1.3 Moleculaire stoffen

Atoombouw en binding
1.3 Moleculaire stoffen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Atoombouw en binding
1.3 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Slide

Hoe komt het dat atomen in een molecuul bij elkaar blijven?
  

Waarom heeft methaan de formule CH4 en niet CH5?

Slide 2 - Slide

Definities
  • Atoombinding = covalente binding
 Een binding tussen niet-metaalatomen in een moleculaire stof.
 vb: H2O, tussen H en O zit een atoombinding

  • Molecuulbinding = Vanderwaalsbinding
 Zwakke aantrekkende kracht tussen moleculen onderling

Slide 3 - Slide

Covalente binding
  • Gemeenschappelijk elektronenpaar
  • Houden de positieve kernen bij elkaar 

Slide 4 - Slide

Water

Slide 5 - Slide

Octet regel = stabiliteit
Atomen proberen uit alle macht om 8 elektronen in de valentieschil te hebben.


Ze krijgen dan dezelfde elektronenconfiguratie als een edelgas,

de zogenaamde octetstructuur

Slide 6 - Slide

Covalentie van atomen
Uitzonderingen
  • H: heeft maar een elektron, kan dus maar 1 atoombinding vormen --> covalentie = 1
  • He: heeft 2 elektronen in buitenste schil


Slide 7 - Slide

Vanderwaalsbinding
Sterker wanneer:
  • er meer elektronen in de moleculen voorkomen
  • de moleculen een grotere omvang hebben
  • de moleculen elkaar beter kunnen benaderen (onder andere dankzij een goed contactoppervlak en een regelmatige vorm)

Vuistregel omvangrijke moleculen met een regelmatige vorm trekken elkaar sterker aan dan kleine moleculen met een grillige en vertakte vorm.

Slide 8 - Slide

Molecuulrooster

Slide 9 - Slide

Verschil?

Slide 10 - Slide

Koolstof

Slide 11 - Slide