This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Planning van de les
Alle leerdoelen bij langs en oefenopgaven maken
Slide 2 - Slide
Hfst1
Je kan normale berekeningen op je GR (grafische rekenmachine) uitvoeren.
Je kan berekeningen met procenten uit voeren in verschillende contexten.
Je kan berekeningen maken bij verschillende contexten met verhoudingen.
Je kunt interpoleren/extrapoleren
Je kunt grafieken & tabellen aflezen & maken
Je kunt grafieken bundels aflezen.
Slide 3 - Slide
Een hoeveelheid 350 neemt met 7% af. Hoeveel is de nieuwe hoeveelheid? (berekening)
Slide 4 - Open question
Een hoeveelheid neemt met 0,5% af tot 3000. Hoeveel is de oorspronkelijke hoeveelheid? Rond af op twee decimalen.
Slide 5 - Open question
Het aantal leden van een sportvereniging is met 30 afgenomen. Dit was een daling van 2,5%. Hoeveel leden heeft de vereniging nu?
Slide 6 - Open question
In een klas van 28 leerlingen is de verhouding van Tilburgers en niet-Tilburgers 5 : 2. Hoeveel leerlingen uit de klas komen uit Tilburg? En hoeveel % is dit?
Slide 7 - Open question
In een bak liggen gele, rode en blauwe M&M's in een verhouding van geel:rood:blauw=5:3:4. Er zijn 40 meer gele dan rode. Hoeveel M&M's zijn er totaal?
Slide 8 - Open question
Hfst1 §2 maatsystemen
Je kan getallen in de wetenschappelijke notatie zetten.
Je kan verschillende maatsystemen omrekenen.
Je kan contexten met verschillende maatsystemen uitwerken.
Je kan berekeningen met verschillende tijdseenheden uitwerken.
Je kan snelheden omrekenen en berekenen.
Slide 9 - Slide
Schrijf in wetenschappelijke notatie
(32)20
A
0,3007⋅10−5
B
30,07⋅10−6
C
3,007⋅10−4
D
iets anders
Slide 10 - Quiz
a⋅10b
Slide 11 - Slide
Florent Manaudou heeft op 5 december 2014 het wereldrecord op de 50 m vrije slag kortebaan gebroken. Hij zwom de 50 meter in 20,26 seconden. Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/u, rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 12 - Open question
Hfst1 §3 omgaan met tabellen
Je kan werken met contexten bij grote tabellen.
Je weet het verschil tussen een tabel met onderzoeksresultaten en voorschriften.
Je weet waar je bij een tabel op moet letten.
Je weet wat interpoleren en extrapoleren is.
Je kan extra waardes van een tabel afschatten met interpoleren of extrapoleren.
Slide 13 - Slide
Bereken met lineair interpoleren het aantal mensen in 1985.
Slide 14 - Open question
Waarom is met extrapoleren schatten wat het aantal vakanties in 2035 is hier niet betrouwbaar?
Slide 15 - Open question
Hfst1 §4 omgaan met grafieken
Je weet wat het betekend als iets uitgezet tegen iets ander betekend.
Je kan berekeningen maken bij gegeven grafieken bij een context.
Je weet wat een grafiekenbundel is.
Je kan grafiekenbundels aflezen met een gegeven context.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Jip is 1,90 lang en weegt 140kg. Hoeveel moet Jip afvallen om normaal gewicht te hebben
Slide 18 - Open question
Zet in een tabel de aantal miljoenen mensen van Afrika uit tegen de jaartallen.
Slide 19 - Slide
Zet in een tabel de aantal miljoenen mensen van Afrika uit tegen de jaartallen.
Aantallen in (mln)
Jaar
1925
1950
1975
2000
2025
2050
2075
2100
Slide 20 - Slide
Zet in een tabel de aantal miljoenen mensen van Afrika uit tegen de jaartallen.
Aantallen in (mln)
150
200
400
760
1500
2100
2400
2500
Jaar
1925
1950
1975
2000
2025
2050
2075
2100
Slide 21 - Slide
Succes!
Enorm veel succes met het voorbereiden en maken van de toetsweek.
Blijf oefenen voor wiskunde, maak een goede samenvatting en oefen alle leerdoelen nogmaals.