hic haec hoc en meer

1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les...
1. hic, haec, hoc
2. ille, illa, illud
3. iste, ista, istud
4. Mandatum XXIV en afsluiting

Slide 2 - Slide

hic, ille, iste: aanwijzende voornaamwoorden
Die jongen heeft dat boek aan zijn moeder gegeven.





Slide 3 - Slide

Hic, haec, hoc (deze, dit)

Slide 4 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord:
Hic vir illum equum emit.
Deze man koopt dat paard.

Slide 5 - Slide

Vertaal:
Hic miles fortis est; hic hostes semper superabit.

Slide 6 - Open question

ille, illa, illud: die, dat (daar bij jou)

Slide 7 - Slide

iste, ista, istud: die, dat (ver weg)

Slide 8 - Slide

Vertaal:
Illae puellae istud donum his feminis dant.

Slide 9 - Open question

Let op verschil ille en iste:
ille puer
die beroemde jongen

iste puer
die
akelige jongen

Slide 10 - Slide

SAMENGEVAT
1. hic, haec, hoc = deze, dit (hier bij mij)
2. iste, ista, istud = die, dat (daar bij jou) / negatieve waardering
3. ille, illa, illud = die, dat (daar ver weg) / positieve waardering

Let op: aanwijzend voornaamwoord kan bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt worden.

Slide 11 - Slide

is, ea, id
  • Het persoonlijk voornaamwoord is, ea, id (hij, zij, het) wordt verbogen zoals ille, illa, illud.

  • Let op idem, eadem, idem (dezelfde, hetzelfde): deze vormen worden verbogen zoals is, ea, id, maar het achtervoegsel -dem verandert niet! 

  • Onthoud dat goed! Vormen van idem zijn moeilijk terug te vinden als je dat vergeet!

Slide 12 - Slide

Vertaal in groepjes
In de chat staat de vertaling van veni, vidi, vici
Een aantal delen zijn echter weggelaten
Vertaal deze weggelaten delen
Over een kwartier gaan we bespreken!

Slide 13 - Slide