4.2 Burgers en bestuur

1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat hadden de plaatjes op de vorige slide met elkaar gemeen?

Slide 2 - Open question



Je telefoon ligt in je kluis.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE

Slide 3 - Slide

4.2 Burgers en bestuur
Wereld: GS/LE

Slide 4 - Slide


Hoofddoel:


R9) Ik kan een beeld vormen van hoe het bestuur van het oude Griekenland vormgegeven werd.
 
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen wat een stadstaat is en hoe deze ingedeeld en bestuurd werd.


Ik kan de vier verschillende bestuursvormen noemen en uitleggen.


Ik kan uitleggen hoe de democratie is ontstaan en hoe het zich heeft ontwikkeld. 

De leerdoelen: deze les

Slide 5 - Slide

Stadstaten
Griekenland bestaat uit een deel vasteland en eilanden. Het landschap is heel ruig en afwisselend. Op vlaktes ontstaan boerendorpen die soms uitgroeien tot steden. Door de bergen, is contact tussen steden moeilijk. Steden werden dus vrij zelfstandig. Ze hebben een eigen regering en leger. De stad met het landbouwgebied er omheen noemen we een stadstaat (Athene en Sparta).

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stadstaten
Het gaat hier nog steeds om een landbouw stedelijke samenleving. De steden hebben in het centrum een plein. Dit noem je de agora. In de wijken hieromheen wonen en werken ambachtslieden die producten maken. Dit noem je nijverheid. Mensen waren bijvoorbeeld pottenbakkers of scheepsbouwers. Visserij en landbouw waren de middelen van bestaan.
Veel stadstaten ontstonden rondom een akropolis. Dit is een hoge rots of heuvel met een verdedigingswerk er op. Hier kon je schuilen en later kwamen er godsdienstige gebouwen.


Slide 8 - Slide

Bestuurders en onderdanen
In stadstaten, bij het stadsplein (agora) stonden verschillende regeringsgebouwen, godsdienstige gebouwen en stoa’s. Dit is een zuilenhal die bescherming biedt tegen zon en regen. Hier ontmoeten mensen elkaar en praten ze over politiek. Dit woord is afgeleid van het woord polis (stadstaat). De poleis waren politiek onafhankelijk en maakten dus eigen politieke keuzes. Hoe dit gebeurde verschilde wel.



Slide 10 - Slide

Bestuurders en onderdanen
  1.  Tot de 8e eeuw waren er voornamelijk monarchieën: Een staat met een vorst. Dit waren meestal koninkrijken, waarbij een zoon zijn vader overnam na zijn dood.
  2. Na de 8e eeuw verloren veel vorsten hun macht en kwam deze terecht bij belangrijke mannen. Deze noem je aristocraten en de bestuursvorm is een aristocratie. Sparta is hier een voorbeeld van.




Slide 11 - Slide

Bestuurders en onderdanen
3. In de stadstaten waren er wetten/regels waar mensen zich aan moesten houden. Wanneer iemand dit niet deed en zo de macht overnam, werd hij een tiran genoemd. De bestuursvorm is dan een tirannie. Je hebt goede en slechte tirannen. Een voorbeeld van zo een goede tiran is Pisitratus. Dit noemen we een tirannie




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Bestuurders en onderdanen
De handel leidde vooral in Athene tot grote welvaart. De samenleving bestond uit vier groepen met verschillende rechten:

- Volwassen mannen geboren in Athene: Zij mochten land bezitten.
- Vreemdelingen: Mensen buiten Athene of waarvan de ouders ergens anders geboren zijn. Zij werkten meestal in de handel of nijverheid.
- Vrouwen: Zij voedden de kinderen op en zorgde voor het huishouden.
- Slaven: Zij hebben helemaal geen rechten, omdat ze bezit zijn. Slavernij was heel gewoon. Zij werkten in zilvermijn, op het land, in werkplaatsen of in het huishouden.




Slide 14 - Slide

Bestuurders en onderdanen
Athene had eerst een bestuursvorm van aristocratie, omdat er een groot verschil was tussen arm en rijk. Solon besloot een aantal wijzigingen door te voeren zoals een volksvergadering oprichten. Hier mogen mensen met burgerrecht meebeslissen over het bestuur in de stad. Dit deden ze bij de Agora. Hier werd gesproken over rechten en plichten en werd slavernij onder eigen bevolking afgeschaft. Toch bleven mensen ontevreden.





