Di. 5 jan. B1B lezen 2

Nederlands
Nodig: boek Nieuw Nederlands + schrift
huiswerk 
LessonUp (split screen met Teams?)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Nederlands
Nodig: boek Nieuw Nederlands + schrift
huiswerk 
LessonUp (split screen met Teams?)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Les 1
  • Huiswerk nakijken
  • Herhaling (inleiding, slot, hoofdgedachte)
  • Opdracht maken uit het boek (samen)

Les 2
Zelfstandig werken aan opdracht (huiswerk voor do.)

Slide 3 - Slide

Nakijken
Huiswerk: blz. 74
Opdracht 2. 4 t/m 10

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

5. Welke verschillende hoffeesten komen in de tekst aan de orde?

Slide 6 - Open question

6. Wat is een gang? (Alinea 3)

Slide 7 - Open question

‘Het aanzien vergroten’ betekent in alinea 7
A
Er mooier uit komen te zien
B
Meer respect krijgen
C
Nog wat langer afwachten
D
Populairder worden

Slide 8 - Quiz

8. Het woord waaraan je kunt zien dat een riddertoernooi meer vermaak dan strijd was (al. 7 en 8)

Slide 9 - Open question

9. Uit welke alinea(‘s) bestaat het slot?

Slide 10 - Open question

Alinea 8 hoort er niet bij, want:
Hier wordt een van de feestelijkheden besproken, dat hoort dus nog bij het middenstuk. 

Slide 11 - Slide

10. Hoofdgedachte
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quiz

Vragen?
Wat weet je nog? 
Zie volgende dia’s

Slide 13 - Slide

Hoofdgedachte

Slide 14 - Mind map

Tekst
Inleiding
Slot
hoofdgedachte 
Precies lezen
nauwkeurig
één zin
samenvatting
conclusie
van begin tot eind
kennismaken met het onderwerp
anekdote: kort (grappig) verhaaltje 
het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt 

Slide 15 - Drag question

Opdracht 3 blz. 74 
1. Noteer 5 woorden

Klaar?
Beantwoord vraag 2 
timer
4:00

Slide 16 - Slide

1. Vijf woorden voor volgorde

Slide 17 - Open question

Voor degene die de 2e vraag gemaakt heeft:
Het tweede deel begint bij alinea 5. In alinea 3 en 4 gaat het over het banket met allerlei bijbehorende feestelijkheden (bal, lichte maaltijd, schouwspel/hofballet); vanaf alinea 5 gaat het over masques en toernooien (die ook vaak aan elkaar gelinkt waren).

Slide 18 - Slide

Volgend lesuur:
Zelfstandig werken

Maak opdracht 4 (huiswerk voor donderdag) 

Slide 19 - Slide