Spelling: Homofone werkwoorden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nederlands - V2b
Leg klaar: boek, schrift, pen 

Slide 2 - Slide

Opdracht in duo's
- Noteer 5 werkwoorden van het bord.
- Maak per werkwoord 2 zinnen
- In zin 1 staat het werkwoord in de 3de pers. enk. (TT)
- In zin 2 is het werkwoord een VD.
Voorbeeld:
Zin 1: Er gebeurt hier nooit eens wat.
Zin 2: Gisteren is er een vreselijk ongeluk gebeurd.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Opdrachten
- Werkwoordbundel: gevarieerde werkwoordoefeningen.
- Weektaak: Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz.186-187).

Slide 5 - Slide

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek ....
A
afront
B
afrond
C
afrondt
D
afgerond

Slide 6 - Quiz

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek afrondt.
Wat is het onderwerp bij de pv afrondt?
A
Geronimo
B
weet
C
hij
D
civiele techniek

Slide 7 - Quiz

‘Geraadpleegd’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (raadplegen; de stam eindigt op een ‘g’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 8 - Slide

‘Bekend’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (bekennen; de stam eindigt op een ‘n’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 9 - Slide

“De aan die discussie beste_ tijd voelde gisteren als verloren tijd”, zei Ceylan.
A
bestede
B
besteden
C
besteedde

Slide 10 - Quiz

Wij hadden een offerte aangevraagd voor ons te verbre_ tuinpad.
A
verbrede
B
verbreden
C
verbreedde

Slide 11 - Quiz

Onze computers, die indertijd minder dan duizend euro per stuk kos_en, gaan wij nu toch vervangen.
A
t
B
tt

Slide 12 - Quiz

‘Brachten’ is een sterk werkwoord (klankveranderend werkwoord). Brengen – brachten – gebracht. Geen extra ‘t’.

Slide 13 - Slide

‘Bestudeert’ is een persoonsvorm. Dit kun je goed horen als je ‘bestudeert’ vervangt door een werkwoord als ‘bekijkt’ of ‘smurft’. In de tegenwoordige tijd schrijf je in dit geval de ik-vorm + t.

Slide 14 - Slide

Je kunt ‘je’ in deze zin niet vervangen door ‘jij’, maar wel door ‘jouw’ (jouw tuin). Het onderwerp van de zin is ‘wie’. Het lijdend voorwerp is ‘je tuin’.

Slide 15 - Slide

Omdat wij die belangrijke brief te laat pos_en, werd hij helaas te laat bezorgd.
A
t
B
tt

Slide 16 - Quiz

‘Melden’ kun je in deze zin niet van tijd veranderen. Dit kun je goed horen als je ‘melden’ vervangt door een woord als ‘opgeven’ of ‘aangeven’. Je schrijft hier het hele werkwoord (de infinitief).

Slide 17 - Slide

Hij was er behoorlijk verbaas_ over dat wij ons niet voor die bijeenkomst hadden aangemeld.
A
d
B
t
C
dt

Slide 18 - Quiz

Ik kreeg het formulier niet verstuurd, doordat ik niet alle verplich_e velden had ingevuld.
A
t
B
tt

Slide 19 - Quiz

‘Verplichte’ is geen persoonsvorm, maar een bijvoeglijk naamwoord. Als je de zin van tijd verandert, hoor je dat ‘verplichte’ niet kan veranderen.
Als je ‘verplichte’ door bijvoorbeeld ‘belangrijke’ vervangt, zie je ook dat het een bijvoeglijk naamwoord is.
Bijvoeglijke naamwoorden schrijf je zo kort mogelijk; dus met één ‘d’.

Slide 20 - Slide