Slide 15 - Slide

Democratie
Athene had eerst een bestuursvorm van aristocratie, omdat er een groot verschil was tussen arm en rijk. Solon besloot een aantal wijzigingen door te voeren zoals een volksvergadering oprichten. Hier mogen mensen met burgerrecht meebeslissen over het bestuur in de stad. Dit deden ze bij de Agora. Hier werd gesproken over rechten en plichten en werd slavernij onder eigen bevolking afgeschaft. Toch bleven mensen ontevreden. Later kwamen hier meer taken mee en ontstond er in Athene een democratie





Slide 16 - Slide

Democratie
Later kwamen er nog andere taken:
- het kiezen van een Raad van Vijfhonderd. Vijfhonderd burgers mochten wetten bedenken die aan de volksvergadering werden voorgelegd. De burgers wisselden elk jaar, zodat iedereen aan de beurt kwam;
- het kiezen van leiders van het leger en de oorlogsvloot;
- het kiezen van rechters;
- het invoeren van het ostracisme.







Slide 17 - Slide

Democratie
Pericles kwam later ook nog met het idee dat als je kwam meebepalen, je ook nog een vergoeding kreeg. Zo konden arme burgers ook mee doen aan de democratie.
Toch vond niet iedereen dit altijd een goed idee: Hadden mensen hier wel genoeg kennis voor? In deze discussies kwamen de Grieken met argumenten.
De burgers kwamen veertig keer per jaar bij elkaar bij de agora om te stemmen. Er moesten minstens 600 aanwezigen zijn. Hier maken ze beslissingen over oorlog voeren, vrede sluiten, geld en het aanstellen van ambtenaren.


Goede sprekers konden belangrijke leiders worden. Voorbeelden hiervan zijn Pericles en Demosthenes.





Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link


Hoofddoel:


R9) Ik kan een beeld vormen van hoe het bestuur van het oude Griekenland vormgegeven werd.
 
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen wat een stadstaat is en hoe deze ingedeeld en bestuurd werd.


Ik kan de vier verschillende bestuursvormen noemen en uitleggen.


Ik kan uitleggen hoe de democratie is ontstaan en hoe het zich heeft ontwikkeld. 

De leerdoelen: deze les

Slide 20 - Slide

Ik kan een beeld vormen van hoe het bestuur van het oude Griekenland vormgegeven werd.

Ja
Bijna, ik kan het samen met mijn buur oplossen
Nee het lukt mij nog niet, ik wil graag meer tijd om er zelf aan te werken .
Nee het lukt nog niet, ik wil graag meer hulp

Slide 21 - Poll



 Waar: Tijd voor geschiedenis
-> Hoofdstuk 4
-> Paragraaf 2

 Wat: Alle opdrachten

 Wanneer: Volgende les

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag

Slide 22 - Slide

Bronnen

Het Perzische Rijk

Slide 23 - Slide


Lesplan 1
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Quizlet 4.1-4.5
5 min
Samen lezen


5 min
Uitleg 4.5.1
10 min
Zelf aan de slag 4.5.1

opdr
15 min
Een mooi vak: Wereld GS / LE
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Zelf aan de slag 4.5.1

opdr
15 min
Eigen keuze
> Begrippen H4
> Invulsamenvatting
> Samenvatting
> Mindmappen
> Video kijken
20 min
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Zelf verwerken leerdoelen
4.5
35 min
timer
2:00000
🟢 Voortgangstoets 1

4.4 t/m 4.5
H1B:
H1C: 
V1B: 
V1C: 
🟡 Voortgangstoets 1
4.4 t/m 4.5
H1B: 
H1C:
V1B:
V1C:
🔴 Voortgangstoets 1
4.3 t/m 4.5
H1B: 
H1C: 
V1B: 
V1C:

Slide 24 - Slide


Lesplan 2
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Quizlet 4.1-4.5
5 min
Samen lezen


5 min
Uitleg 4.5.2
10 min
Zelf aan de slag 4.5.2

opdr
15 min
Een mooi vak: Wereld GS / LE
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Zelf aan de slag 4.5

opdr
15 min
Eigen keuze
> Begrippen H4
> Invulsamenvatting
> Samenvatting
> Mindmappen
> Video kijken
20 min
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Zelf verwerken leerdoelen
4.5
35 min
timer
2:00000
🟢 Voortgangstoets 1

4.4 t/m 4.5
H1B:
H1C: 
V1B: 
V1C: 
🟡 Voortgangstoets 1
4.4 t/m 4.5
H1B: 
H1C:
V1B:
V1C:
🔴 Voortgangstoets 1
4.3 t/m 4.5
H1B: 
H1C: 
V1B: 
V1C:

Slide 25 - Slide

--

Leerdoelen / subdoelen vorige paragraaf            
-



-






Antwoordop en deze leerdoelen:
Leerdoelen - een stapje terug, een stap vooruit
aanpassen

