4mavo 11 okt PTA special

Wat moet ik kennen en kunnen?
1 / 48
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat moet ik kennen en kunnen?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

1. je oefent alle grammatica die je voor je PTA moet leren 

2 je weet waar je alle leerstof kunt vinden

Slide 2 - Slide

als het goed is, ben je straks een stuk wijzer geworden over je Pta

lees alle dia's aub goed door.
Probeer de vragen cq opdrachten zo goed mogelijk te beantwoorden

Slide 3 - Slide

PTA DUITS
Grammatik + Lernlisten 

In je grammaticaoverzicht staat precies wat je moet leren.
(zie Magister - Studieplanner Duits) 

Slide 4 - Slide

sterke werkwoorden met een -e in de stam 
(in je grammaticaoverzicht Pta staat precies beschreven welke sterke werkwoorden een i wissel of ei wissel krijgen. Deze werkwoorden leer je)  

Slide 5 - Slide

waar herken je een sterk werkwoord
aan? wat is het kenmerk?

Slide 6 - Open question

bij welke persoonlijke voornaamwoorden kan je een e of ei wissel krijgen?
A
du
B
du, er/sie/es/man
C
du er/sie/es/man ihr
D
ich du

Slide 7 - Quiz

sterke werkwoorden met een -a in de stam krijgen een - "
(zie grammaticaoverzicht Pta) 

Slide 8 - Slide

sterke werkwoorden met een -a in de stam krijgen bij du en bij er/sie/es/man een umlaut (")
A
klopt
B
klopt niet

Slide 9 - Quiz

het stappenplan grammatica voor je Pta
(zie grammaticaoverzicht Pta) 

Slide 10 - Slide

Tekst
stap 1
stap 2
stap 3

kijk of er een voorzetsel voor het invulwoord staat 

geen voorzetsel?
dan ontleden. In welk zinsdeel staat het pers.vnw?
vul het pers. vnw. in 


je weet nu de naamval vh voorzetsel
vul het persoonlijk vnw in

Slide 11 - Drag question

ich
ER
DU
SIE (ZIJ EV)

MIR

SIE

IHN

IHM

DICH

DIR

MICH

IHR

Slide 12 - Drag question


WIR

IHR

sie MV
+
Sie


wer

Ihnen

ihnen
euch

uns

wen

wem

Sie

sie

Slide 13 - Drag question

3e naamval
4e naamval 

mit

nach

aus

von

zu

bei

gegen

für

um

ohne

durch

Slide 14 - Drag question

1e naamval
3e naamval
4e naamval
persoonlijk vnw staat in het lijdend voorwerp
persoonlijk vnw staat in het meewerkend voorwerp
persoonlijk vnw staat in het onderwerp

Slide 15 - Drag question

onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

wie of wat
+ onderwerp
en gezegde

persoonsvorm 
wie/wat

aan wie?
voor wie?

Slide 16 - Drag question

regelmatige werkwoorden vervoegen 
Je schrijft eerst de stam vh werkwoord op en dan de vaste uitgang.
hoe ziet de ezelsbrug er uit? 

(zie grammaticaoverzicht Pta)

Slide 17 - Slide

de ezelsbrug die ik gebruik bij regelmatige werkwoorden ....................

Slide 18 - Open question

de  2 uitzonderingen  

Slide 19 - Slide

als de stam op een -d of -t eindigt zet je eerst een -e achter de stam en daarachter de normale uitgang. dit doe ik bij:
A
ich du er/sie/es/man
B
du er/sie/es/man
C
du er/sie/es/man ihr
D
overal

Slide 20 - Quiz

Als de stam van het werkwoord een -s klank heeft (s-ß-z) krijg je bij du achter de stam :

Slide 21 - Open question

de werkwoorden können, dürfen, wollen en mögen 
ik kan deze werkwoorden straks vervoegen

zie grammaticaoverzicht Pta

Slide 22 - Slide

de werkwoorden können, dürfen, müssen, wollen die ik moet kunnen vervoegen zijn:
A
regelmatige werkwoorden
B
onregelmatige werkwoorden

Slide 23 - Quiz

dürfen betekent:
A
durven
B
mogen
C
willen

Slide 24 - Quiz

de werkwoorden haben en sein kan ik foutloos vervoegen
zie grammaticaoverzicht Pta

en nu een paar oefeningen waarin je alles toepast

Slide 25 - Slide

ben jij ...................Sportler?

