V3 Latijn dinsdag 25 maart

V3 Latijn dinsdag 25 maart
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

V3 Latijn dinsdag 25 maart

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
HH: pfa + gesubstantiveerd ptc
Weektaak
Grammatica: het aanwijzend vnw

Slide 2 - Slide

PFA - vorming
  • Participium futurum actief
  • Vorming: 
  • Men neme het ppp (vocatus)
  • Vervang -us door -urus (vocaturus)
  • Verbogen als longus (groep 1/2)

Slide 3 - Slide

PFA - + esse (inf.)
Het pfa + esse wordt gebruikt als inf. fut. act.
Vaak in AcI - esse wordt vaak weggelaten (ellips)
Cornelia dicit se pistrinam intraturam (esse)

Zie tekst 38: regel 20-21
Principes deliberantes constituerunt se rem Caesari proposituros esse





Slide 4 - Slide

Gesubstantiveerd PTC
Zelfstandig gebruikt - congrueert niet
fugientes : de vluchtenden -> de vluchtelingen
patiens: de lijdende -> de patiënt

illuminati: de verlichten
examinati: degenen die examen hebben gedaan

Slide 5 - Slide

Weektaak:
  • Grammatica: Het aanwijzend voornaamwoord
  • Mandata 30 t/m 32 (HB p.99)
  • Cultuur: NB: Legerkamp,
  • M. opdrachten bij NB: 39 & 40
  • M. opdrachten bij Tekst 40: 50, 51, 53 t/m 57
  • NB: Je hoeft de tekst niet te vertalen
  • Inleiding Les 41: Cleopatra

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Deze week
1. hic, haec, hoc
2. ille, illa, illud
3. iste, ista, istud
4. Mandata 30 t/m 32

Slide 8 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord:
Hic vir illum equum emit.
Deze man koopt dat paard.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vertaal:
Hic miles fortis est; hic hostes semper superabit.

Slide 11 - Open question

ille, illa, illud: die, dat (daar bij jou)

Slide 12 - Slide

iste, ista, istud: die, dat (ver weg)

Slide 13 - Slide

Vertaal:
Illae puellae istud donum his feminis dant.

Slide 14 - Open question

Let op verschil ille en iste:
ille puer
die beroemde jongen

iste puer
die
akelige jongen

Slide 15 - Slide

SAMENGEVAT
1. hic, haec, hoc = deze, dit (hier bij mij)
2. iste, ista, istud = die, dat (daar bij jou) / negatieve waardering
3. ille, illa, illud = die, dat (daar ver weg) / positieve waardering

Let op: aanwijzend voornaamwoord kan bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt worden.
Zelfstandig gebruik: o.a. als pers. vnw van 3e persoon ev/mv

Slide 16 - Slide

Maak:
Mandata 30 t/m 32 (HB p.99)

Slide 17 - Slide

is, ea, id
  • Het persoonlijk voornaamwoord is, ea, id (hij, zij, het) wordt verbogen zoals ille, illa, illud.

  • Let op idem, eadem, idem (dezelfde, hetzelfde): deze vormen worden verbogen zoals is, ea, id, maar het achtervoegsel -dem verandert niet! 

  • Onthoud dat goed! Vormen van idem zijn moeilijk terug te vinden als je dat vergeet!

Slide 18 - Slide

NB: - Het leger
TB p.138-139
HB p18-19: opdracht 39 & 40
Legerkamp -> stad

Slide 19 - Slide

castellum Hoge Woerd

Slide 20 - Slide

Florence

Slide 21 - Slide

Timgad, Algerije

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Weektaak:
  • Grammatica: Het aanwijzend voornaamwoord
  • Mandata 30 t/m 32 (HB p.99)
  • Cultuur: NB: Legerkamp,
  • M. opdrachten bij NB: 39 & 40
  • M. opdrachten bij Tekst 40: 50, 51, 53 t/m 57
  • NB: Je hoeft de tekst niet te vertalen
  • Inleiding Les 41: Cleopatra

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Cleopatra vulde haar bad het liefst met welke vloeistof?
A
champagne
B
melk
C
water uit de Dode Zee
D
gletsjerwater

Slide 26 - Quiz

Melk van welk dier?
A
Krokodil
B
Nijlpaard
C
Kameel
D
Ezel

Slide 27 - Quiz