R2(S1) - 4.3 - Je kunt verschillende goden en godinnen noemen uit de Griekse mythologie.
R2(S2) - 4.3 - Je kunt drie Griekse filosofen noemen en bewijzen waarom deze mannen van belang zijn geweest voor het ontstaan van de filosofie.
R2(S3) - 4.3 - Je kunt vier Griekse wetenschappers noemen en uitleggen wat elk van deze wetenschappers binnen zijn eigen vakgebied ontdekt heeft.
R2
aanpassen

I1(S1) - 4.3 - Je kunt bepalen wanneer er sprake is van een bron met daarin vooral feiten.
I1(S2) - 4.3 - Je kunt bepalen wanneer er sprake is van een bron met daarin vooral een mening.
I1
aanpassen

R2(S1) - 4.3 - Zeus > oppergod
Hades > god van de onderwereld
Poseidon > god van de zee
Athena > godin van de wijsheid
Heracles > halfgod

R2(S2) - 4.3 - Socrates > Filosoof die niet meer in de goden geloofde
Plato > Filosoof en schrijver van gesprekken (dialogen)
Aristoteles > Wis- en natuurkundige en grondlegger filosofie

R2(S3) - 4.3 - Archimedes > Wis- en natuurkundige
Pythagoras > Wiskundige en muzikant / componist
Hippocrates > Arts en geneeskundige
Herodotus > geschiedkundige
R2
aanpassen

I1(S1) - 4.3 - Bron met vooral feiten: dingen die je kunt checken (met andere bronnen), dingen die echt gebeurd zijn (niet discussieerbaar).

I1(S2) - 4.3 - Bron met een mening: dingen die discussieerbaar zijn (goed/slecht mooi/lelijk etc.), dingen die niet vast staan (beschreven).
I1
timer
2:00000
Links verschijnt na het klikken op de bolletjes de leerdoelen / subdoelen.
Rechts verschijnt na het klikken op de bolletjes de antwoorden op de leerdoelen

Slide 26 - Slide

Linkje naar begrippen 4.1-4.5

Slide 27 - Slide

tt
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v. C. - 500 n. C.
De 10 tijdvakken - waar bevinden we ons nu?
timer
1:00000

Slide 28 - Slide

4.7 opdracht 8

Slide 29 - Slide

Oorlog in Griekenland

Slide 30 - Slide

 Oorlogen in Oude Griekenland





Slide 31 - Slide

De Perzen komen eraan!
Een machtig rijk rondom het Midden-Oosten, Klein-Azië, Egypte en delen Azië tot aan India.

                           <- leider: Darius I
                                           
                                         <- zoon: Xerxes

Slide 32 - Slide

Eerste Perzische oorlog:
Darius I
Darius I wilt ook de Griekse wereld innemen en aan zijn rijk voegen. Wordt gestopt bij het plaatsje Marathon.

Hier gebruikte polis Athene haar koppie koppie...


Slide 33 - Slide

De Perzen keren terug. Nieuwe koning: Xerxes
Na verlies vader (Darius) keert Xerxes terug met 'wraakgevoelens'

Hij laat een brug bouwen bij de Hellespont. Hier steekt hij over.
Een leger dat bestond uit duizenden slaven, sommigen zeiden zelfs 1 miljoen man infanterie. 

Slide 34 - Slide

Slag bij Thermopylae
Het leger van de Perzen rukt op richting de Griekse poleis. 
De Grieken voelde het gevaar naderen. 
Enkele stadstaten bundelden zich.
Aangevoerd door het militair machtige Sparta, o.l.v. koning Leonidas

Bij een smalle doorgang trotseerden enkele duizenden Grieken, met een kern van 300 Spartanen het leger van '1 miljoen' Perzen.
Kenmerk Griekse oorlogsvoering: Phalanx formatie

Slide 35 - Slide

Thermopylae

  • Smalle doorgang haalde het numerieke voordeel weg. 

  • Goed getraind en zwaar bewapend leger van de Spartanen in de Phalanx

  • Leonidas en zijn 300 stierven en heldendood
Thermopylae |  480 v. Chr.

Slide 36 - Slide

Na Thermopylae
Perzen breken door
Plunderen de stad Athene

Maar de stadstaat Athene is niet alleen een stad, het is het volk en het platteland...

Slide 37 - Slide

Slag bij Salamis
Grieken bundelen zich. Atheners waren heer en meester op de zee.

--> koppie koppie leidt tot nieuwe technieken, een nieuwe strategie en uiteindelijk de overwinning

Slide 38 - Slide



Verdeelde Griekse poleis


De Griekse poleis werkten gedwongen samen tijdens de Perzische oorlogen. Daarna begonnen zij in de Peloponnesische oorlogen (431-404 v. Chr.) elkaar te bestrijden.

Slide 39 - Slide