baan
= der Job
2 je kunt verschillende woorden/werkwoorden uit de Lenliste toepassen in zinnen:
de stage is een beetje saai
Der Job ist ein bisschen langweilig
3 welk woord past in de zin?
beruflich - außerdem - während
ich muss ...........noch einkaufen und Essen und trinken kaufen
als je de woorden d-n goed leert, is dit geen probleem.
4 je kunt de woorden toepassen in zinnen . Let op hierin moet je
ook de grammatica juist toepassen
(zie volgende dia)
Slide 28 - Slide
toepassen +
voorbeeld: Kan je mij terugbellen
kann = werkwoord können vervoegen
mij is lijdend voorwerp dus 4e naamval
terugbellen staat in je Lernliste = anrufen
Slide 29 - Slide
Meer oefenen? Ga nu naar Brückenschlag 4b
hier kan je de grammatica nog een keer goed oefenen. gebruik je grammaticaoverzicht en/of naslag om dingen op te zoeken.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
More lessons like this
4mavo 11 okt PTA special
September 2022
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
29 okt Grammatica SE 2
February 2021
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Vorbereitung Kapitel 6+7
January 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
persoonlijk voornaamwoorden naamvallen
12 days ago
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
persoonlijk voornaamwoorden naamvallen
March 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
m4 PTA voorbereiding 4 nov
November 2021
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1e en 4e naamval persoonlijk voornaamwoord
April 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Persoonlijk vnw in de 1e en 4e naamval
April 2020
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2