Donderdag 10 april 2025

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Grammatica

Terugblik les van vrijdag!

BK >  je leert

• een bouwplan van een zin herkennen;
• een zin in zinsdelen verdelen.

M >  je leert

• het lijdend voorwerp van een zin herkennen en benoemen.

Wat is een zinsdeel?

1. Het groepje woorden in een zin dat bij elkaar hoort
2. een voltooid deelwoord
3. altijd een werkwoord dat alleen staat
4. een woord

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Wanneer heb ik vakantie ?

1. 4 zinsdelen
2. 5 zinsdelen
3. 3 zinsdelen
4. 6 zinsdelen

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Hij eet een appel.'

1. 3 zinsdelen
2. 2 zinsdelen
3. 4 zinsdelen
4. 1 zinsdeel

Ik kan nu zinsdelen maken.

1. Ja
2. Nee

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Ik zal er nog eens over nadenken.

1. zal
2. zal nadenken
3. nadenken
4. Ik

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Stel je niet zo aan!

1. Stel
2. stel aan
3. je
4. stel je aan

Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden

1. Ja
2. Nee

(thuis)werk

BK >  bladzijde 15-17: opdracht 11, 12, 13, 14, 15

M (gth) >  bladzijde 16-17: opdracht 12 + 13