4V §2.5 en 2.6 oefenstof + examentrainingsopgaven

4Vak1 §2.5 en 2.6 oefenstof
  • Beantwoord de vragen die hierna volgen.
  • Dat mag je in schrift doen (dat werkt het beste, ook als dingen niet goed zijn). Je fotografeert je antwoord per vraag en zet die foto in deze LessonUp.
  • Je mag ook rechtstreek in LessonUp typen, maar zorg ervoor dat je je antwoorden downloadt en bewaart voor de voorbereiding van je toets.
  • Je krijgt feedback op je antwoorden in deze LessonUp.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4Vak1 §2.5 en 2.6 oefenstof
  • Beantwoord de vragen die hierna volgen.
  • Dat mag je in schrift doen (dat werkt het beste, ook als dingen niet goed zijn). Je fotografeert je antwoord per vraag en zet die foto in deze LessonUp.
  • Je mag ook rechtstreek in LessonUp typen, maar zorg ervoor dat je je antwoorden downloadt en bewaart voor de voorbereiding van je toets.
  • Je krijgt feedback op je antwoorden in deze LessonUp.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Lees het voorbeeld in de tekst van §2.5 Klimaatgebieden, over het klimaat op het Japanse eiland Hokkaido.
  • Maak een mini-mindmap met de verklaring van het (koude) klimaat op Hokkaido.
  • Zoek in de atlas GB55 kaarten 244, 245 en 246 op.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke (van de rest van Japan afwijkende) vegetatie verwacht je op het Japanse eiland Hokkaido te vinden?

Slide 3 - Open question

Naaldwoud
4Vak1 Examentrainingsopgaven
  • Maak de examentrainingsopgaven over Peru en Argentinië, Opdracht 2, opg. 7-12. 
  • Dat mag je in schrift doen (dat werkt het beste, ook als dingen niet goed zijn). Je fotografeert je antwoord per vraag en zet die foto in deze LessonUp.
  • Je mag ook rechtstreek in LessonUp typen, maar zorg ervoor dat je je antwoorden downloadt en bewaart voor de voorbereiding van je toets.
  • Je krijgt feedback op je antwoorden in deze LessonUp.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Inleiding opdr. 7
  • Gebruik de bronnen 21 en 23 en de atlas.
  • Gezien de breedteligging van Peru in de tropen zou je verwachten dat er alleen tropisch regenwoud groeit. Toch kent Peru extreme verschillen in landschap.
  • Geef een verklaring voor het voorkomen van woestijnen in grote delen van Peru. Je verklaring moet een situatiebeschrijving en een algemene regel bevatten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geef een verklaring voor het voorkomen van woestijnen in grote delen van Peru. Je verklaring moet een situatiebeschrijving en een algemene regel bevatten.

Slide 7 - Open question

Voor de kust van Peru loopt een koude zeestroom (situatiebeschrijving). Een koude zeestroom koelt de overliggende lucht af, waardoor die weinig vocht opneemt (algemene regel). Aangrenzende kustvlaktes zijn daarom woestijnen.
Zuidoost Peru ontvangt in januari meer regen dan in juli. Dit heeft te maken met het optreden van de moesson.
Beredeneer uit welke richting deze moesson waait.
(gebruik de atlas!)

Slide 8 - Open question

Wanneer de noordoostpassaat de evenaar kruist, krijgt die wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. Dit betekent dat er een noordwestmoesson ontstaat.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gebruik bron 22 en de atlas.
Een groot deel van Patagonië kent een steppeklimaat.
Beredeneer wat de twee oorzaken van de lage neerslag in dit gebied zijn.

Slide 10 - Open question

Op deze breedte waaien vooral westenwinden. Dit betekent dat Patagonië in de lijzijde van het Andesgebergte ligt. Daarnaast loopt er voor de kust van Patagonië een koude zeestroom, die de droogte versterkt.
Gebruik bron 22 en de atlas.
Leg met behulp van het begrip gematigde zone uit, waardoor sommige steppes bijzonder geschikt zijn voor het verbouwen van graan.

Slide 11 - Open question

Op steppes in de gematigde zone gaat de afbraak van grasresten traag, waardoor er een vruchtbare bodem ontstaan is, die erg geschikt is voor het verbouwen van graan.
Inleiding opdr. 12
Gebruik bron 24 en de atlas.

De hoogste berg op Vuurland, Monte Darwin, is 2.310 meter hoog. Op die hoogte ligt in de Alpen ongeveer de boomgrens. 
Op de foto van bron 24 zie je de boomgrens daarentegen halverwege de bergen liggen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gebruik bron 24 en de atlas.
Beredeneer tot welke landschapszone je Vuurland moet rekenen.

Slide 14 - Open question

Boreale zone, maar normaal gesproken komen daar naaldbomen voor. Op Vuurland is dat niet zo, maar daarmee is het nog geen polair landschap.

Eén van de klimaatfactoren is ‘type oppervlak’. Antarctica kent een enorme ijskap, die een afkoelende werking heeft op de omgeving. Daardoor ligt op het zuidelijk halfrond de boomgrens op ongeveer dezelfde breedte veel lager. 
Leg met behulp van de westenwinddrift uit waardoor de boomgrens op Vuurland zo laag ligt. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 15 - Open question

De westenwinddrift zorgt ervoor dat Antarctica nauwelijks warme lucht vanuit het evenaarsgebied ontvangt (oorzaak). Hierdoor is Antarctica zo ver afgekoeld dat het een enorme ijskap kent. Die ijskap behelst een groot wit oppervlak, dat veel zonlicht weerkaatst. Daardoor is het zuidelijk halfrond koeler dan het noordelijk halfrond en ligt de boomgrens op een iets hogere breedte veel lager (gevolg).
Gebruik bron 19 en 21, en de atlas.
In de bergen van Argentinië is het kouder dan op zeeniveau.
Leg met behulp van het begrip broeikaseffect uit, waardoor het op hoogte kouder is dan op zeeniveau.

Slide 16 - Open question

IN gebergten is er ijlere lucht. Er zijn minder gassen zoals zuurstof, maar dus ook  minder broeikasgassen die de warmte vasthouden.