Slide 26 - Open question


ik ben met hem ..................................in Amsterdam gewesen

Slide 27 - Open question

ohne .......(haar) gehe ich nicht zur Party!

Slide 28 - Open question

hij heeft van hem .......................ein Scooter bekommen (gekregen)

Slide 29 - Open question

hij heeft jullie .......................nicht gekannt (gekend)

Slide 30 - Open question

heeft u mij................... gesehen?

Slide 31 - Open question

ik mag van hem ....................nichts !

Slide 32 - Open question

kunt U mij ................helfen?

Slide 33 - Open question


ik wil haar ein Buch geben

Slide 34 - Open question

ik ben tevreden met wat ik nu al weet
van de grammatica
A
ja
B
deels
C
nog niet

Slide 35 - Quiz

welk grammatica onderdeel heeft nog extra aandacht nodig?

Slide 36 - Open question

Bij de PTA telt de grammatica 40%
Woorden uit de lernlisten reproduceren en toepassen is deel 2 en telt 60% 

Slide 37 - Slide

als je de woorden van de Lernliste goed leert en ook kunt toepassen in zinnen, ben je top voorbereid op je Pta

enkele voorbeelden: 

Slide 38 - Slide

in de Lernliste leer ik bijvoorbeeld ook het meervoud.
voorbeeld de hulpkrachten : die Aushilfen

Slide 39 - Slide

ik leer ook bij werkwoorden de verleden tijd of het voltooid deelwoord.
bijvoorbeeld
sprechen -gesprochen of anrufen angerufen  

Slide 40 - Slide

ik kan de werkwoorden ook vervoegen (esttenten)  
bijvoorbeeld probieren
jij probeert = du ...............

Slide 41 - Slide

1  je kunt de woorden uit de Lernliste letterlijk vertalen
vertaal:   de baan   =   der Job

2 je kunt verschillende woorden/werkwoorden uit de Lenliste toepassen in zinnen:  de stage is een beetje saai
Der Job ist ein bisschen langweilig 

3 welk woord past in de zin?  beruflich - außerdem - während
ich muss ...........noch einkaufen und Essen und trinken kaufen
als je de woorden d-n goed leert, is dit geen probleem.

4 je kunt de woorden toepassen in zinnen .  Let op hierin moet je ook de grammatica juist  toepassen   (zie volgende dia) 

Slide 42 - Slide

toepassen +
voorbeeld:   Kan je mij terugbellen

kann = werkwoord können vervoegen
mij is lijdend voorwerp dus 4e naamval 
terugbellen staat in je Lernliste = anrufen  

Slide 43 - Slide

wat vond je van deze PTA special in lessonup? heeft het je geholpen om inzicht te krijgen in leerstof en waar je aandacht aan moet besteden ?

Slide 44 - Open question

Waar zou je docent nog aandacht aan kunnen besteden in de les? (Grammatik - Lernlisten)

Slide 45 - Open question

je cijfer voor je 1e pta Landeskunde is je mee of tegen gevallen maar daar kan je nu niets meer aan veranderen.  Met een goed resultaat bij je komend PTA kan je voor een goede / betere  uitgangspositie zorgen bij Pta 3.
                                                                                                              succes!! 

Slide 46 - Slide

ga nu naar Brückenschlag 4b
hier kan je de grammatica nog een keer goed oefenen. gebruik je grammaticaoverzicht en/of naslag om dingen op te zoeken.

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide