MH 2 Toets Kapitel 1 Leerstof en voorbeelden

MH2 - Toets Kapitel 1  
voorbeelden
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

MH2 - Toets Kapitel 1  
voorbeelden

Slide 1 - Slide

Leerstof  Kapitel 1 toetsweek 1
- Leren: Kapitel toetsweek 1, DE LEERSTOF:
Lernbox blz. 48 t/m 51 (Redemittel L3 en L6: 2x 10 geselecteerde zinnen)
alle aantekeningen + Gr. A,B,C,D,F,G,H
Lektion 1: oef. 7 t/m 12
Lektion 2: oef. 1-10-11
Lektion 3: -

Slide 2 - Slide

Vervolg leerstof Kapitel 1 TW1
-Lektion 4: oef. 2 + 7 t/m 13
Lektion 5: oef. 1-2-10-11
Lektion 6: oef. 5 

Slide 3 - Slide

Lesen
Tekst met vragen
Woordenboek niet toegestaan
Mk-vragen en open vragen (moet je in het Nederlands beantwoorden!)
Max. 10 punten

Slide 4 - Slide

WORTSCHATZ - A1
- woordjes DU-NE
- vertaal het dikgedrukte woord in de zin
- max. 4 punten

Slide 5 - Slide

Bv. (Ohne) Empfang kannst du nicht Radio hören.

Slide 6 - Open question

Ich gehe (täglich) joggen.

Slide 7 - Open question

WORTSCHATZ A-2
- woordjes DU-NE
- juiste woord in de zin plaatsen
-één of meer woorden blijven over
- max. 4 punten

Slide 8 - Slide

später - leider - etwas
1. Meine Hausaufgaben mache ich ....... .
2.Hast du ....... gekauft?

Slide 9 - Open question

WORTSCHATZ - B1
Woordjes NE-DU
Vertaal wat tussen haakjes staat
Bv. Ist das dein (vader)?
= Vater
Max. 4 pt

Slide 10 - Slide

Meine (moeder) kann gut kochen!

Slide 11 - Open question

Im (december) ist Weihnachten (=Kerstmis).

Slide 12 - Open question

WORTSCHATZ - B2
- woordjes NE-DU
- welk Duits woord past bij de omschrijving?
- max. 4 punten

Slide 13 - Slide

Dieser Monat kommt vor September.

Slide 14 - Open question

Dieser Monat hat 28 oder 29 Tage.

Slide 15 - Open question

REDEMITTEL - C1 en C2
Vertaal de zinnen
max. 16 punten

Slide 16 - Slide

Heb je broers en zussen?

Slide 17 - Open question

Marie komt nooit te laat.

Slide 18 - Open question

GRAMMATIK - D
werkwoorden
max. 5 punten

Slide 19 - Slide

wohnen Ich ..... in den Niederlanden.

Slide 20 - Open question

wohnen Wo ..... du?

Slide 21 - Open question

GRAMMATIK - E
persoonlijk voornaamwoord
max. 4 punten

Slide 22 - Slide

Wohnt (hij) in Deutschland?

Slide 23 - Open question

Das glauben (wij) auch.

Slide 24 - Open question

Kommt (jullie) mit dem Bus?

Slide 25 - Open question

GRAMMATIK - F
- haben 
- sein 
bv. zijn        Ich ..... 14 Jahre alt. = bin
Max. 5 punten


Slide 26 - Slide

hebben Meine Schwester ..... ein neues Handy.

Slide 27 - Open question

zijn Wir ...... da auch gewesen.

Slide 28 - Open question

GRAMMATIK - G
De getallen
Bv. Die Gruppe besteht aus 16 Personen.
16 = sechzehn
Max. 5 pt

Slide 29 - Slide

Unsere Gruppe besteht aus (17) Personen.

Slide 30 - Open question

Hier gibt es (22) Schüler in der Klasse.

Slide 31 - Open question

GRAMMATIK - H
Vertaal     een,  geen,  en de bezittelijke voornaamwoorden
bv. der Bruder   Das ist (haar) Bruder.   = ihr
bv. die Schwester      Ich treffe (zijn) Schwester.    =  seine
Max. 5 punten

Slide 32 - Slide

der Freund Er ist (geen) Freund von mir.

Slide 33 - Open question

das Kind Das ist (een) Kind.

Slide 34 - Open question

das Auto Das ist (zijn) Auto.

Slide 35 - Open question

das Auto Das ist (onze) Auto.

Slide 36 - Open question

GRAMMATIK - I
rangtelwoorden!
bv. Das ist das 2. Mal, dass ich gewinne. = zweite
max. 5 punten
TOTAAL TE BEHALEN: 71 PUNTEN

Slide 37 - Slide

Sie ist die 19. Kandidatin.

Slide 38 - Open question

Sie ist die 40. Kandidatin.

Slide 39 - Open question